Brandnetel: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Importing text file
 
Jacqueline (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox
{{Infobox
  | above      = Brandnetel (urtica; Broeinetel, Broeier, Tiengel)
  | above      = Brandnetel  
}}
}}


'''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984'''
==Brandnetel (urtica)==
 
 
Plantengeslacht met in Zeeland twee soorten, die beide voorzien zijn van brandharen. Deze zijn hol en breken bij aanraking schuin af. De spitse punt maakt een wondje, een bijtende stof dringt in de huid en doet daar een tijdelijke huidaandoening ontstaan. De grote brandnetel (U. dióica) is een forse overblijvende plant (tot 2 meter hoog), die een uitgebreid wortelstelsel vormt.Deze soort groeit zeer algemeen op vochtige stikstofrijke ruigten in bijv. bossen, langs heggen en beschaduwde plaatsen en ook wel in wegbermen en graslanden. De jonge spruiten van deze meerjarige plant worden wel gegeten als soepgroente. De kleine brandnetel (U. cirens; hoendernetel, hoendertingel) is een kleinere (tot 60 cm.) éénjarige soort met vrij kleine gras groene blaadjes. Deze soort komt algemeen voor op niet te zware akker- en tuinbouwgrond.
Plantengeslacht met in Zeeland twee soorten, die beide voorzien zijn van brandharen. Deze zijn hol en breken bij aanraking schuin af. De spitse punt maakt een wondje, een bijtende stof dringt in de huid en doet daar een tijdelijke huidaandoening ontstaan. De grote brandnetel (U. dióica) is een forse overblijvende plant (tot 2 meter hoog), die een uitgebreid wortelstelsel vormt.Deze soort groeit zeer algemeen op vochtige stikstofrijke ruigten in bijv. bossen, langs heggen en beschaduwde plaatsen en ook wel in wegbermen en graslanden. De jonge spruiten van deze meerjarige plant worden wel gegeten als soepgroente. De kleine brandnetel (U. cirens; hoendernetel, hoendertingel) is een kleinere (tot 60 cm.) éénjarige soort met vrij kleine gras groene blaadjes. Deze soort komt algemeen voor op niet te zware akker- en tuinbouwgrond.
 
* Dialect: Broeinetel, Broeier, Tiengel


AUTEUR
AUTEUR


K.F. Vaas, herschr. A.M.M. van Haperen
K.F. Vaas, herschr. A.M.M. van Haperen

Versie van 13 mrt 2024 08:17

Brandnetel

Brandnetel (urtica)

Plantengeslacht met in Zeeland twee soorten, die beide voorzien zijn van brandharen. Deze zijn hol en breken bij aanraking schuin af. De spitse punt maakt een wondje, een bijtende stof dringt in de huid en doet daar een tijdelijke huidaandoening ontstaan. De grote brandnetel (U. dióica) is een forse overblijvende plant (tot 2 meter hoog), die een uitgebreid wortelstelsel vormt.Deze soort groeit zeer algemeen op vochtige stikstofrijke ruigten in bijv. bossen, langs heggen en beschaduwde plaatsen en ook wel in wegbermen en graslanden. De jonge spruiten van deze meerjarige plant worden wel gegeten als soepgroente. De kleine brandnetel (U. cirens; hoendernetel, hoendertingel) is een kleinere (tot 60 cm.) éénjarige soort met vrij kleine gras groene blaadjes. Deze soort komt algemeen voor op niet te zware akker- en tuinbouwgrond.

  • Dialect: Broeinetel, Broeier, Tiengel

AUTEUR

K.F. Vaas, herschr. A.M.M. van Haperen