Pieter Caland: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Importing text file
 
Marja (overleg | bijdragen)
k Marja heeft pagina Caland, Pieter hernoemd naar Pieter Caland: hernoemd
(geen verschil)

Versie van 14 aug 2014 12:56

Caland, Pieter

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Zierikzee 23 juli 1826 - Wageningen 12 juli 1902). Waterstaatkundige. Zoon van Abraham Caland en Catharina Wilhelmina van der Plas. Op 15-jarige leeftijd toegelaten op de Militaire Academie te Breda als kadet voor de waterstaat. Doorliep bij deze dienst alle rangen, waarbij hij in Middelburg en Zierikzee dienst deed als adspirant-ingenieur. Op 1 april 1881 volgde zijn benoeming tot hoofdinspecteur, de hoogste rang in het corps. In 1849 huwde hij te Zierikzee met jonkvrouwe Helena de Jonge, uit welk huwelijk zeven kinderen werden geboren o.a. de latere hoofdingenieur-directeur van de rijkswaterstaat in Zeeland, Marinus Caland. De naam van Caland blijft onverbrekelijk verbonden met de in de jaren 1864-1873 aangelegde Nieuwe Waterweg. In weerwil van verguizing en tegenwerking heeft hij het principe van een open vaarweg gehandhaafd. In 1952 vermeldt Ringers: `De tijd is nu gekomen, om te erkennen dat Caland's opzet om de Waterweg onbelemmerd naar zee te laten stromen door de doorgraving van de Hoek van Holland, geslaagd is en voor Rotterdam en heel Nederland zegenrijke gevolgen heeft gehad'. Eerbewijzen kreeg hij pas na zijn dood. Het Calandplein te Rotterdam is naar hem genoemd. In 1969 werd op het huis te Zierikzee (Oude Haven 51) een gedenkplaat aangebracht met de woorden: 'In dit huis werd op 23 juli 1826 geboren Pieter Caland, ontwerper van de Nieuwe Waterweg en daardoor grondlegger van Rotterdams welvaart'. Zijn vader heeft hem zeer bemoedigd en schreef hem 12 december 1868, toen er allerlei moeilijkheden waren bij het graven van de Waterweg: 'Bedenk dat er nooit iemand geweest is, of hij leed aanstoot, miskenning en somtijds verguizing; doch voor wien men naderhand geen lofzangen genoeg had, ja er zelfs standbeelden voor oprigtte'.


AUTEUR

M.P. de Bruin


LITERATUUR

De Bruin, Abraham Caland. Ringers, Caland. Tutein Nolthenius, Levensberichten.