Doornzaad: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Jacqueline (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Jacqueline (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:
[[Bestand:Doornzaad.jpg|thumb|right300px|Doornzaad, bron: Paul Fabre, Wikimedia]]
[[Bestand:Doornzaad.jpg|thumb|right300px|Doornzaad, bron: Paul Fabre, Wikimedia]]
==Doornzaad (tórilis)==
==Doornzaad (tórilis)==
Kruidachtige planten behorend tot de familie der Schermbloemigen. Kenmerkend zijn de stekels en weerhaakjes aan de vruchtjes. In Zeeland komen drie soorten voor, alle met witte bloeiwijzen. Het knopig doornzaad (Tórilis nodósa) wordt gekenmerkt door zeer kort gesteelde bloempjes en schermpjes. Deze soort is zeer kenmerkend voor de dijken in het zeekleigebied en komt elders in Nederland vrijwel niet voor. In Zeeland plaatselijk algemeen op matig intensief beweide dijken bijvoorbeeld op Noord-Beveland en in de omgeving van Wolphaartsdijk. Ontbreekt echter ook in grote delen van de provincie (bijvoorbeeld Walcheren, Zak van Zuid-Beveland). Het Zeeuws doornzaad (Tórilis arvénsis) heeft evenals de volgende soort, waarop zij zeer sterk lijkt, langer gesteelde schermen. Ook deze soort komt voor op beweide dijken, maar is veel zeldzamer. In Zeeland groeit zij nog op enkele plaatsen (o.a. Noord-Beveland); elders in Nederland vrijwel verdwenen. Het heggedoornzaad (Tórilis japónica) is de meest algemene soort. De plant kan tot ongeveer 1 meter hoog worden, heeft fijn geveerde bladeren en lijkt daardoor enigszins op fluitekruid. Zij bloeit echter veel later (juni tot augustus). Deze soort groeit op ruigere plaatsen dan de vorige, bijvoorbeeld op verwaarloosde dijktaluds en in struwelen. In Zeeland vrij algemeen.
Kruidachtige planten behorend tot de familie der Schermbloemigen. Kenmerkend zijn de stekels en weerhaakjes aan de vruchtjes. In Zeeland komen drie soorten voor, alle met witte bloeiwijzen. Het knopig doornzaad (Tórilis nodósa) wordt gekenmerkt door zeer kort gesteelde bloempjes en schermpjes. Deze soort is zeer kenmerkend voor de dijken in het zeekleigebied en komt elders in Nederland vrijwel niet voor. In Zeeland plaatselijk algemeen op matig intensief beweide dijken bijvoorbeeld op Noord-Beveland en in de omgeving van Wolphaartsdijk. Ontbreekt echter ook in grote delen van de provincie (bijvoorbeeld Walcheren, Zak van Zuid-Beveland). Het Zeeuws doornzaad (Tórilis arvénsis) heeft evenals de volgende soort, waarop zij zeer sterk lijkt, langer gesteelde schermen. Ook deze soort komt voor op beweide dijken, maar is veel zeldzamer. In Zeeland groeit zij nog op enkele plaatsen (onder andere Noord-Beveland); elders in Nederland vrijwel verdwenen. Het heggedoornzaad (Tórilis japónica) is de meest algemene soort. De plant kan tot ongeveer 1 meter hoog worden, heeft fijn geveerde bladeren en lijkt daardoor enigszins op fluitekruid. Zij bloeit echter veel later (juni tot augustus). Deze soort groeit op ruigere plaatsen dan de vorige, bijvoorbeeld op verwaarloosde dijktaluds en in struwelen. In Zeeland vrij algemeen.


==Auteur==
==Auteur==

Versie van 8 jul 2021 08:07

Doornzaad
Doornzaad, bron: Paul Fabre, Wikimedia

Doornzaad (tórilis)

Kruidachtige planten behorend tot de familie der Schermbloemigen. Kenmerkend zijn de stekels en weerhaakjes aan de vruchtjes. In Zeeland komen drie soorten voor, alle met witte bloeiwijzen. Het knopig doornzaad (Tórilis nodósa) wordt gekenmerkt door zeer kort gesteelde bloempjes en schermpjes. Deze soort is zeer kenmerkend voor de dijken in het zeekleigebied en komt elders in Nederland vrijwel niet voor. In Zeeland plaatselijk algemeen op matig intensief beweide dijken bijvoorbeeld op Noord-Beveland en in de omgeving van Wolphaartsdijk. Ontbreekt echter ook in grote delen van de provincie (bijvoorbeeld Walcheren, Zak van Zuid-Beveland). Het Zeeuws doornzaad (Tórilis arvénsis) heeft evenals de volgende soort, waarop zij zeer sterk lijkt, langer gesteelde schermen. Ook deze soort komt voor op beweide dijken, maar is veel zeldzamer. In Zeeland groeit zij nog op enkele plaatsen (onder andere Noord-Beveland); elders in Nederland vrijwel verdwenen. Het heggedoornzaad (Tórilis japónica) is de meest algemene soort. De plant kan tot ongeveer 1 meter hoog worden, heeft fijn geveerde bladeren en lijkt daardoor enigszins op fluitekruid. Zij bloeit echter veel later (juni tot augustus). Deze soort groeit op ruigere plaatsen dan de vorige, bijvoorbeeld op verwaarloosde dijktaluds en in struwelen. In Zeeland vrij algemeen.

Auteur

-A.M.M. van Haperen