Marinus Flipse: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 8: | Regel 8: | ||
| overlijdensplaats = Rotterdam | | overlijdensplaats = Rotterdam | ||
| beroep = Pianist | | beroep = Pianist | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/19868240 Marinus Flipse] | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:marinusflipse.png|thumb|left|200px|Marinus Flipse, bron: [http://www.krantenbankzeeland.nl Provinciale Zeeuwse Courant, 22 juni 1961]] | [[Bestand:marinusflipse.png|thumb|left|200px|Marinus Flipse, bron: [http://www.krantenbankzeeland.nl Provinciale Zeeuwse Courant, 22 juni 1961]] |
Versie van 23 feb 2021 13:35
Marinus Flipse | |
---|---|
Geboren | 1908 Wissenkerke |
Overleden | 6 april 1997 Rotterdam |
Beroep | Pianist |
VIAF | Marinus Flipse |
De pianist Marinus Flipse was de jongere broer van dirigent Eduard Flipse. Hij kreeg pas na zijn dood een herwaardering voor de pianostukken die hij had gespeeld, was onder meer erevoorzitter van het Eduard Flipse-Concours en toerde enige jaren als begeleider van de violist Thibaud.
Jeugd
Marinus Flipse werd in 1908 geboren in Wissenkerke, als de zoon van Cornelis Flipse. Zijn familie was zeer muzikaal. De broer van Marinus, Eduard Flipse, werd bekend als dirigent, maar hij verweet Eduard niet dat hij in zijn schaduw stond. Integendeel, Marinus opperde dat zijn broer juist de reden voor zijn eigen carrière was geweest. Eduard financierde de opleiding van Marinus en hij raadde hem aan in het buitenland te studeren om zijn horizon te verbreedden. Als Eduard op verlof was, van militaire dienst, gaf hij zijn broer pianolessen. Ook onderwees hij Marinus muziektheorie.
Zijn vader zag Marinus liefst muziekleraar worden. Het was diens bedoelings dat Marinus zijn plaats zou innemen achter het orgel, als hijzelf niet in de gelegenheid was om te spelen. Zijn vader was een aardig persoon, hield van kunst en was vrij religieus. In Wissenkerke was het desalnietemin bekend dat hij goed kon schelden, bijvoorbeeld als zijn zoon Marinus per ongeluk een psalm verkeerd had getransponeerd. Dan zeiden de mensen van het dorp
Marinus speelde in de harmonie Apollo, net als zijn broer. Eerst speelde hij piccolo, daarna klarinet. Op de basisschool kreeg hij Franse les, net zoals zijn broer, driemaal per week, vroeg in de ochtend. Later in zijn leven zouden deze lessen van pas komen.
Studie in Wenen en Parijs
Ook al is hij thans niet zo bekend, Flipse was een van de voornaamste pianisten in Nederland in de wederopbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog. Ook in het buitenland was hij populair als solist, begeleider en als ‘bonhomme’. Tot 1992 was hij vice-president van het ‘Eduard Flipse-Concours (genaamd naar zijn 12-jaar-oudere broer). Op 17-jarige leeftijd ging hij naar Parijs, waarna hij naar Wenen ging om piano-onderwijs te krijgen van Alfred Cortot en Paul Weingarten. In 1931 debuteerde hij bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, gedirigeerd door Eduard Flipse. Hij trad op met dit orkest tot 1973. Twee seizoenen lang studeerde hij in Wenen bij Emil Von Sauer, een student van Liszt, en hier leerde Marinus vele technieken.
De pianoklas bestond uit veertien studenten. Vanaf de eerste les moesten ze voor elkaar spelen en elkaar kritiek geven. Marinus kreeg piano-oefeningen bedacht bij Liszt en hij leerde licht te spelen en zijn vingers onafhankelijk van elkaar te bewegen. Ook ontving Marinus lessen van Humbert, in Genève, die erg inspirerend geweest was volgens Marinus. Hij keerde meerde keren terug naar Nederland om piano te spelen en geld te verdienen. Hij solliciteerde voor een baan bij het Rotterdams Philharmonisch orkest om te spelen bij een concert van Bach. Een jaar later trad hij op als solist in het Piano concert van Grieg. Begin jaren dertig, samen met het Concertgebouworkest, introduceerde hij het piano concert van Delius in Nederland.
Tijd met Thibaud
Samen met zijn broer woonde hij in Rotterdam. Daar ontmoette hij bekende muzikanten en Marinus kreeg de taak om ze te begeleiden. Verschillende violisten stelden dat hij de perfecte begeleider was. Langzaam wende hij aan het beroep. Via een vriend die hij kende van zijn periode in Zwitserland ontmoette hij violist Jacques Thibaud. Thibaud zei dat hij al met Eduard gesproken had en dat hij ervan overtuigd was dat Marinus goede piano kwaliteiten bezat. Gedurende zeven jaar werkte hij als begeleider van Thibaud. Ze reisden erg veel en hun optredens waren een succes. Marinus genoot ervan Thibaud te begeleiden aangezien hij een prachtig vioolgeluid had, ofschoon hij wist dat Thibaud het niet leuk vond om te oefenen. Thibaud vond Marinus erg aardig. Zo stuurde hij zijn vrouw een telegram met de tekst: ‘Marinus merveilleux’. Flipse vergezelde Thibaud naar ieder optreden, behalve naar de optredens in Japan. Marinus kon niet meegaan aangezien het ministerie van Den Haag hem op hetzelfde moment een toer door Indonesië aanbood. Achteraf gezien had hij enorm veel geluk niet in hetzelfde vliegtuig te hebben gezeten als Thibaud, want het vliegtuig stortte neer en Thibaud kwam om het leven. Marinus ontmoette Henryck Szeryng tijdens een toer met Thibaud in Mexcio. Ze genoten ervan samen muziek te maken. Jaren later ontmoetten ze elkaar opnieuw en ze besloten samen op te treden.
