Rederijkerskamers: verschil tussen versies
Importing text file |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Rederijkerskamers | | above = Rederijkerskamers | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:Rederijkers_10867.jp|thumb|right|300px|Blazoen van Rederijkerskamer het Bloemken Jesse, foto, 1917, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 10867]] | |||
== Retorica kamers == | |||
Kamers van retorica; gilden van burgers die daadwerkelijk en volgens bepaalde regels de kunst der schone letteren wilden beoefenen. Ze verzorgden toneelopvoeringen, voordracht wedstrijden en maakten op bestelling gelegenheidsverzen. De rederijkers hekelden in hun spelen misstanden op elk gebied en vooral kerkelijke misbruiken werden onder vuur genomen. Evenals bij de gilden kende men bij de rederijkers de overdeken, deken, beleder en gezellen. Bovendien kende men een opperprins en een prins. De rederijkerskamers die waarschijnlijk in het begin van de 15e eeuw onder Franse invloed in Vlaanderen ontstonden, hebben zich vrij gauw over Zeeland verbreid. | |||
== Eerste rederijkerskamers in Zeeland == | |||
Tegen het einde van de 15e eeuw hadden Middelburg, Veere, Goes, Reimerswaal en in Zeeuws-Vlaanderen Sluis, Hulst, Axel en Zaamslag al een eigen rederijkerskamer. In Goes werd reeds in of vóór 1481 een landjuweel gehouden (landjuweel = luisterrijke wedstrijd van de Kamers van Rhetorica, waarbij alleen de Kamers die lid waren van een bepaalde bond konden meedingen; 15/16e eeuw). In Hulst werd in 1485 en in Reimerswaal in 1507 een landjuweel gehouden. Zeeland liep duidelijk voor op overig Nederland, waar aan het einde van de 15e eeuw de kamers nog maar sporadisch op kwamen. We mogen aannemen dat de rederijkerij zich via Zeeland over Nederland heeft verbreid. In Zeeland kwamen er later nog veel kamers bij o.a. te Arnemuiden, Domburg, Kapelle en Zierikzee. | |||
== Bloemken Jesse als oudste kamer == | |||
[[Bestand:Rederijkers_48205.jpg|thumb|left|250px|Zilveren beker van der rederijkers, foto: I. Lamain, augustus 1982, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 48205]] | |||
De Middelburgse kamer heette `Bloemken Jesse' en werd waarschijnlijk al in 1430 opgericht; dit zou dan de oudste kamer van Nederland zijn. In de 17e eeuw waren Hendrik van Cannenburgh en Arent Roggeveen de belangrijkste leden van het Middelburgse gilde. In Vlissingen werd in 1530 een kamer opgericht 'de Blaeu Acolye' onder de zinspreuk 'De gheest ondersoecket al'. De Vlissingse kamer was veel actiever dan de Middelburgse en hield in 1641 een landjuweel; de twee belangrijkste Zeeuwse rederijkers Jeronimus van der Voort en Joost Claerbout behoorden er toe. In Veere zijn zelfs twee kamers geweest, de `Missende Scholieren' met de kenspreuk 'Witte Lelven' en 'Sint-Anna's kinderen'. In het begin van de 17e eeuw is Adriaen Valerius een van de gildeleden van de 'Missende Scholieren' geweest. De zesenzeventig historieliederen uit zijn 'Nederlandtsche Gedenckclanck' (1626) zal hij waarschijnlijk op de bijeenkomsten van de kamer hebben voorgedragen in de volgorde van hun ontstaan. De oudstbekende kamer uit Zeeuws-Vlaanderen is `De Transfiguratie' in Hulst, met de zinspreuk 'Reyne Minne'. In 1508 werd te Kapelle (Zuid-Beveland) een Gilde van Rhetorica, genaamd 'De Wijngaertranke', opgericht waarvan het merkwaardige was dat dit gilde, met louter rooms-katholieke leden, is blijven voortbestaan, al werden de bijeenkomsten later te Hansweert gehouden. Op 28 maart 1965 vond te Hansweert op plechtige wijze de herconfirmatie van de Camere van Rhetorica 'De Wijngaerd-rancke' plaats als lid van de hoofdkamer `De Transfiguratie' te Hulst. Te 's-Gravenpolder werd de kamer de 'Vlolieren' genoemd met als patrones Sinte-Barbara. De kamer heeft zelfs de Franse tijd overleefd, wat weer een bewijs mag worden genoemd dat op Zuid-Beveland het calvinisme er nooit in is geslaagd het roomskatholieke element geheel te verdringen (zie Meertens). Op Schouwen-Duiveland, waar de rederij kerskamers in de 17e eeuw, verdwenen, telde Zierikzee zelfs drie kamers: de 'Eglantieren', de Distelbloem' en de 'Laurieren'. | |||
= | == Auteur == | ||
-J.A. Trimpe Burger | |||
== Literatuur == | |||
*Meertens, Letterkundig leven, hfdst. III. | |||
*P.J. Brand, Hulst. | |||
*D.A. Poldermans, Het spel van de stathouwer. | |||
*J.A. Brandenbarg, Job Gommersz. als vereerder van de H. Moeder Anna. | |||
*H. Meyling, Esbatementen van de Rode Lelye te Brouwershaven. | |||
`In Godts name is Iesus ons patroon der Wijngaertranke. Binnen Capelle 1686'. Inscriptie op een beker van de rederijkerskamer te Kapelle. Het nieuwe blazoen van de rederijkerskamer `De Wijngaerdrancke' te Hansweert, geschonken in 1965 door de hoofdkamer `De Transfiguratie' te Hulst. | `In Godts name is Iesus ons patroon der Wijngaertranke. Binnen Capelle 1686'. Inscriptie op een beker van de rederijkerskamer te Kapelle. Het nieuwe blazoen van de rederijkerskamer `De Wijngaerdrancke' te Hansweert, geschonken in 1965 door de hoofdkamer `De Transfiguratie' te Hulst. | ||
[[cateogory:Kunst & cultuur]] | |||
[[category:kunst]] | [[category:kunst]] | ||
[[category:letterkunde]] | |||
[[category: |
Versie van 20 jun 2017 07:39
Rederijkerskamers |
---|
Retorica kamers
Kamers van retorica; gilden van burgers die daadwerkelijk en volgens bepaalde regels de kunst der schone letteren wilden beoefenen. Ze verzorgden toneelopvoeringen, voordracht wedstrijden en maakten op bestelling gelegenheidsverzen. De rederijkers hekelden in hun spelen misstanden op elk gebied en vooral kerkelijke misbruiken werden onder vuur genomen. Evenals bij de gilden kende men bij de rederijkers de overdeken, deken, beleder en gezellen. Bovendien kende men een opperprins en een prins. De rederijkerskamers die waarschijnlijk in het begin van de 15e eeuw onder Franse invloed in Vlaanderen ontstonden, hebben zich vrij gauw over Zeeland verbreid.
