Zegge: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Importing text file
 
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
}}
}}


'''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984'''
==Zegge==
 
Uitgebreid plantengeslacht, waarvan in Zeeland ca. 17 soorten voorkomen. Men vindt deze soorten in zeer uiteenlopende milieutypen. Het meest algemeen zijn de zeggen van moerassen en drassige plaatsen. Hieronder is de valse voszegge (C. otrúbae) weer het meest algemeen. Deze soort komt in geheel Zeeland algemeen voor in drassige graslanden en slootkanten. In een vergelijkbare omgeving, maar uitsluitend zoet, groeit de cyperzegge (C. pseudocýperus). Deze komt in Zeeland plaatselijk voor in de binnenduinrand en in de Zak van Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen. Het is echter zeker géén algemene plant. Iets dergelijks geldt ook voor de tweerijige zegge (C. dísticha). Enkele andere soorten van zoete of zwak brakke moerassen zijn de oeverzegge (C. ripária), de moeraszegge (C. acutifórmis) en de scherpe zegge (C. acúta). Deze soorten groeien hoofdzakelijk in rietlanden en plaatselijk ook wel in slootkanten en drinkputten. Zij mijden echter de zilte poelgebieden. Van bovengenoemde soorten komt de oeverzegge het meest voor. In vochtige zilte graslanden komen de zilte zegge (C. dístans) en veel zeldzamer de gestrekte zegge (C. exténsa) voor. Deze laatste soort is o.a. bekend van de drooggevallen platen in de Grevelingen en enkele inlagen langs Ooster- en Westerschelde. Daarbuiten ontbreekt zij. De duintjes langs de Oosterschelde nabij Woensdrecht zijn een van de weinige groeiplaatsen in Nederland van de gestippelde zegge (C. punctáta). Op vochtige grazige plaatsen in de duinen vindt men een drietal soorten: de gewone zegge (C. nígra), de nauwverwante drienervige zegge (C. trinérvis) en de late zegge (C. serótina). De gewone zegge vindt men ook wel op enkele vochtige zandige plaatsen in het polderland. De drienervige zegge komt buiten de duinen vrijwel niet voor. De late zegge vindt men buiten de duinen ook wel op de drooggevallen platen in Veerse Meer en Grevelingen en hier en daar in inlagen langs de Oosterschelde.  
 
Uitgebreid plantengeslacht, waarvan in Zeeland ca. 17 soorten voorkomen. Men vindt deze soorten in zeer uiteenlopende milieutypen. Het meest algemeen zijn de zeggen van moerassen en drassige plaatsen. Hieronder is de valse voszegge (C. otrúbae) weer het meest algemeen. Deze soort komt in geheel Zeeland algemeen voor in drassige graslanden en slootkanten. In een vergelijkbare omgeving, maar uitsluitend zoet, groeit de cyperzegge (C. pseudocýperus). Deze komt in Zeeland plaatselijk voor in de binnenduinrand en in de Zak van Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen. Het is echter zeker géén algemene plant. Iets dergelijks geldt ook voor de tweerijige zegge (C. dísticha). Enkele andere soorten van zoete of zwak brakke moerassen zijn de oeverzegge (C. ripária), de moeraszegge (C. acutifórmis) en de scherpe zegge (C. acúta). Deze soorten groeien hoofdzakelijk in rietlanden en plaatselijk ook wel in slootkanten en drinkputten. Zij mijden echter de zilte poelgebieden. Van bovengenoemde soorten komt de oeverzegge het meest voor. In vochtige zilte graslanden komen de zilte zegge (C. dístans) en veel zeldzamer de gestrekte zegge (C. exténsa) voor. Deze laatste soort is o.a. bekend van de drooggevallen platen in de Grevelingen en enkele inlagen langs Ooster- en Westerschelde. Daarbuiten ontbreekt zij. De duintjes langs de Oosterschelde nabij Woensdrecht zijn een van de weinige groeiplaatsen in Nederland van de gestippelde zegge (C. punctáta). Op vochtige grazige plaatsen in de duinen vindt men een drietal soorten: de gewone zegge (C. nígra), de nauwverwante drienervige zegge (C. trinérvis) en de late zegge (C. serótina). De gewone zegge vindt men ook wel op enkele vochtige zandige plaatsen in het polderland. De drienervige zegge komt buiten de duinen vrijwel niet voor. De late zegge vindt men buiten de duinen ook wel op de drooggevallen platen in Veerse Meer en Grevelingen en hier en daar in inlagen langs de Oosterschelde. In de bossen van de Schouwse binnenduinrand en op enkele vochtige schrale plaatsen in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied groeit de ijle zegge (C. remóta). Op plaatsen met een wisselende grondwaterstand of anderszins gestoorde milieuomstandigheden vindt men de ruige zegge (C. hírta). Deze soort komt in geheel Zeeland algemeen voor. Diverse zegge-soorten groeien op droge, al dan niet schrale, grond. Het meest algemeen is wellicht de zeegroene zegge (C. flácca). Deze vindt men vooral op open kalkrijke of kalkhoudende zandige grond, bijv. in bermen van recent aangelegde wegen e.d. Deze soort komt door geheel Zeeland voor, zij het nergens algemeen. Een tweede soort van grazige grond is de stekelzegge (C. spicáta). Deze groeit hoofdzakelijk in meer gesloten vegetaties, m.n. op dijken, van rietzwenkgras en Frans raaigras. Ook deze soort komt door de gehele provincie Zeeland voor. In de duinen en op enkele zandige plaatsen in het polderland (bijv. spoordijken en emplacementen) groeit de zandzegge (C. arenária). Op de meeste plaatsen in het polderland ontbreekt deze soort echter. Een laatste soort van droge schrale grond is de hazezegge (C. ovális). Deze komt plaatselijk voor in de duinen en in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied.
 