Waardering
In Nederland is Marinus Flipse ondergewaardeerd. Hij speelde pianoconcerten van onder andere Johanna Bordewijk-Roepman, zij droeg pianoconcert in As aan Flipse op, Oscar van Hemel en solo piano stukken van Alexander Voormolen. Vooral zijn ‘Tableaux des Pay-Bas’ werd goed ontvangen in het buitenland. Hij voerde zijn concertstukken enkel eenmalig uit, met uitzondering van de ‘Van Hemel’. Hij trad regelmatig op met zijn broer, bijvoorbeeld tijdens de Zeeuwse Dagen te Gent in 1950. Marinus trad hier op als solo pianist. Hij speelde het Allegro affettuoso, Intermezzo en de Finale van het piano concert in a mineur, van Robert Schumann. In 1961 werkte hij samen met het Deltaconcert van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, dat door zijn broer gedirigeerd werd.
Hij trad op als solist in Beethoven zijn derde piano concert. Lang hierna erkende het publiek hem vanwege de uitvoering van dit stuk. Na de oorlog werd het Marinus een tijd lang verboden om op te treden, omdat hij tijdens de oorlog optredens had verzorgd voor de Duitse bezetter. Hierna begon zijn indrukwekkende carrière. Hij speelde samen met alle Nederlandse orkesten. Hij trad op in legendarische concertzalen, samen met bekende violisten als Jacques Thibaud en Henryk Szferyng. Ook trad hij op met de violisten Herman Krebbers en Theo Olof en met de cellist Samuel Brill. Net als zijn broeder ontving hij de titels ‘Ridder in de orde van Oranje-Nassau’ en ‘Chevalier de mérite culturel et artistique français’. Deze laatste ontving hij in 1966 voor het uitvoeren van werken van componisten als Saint-Saëns, Milhaud and Roussel.
Hij was vooral bekend voor het uitvoeren van Franse impressionistische en moderne Nederlandse muziek. Ook speelde hij romantische en klassieke stukken. In 1938 ontving hij de Prix Roussel. Bovendien kreeg hij de ‘Erasmusspeld’ van de gemeente Rotterdam en werd hij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij toerde door België, Frankrijk, Italië, De Baltische Staten, Finland en Zweden. Hier werd hij met groot enthousiasme ontvangen en hij werd teruggevraagd. Hij maakte opnames voor Philips en Telefunken. In 1946-’47, 1947-’48 en 1948-’49, toerde hij door Noord en Zuid-Amerika samen met Thibaud.
Optreden als solist
Als solist speelde hij de stukken uit zijn hoofd en als begeleider speelde hij enkel vanaf bladmuziek. Volgens Marinus diende een goed begeleider bekend te zijn met het beroep; men hoorde de piano uitstekend te kunnen bespelen. Bovendien moest een adequaat begeleider bekwaam zijn te luisteren en zich in te leven in de persoon die hij of zij begeleidde. Marinus stelde dat, met echte muzikanten, men kan spelen zonder te oefenen. Men kon ver komen zolang de muziek uit het hart kwam en niet te streng was.
Op 75-jarige leeftijd was Marinus nog steeds actief als muzikant. Vijf jaar later verbood de dokter hem op te treden. Marinus genoot er niet van om enkel voor zichzelf te spelen. Zijn hele leven werkte hij aan het perfectioneren van de muzikale stukken die hij studeerde. Op 80-jarige leeftijd was dit niet meer nodig. Hij luisterde liever naar muziek, vooral naar Brendel en Alicia de Larrocha Fenomenaal. Hij claimde dat het reizen datgene was dat hij het meeste miste. In 1997 stierf Marinus Flipse, op 88-jarige leeftijd.
Auteur
-Ilona Bierbooms (UCR), 2012
Bronnen
- Eduard Flipse [Documentatiemap, Zeeuwse Bibliotheek.]
- Marinus Flipse, 'Groot pianist overlijdt in betrekkelijke anonimiteit', in: de Volkskrant, 9 april 1997.
- Rozendaal, E. J., Zeeuwse Pianist Marinus Flipse (88) overleden, in: PZC, 8 april 1997.
- Suèr, H., ‘Marinus Flipse’, in : De Tijd (5 augustus 1988).
- Valk, T. v.d., Interview: Marinus Flipse (80) alles behalve oud… , in: Pianowereld, jrg. 4/nr 5 (5 oktober 1988).
- Zeeuwse dagen te Gent. (1950). Maandag 9 oktober 1950 te 19 u 30 in de Koninklijke Opera: luisterrijk galaconcert door het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest onder leiding van Eduard Flipse met solistische medewerking van Marinus Flipse, klavier, 8p.