Eerste rederijkerskamers in Zeeland
Tegen het einde van de 15e eeuw hadden Middelburg, Veere, Goes, Reimerswaal en in Zeeuws-Vlaanderen Sluis, Hulst, Axel en Zaamslag al een eigen rederijkerskamer. In Goes werd reeds in of vóór 1481 een landjuweel gehouden (landjuweel = luisterrijke wedstrijd van de Kamers van Rhetorica, waarbij alleen de Kamers die lid waren van een bepaalde bond konden meedingen; 15/16e eeuw). In Hulst werd in 1485 en in Reimerswaal in 1507 een landjuweel gehouden. Zeeland liep duidelijk voor op overig Nederland, waar aan het einde van de 15e eeuw de kamers nog maar sporadisch op kwamen. We mogen aannemen dat de rederijkerij zich via Zeeland over Nederland heeft verbreid. In Zeeland kwamen er later nog veel kamers bij o.a. te Arnemuiden, Domburg, Kapelle en Zierikzee.
Bloemken Jesse als oudste kamer
De Middelburgse kamer heette `Bloemken Jesse' en werd waarschijnlijk al in 1430 opgericht; dit zou dan de oudste kamer van Nederland zijn. In de 17e eeuw waren Hendrik van Cannenburgh en Arent Roggeveen de belangrijkste leden van het Middelburgse gilde. In Vlissingen werd in 1530 een kamer opgericht 'de Blaeu Acolye' onder de zinspreuk 'De gheest ondersoecket al'. De Vlissingse kamer was veel actiever dan de Middelburgse en hield in 1641 een landjuweel; de twee belangrijkste Zeeuwse rederijkers Jeronimus van der Voort en Joost Claerbout behoorden er toe. In Veere zijn zelfs twee kamers geweest, de `Missende Scholieren' met de kenspreuk 'Witte Lelven' en 'Sint-Anna's kinderen'. In het begin van de 17e eeuw is Adriaen Valerius een van de gildeleden van de 'Missende Scholieren' geweest. De zesenzeventig historieliederen uit zijn 'Nederlandtsche Gedenckclanck' (1626) zal hij waarschijnlijk op de bijeenkomsten van de kamer hebben voorgedragen in de volgorde van hun ontstaan. De oudstbekende kamer uit Zeeuws-Vlaanderen is `De Transfiguratie' in Hulst, met de zinspreuk 'Reyne Minne'. In 1508 werd te Kapelle (Zuid-Beveland) een Gilde van Rhetorica, genaamd 'De Wijngaertranke', opgericht waarvan het merkwaardige was dat dit gilde, met louter rooms-katholieke leden, is blijven voortbestaan, al werden de bijeenkomsten later te Hansweert gehouden. Op 28 maart 1965 vond te Hansweert op plechtige wijze de herconfirmatie van de Camere van Rhetorica 'De Wijngaerd-rancke' plaats als lid van de hoofdkamer `De Transfiguratie' te Hulst. Te 's-Gravenpolder werd de kamer de 'Vlolieren' genoemd met als patrones Sinte-Barbara. De kamer heeft zelfs de Franse tijd overleefd, wat weer een bewijs mag worden genoemd dat op Zuid-Beveland het calvinisme er nooit in is geslaagd het roomskatholieke element geheel te verdringen (zie Meertens). Op Schouwen-Duiveland, waar de rederij kerskamers in de 17e eeuw, verdwenen, telde Zierikzee zelfs drie kamers: de 'Eglantieren', de Distelbloem' en de 'Laurieren'.
Auteur
-J.A. Trimpe Burger
Literatuur
- Meertens, Letterkundig leven, hfdst. III.
- P.J. Brand, Hulst.
- D.A. Poldermans, Het spel van de stathouwer.
- J.A. Brandenbarg, Job Gommersz. als vereerder van de H. Moeder Anna.
- H. Meyling, Esbatementen van de Rode Lelye te Brouwershaven.
`In Godts name is Iesus ons patroon der Wijngaertranke. Binnen Capelle 1686'. Inscriptie op een beker van de rederijkerskamer te Kapelle. Het nieuwe blazoen van de rederijkerskamer `De Wijngaerdrancke' te Hansweert, geschonken in 1965 door de hoofdkamer `De Transfiguratie' te Hulst.