 
= AUTEUR =
= A.M.M. van Haperen =


In de bossen van de Schouwse binnenduinrand en op enkele vochtige schrale plaatsen in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied groeit de ijle zegge (C. remóta). Op plaatsen met een wisselende grondwaterstand of anderszins gestoorde milieuomstandigheden vindt men de ruige zegge (C. hírta). Deze soort komt in geheel Zeeland algemeen voor. Diverse zegge-soorten groeien op droge, al dan niet schrale, grond. Het meest algemeen is wellicht de zeegroene zegge (C. flácca). Deze vindt men vooral op open kalkrijke of kalkhoudende zandige grond, bijv. in bermen van recent aangelegde wegen e.d. Deze soort komt door geheel Zeeland voor, zij het nergens algemeen. Een tweede soort van grazige grond is de stekelzegge (C. spicáta). Deze groeit hoofdzakelijk in meer gesloten vegetaties, m.n. op dijken, van rietzwenkgras en Frans raaigras. Ook deze soort komt door de gehele provincie Zeeland voor. In de duinen en op enkele zandige plaatsen in het polderland (bijv. spoordijken en emplacementen) groeit de zandzegge (C. arenária). Op de meeste plaatsen in het polderland ontbreekt deze soort echter. Een laatste soort van droge schrale grond is de hazezegge (C. ovális). Deze komt plaatselijk voor in de duinen en in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied.


==Auteur==
A.M.M. van Haperen


[[category:flora]]
[[category:flora]]

Versie van 14 okt 2024 13:23

Zegge (cárex)

Zegge

Uitgebreid plantengeslacht, waarvan in Zeeland ca. 17 soorten voorkomen. Men vindt deze soorten in zeer uiteenlopende milieutypen. Het meest algemeen zijn de zeggen van moerassen en drassige plaatsen. Hieronder is de valse voszegge (C. otrúbae) weer het meest algemeen. Deze soort komt in geheel Zeeland algemeen voor in drassige graslanden en slootkanten. In een vergelijkbare omgeving, maar uitsluitend zoet, groeit de cyperzegge (C. pseudocýperus). Deze komt in Zeeland plaatselijk voor in de binnenduinrand en in de Zak van Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen. Het is echter zeker géén algemene plant. Iets dergelijks geldt ook voor de tweerijige zegge (C. dísticha). Enkele andere soorten van zoete of zwak brakke moerassen zijn de oeverzegge (C. ripária), de moeraszegge (C. acutifórmis) en de scherpe zegge (C. acúta). Deze soorten groeien hoofdzakelijk in rietlanden en plaatselijk ook wel in slootkanten en drinkputten. Zij mijden echter de zilte poelgebieden. Van bovengenoemde soorten komt de oeverzegge het meest voor. In vochtige zilte graslanden komen de zilte zegge (C. dístans) en veel zeldzamer de gestrekte zegge (C. exténsa) voor. Deze laatste soort is o.a. bekend van de drooggevallen platen in de Grevelingen en enkele inlagen langs Ooster- en Westerschelde. Daarbuiten ontbreekt zij. De duintjes langs de Oosterschelde nabij Woensdrecht zijn een van de weinige groeiplaatsen in Nederland van de gestippelde zegge (C. punctáta). Op vochtige grazige plaatsen in de duinen vindt men een drietal soorten: de gewone zegge (C. nígra), de nauwverwante drienervige zegge (C. trinérvis) en de late zegge (C. serótina). De gewone zegge vindt men ook wel op enkele vochtige zandige plaatsen in het polderland. De drienervige zegge komt buiten de duinen vrijwel niet voor. De late zegge vindt men buiten de duinen ook wel op de drooggevallen platen in Veerse Meer en Grevelingen en hier en daar in inlagen langs de Oosterschelde.

In de bossen van de Schouwse binnenduinrand en op enkele vochtige schrale plaatsen in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied groeit de ijle zegge (C. remóta). Op plaatsen met een wisselende grondwaterstand of anderszins gestoorde milieuomstandigheden vindt men de ruige zegge (C. hírta). Deze soort komt in geheel Zeeland algemeen voor. Diverse zegge-soorten groeien op droge, al dan niet schrale, grond. Het meest algemeen is wellicht de zeegroene zegge (C. flácca). Deze vindt men vooral op open kalkrijke of kalkhoudende zandige grond, bijv. in bermen van recent aangelegde wegen e.d. Deze soort komt door geheel Zeeland voor, zij het nergens algemeen. Een tweede soort van grazige grond is de stekelzegge (C. spicáta). Deze groeit hoofdzakelijk in meer gesloten vegetaties, m.n. op dijken, van rietzwenkgras en Frans raaigras. Ook deze soort komt door de gehele provincie Zeeland voor. In de duinen en op enkele zandige plaatsen in het polderland (bijv. spoordijken en emplacementen) groeit de zandzegge (C. arenária). Op de meeste plaatsen in het polderland ontbreekt deze soort echter. Een laatste soort van droge schrale grond is de hazezegge (C. ovális). Deze komt plaatselijk voor in de duinen en in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied.

Auteur

A.M.M. van Haperen