Marinus Bastiaan Jung: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 8: | Regel 8: | ||
| overlijdensplaats = Groede | | overlijdensplaats = Groede | ||
| beroep = Onderwijzer | | beroep = Onderwijzer | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/280834104 Marinus Bastiaan Jung] | ||
}} | }} | ||
Onderwijzer. Werd voor onderwijzer opgeleid en in 1816 belast met het onderwijs in het Burgerweeshuis. In 1819 werd hij benoemd tot ondermeester te Grijpskerke, in 1823 te Middelburg, waarna hij 1 april 1823 de betrekking van hoofdonderwijzer te Groede aanvaardde. In april 1858 deed hij nog met lof examen in de wis- en natuurkunde. Hij heeft de volgende niet onverdienstelijke leerboeken geschreven: ‘Handleiding tot redekundig ontleden’ (Leiden, 1837), ‘Beginselen der wiskundige aardrijkskunde’ (Leiden, 1838), ‘Beginselen der algemeene rekenkunde’ (Leiden 1839-1841,3 delen), ‘Handleiding voor de wijnroei en peilkunde; voornamelijk in het werkdadige dezer wetenschap’ (Leiden, 1842). | Onderwijzer. Werd voor onderwijzer opgeleid en in 1816 belast met het onderwijs in het Burgerweeshuis. In 1819 werd hij benoemd tot ondermeester te Grijpskerke, in 1823 te Middelburg, waarna hij 1 april 1823 de betrekking van hoofdonderwijzer te Groede aanvaardde. In april 1858 deed hij nog met lof examen in de wis- en natuurkunde. Hij heeft de volgende niet onverdienstelijke leerboeken geschreven: ‘Handleiding tot redekundig ontleden’ (Leiden, 1837), ‘Beginselen der wiskundige aardrijkskunde’ (Leiden, 1838), ‘Beginselen der algemeene rekenkunde’ (Leiden 1839-1841,3 delen), ‘Handleiding voor de wijnroei en peilkunde; voornamelijk in het werkdadige dezer wetenschap’ (Leiden, 1842). |
Versie van 7 dec 2020 08:40
Marinus Bastiaan Jung | |
---|---|
Geboren | 1 maart 1798 Middelburg |
Overleden | 4 maart 1862 Groede |
Beroep | Onderwijzer |
VIAF | Marinus Bastiaan Jung |
Onderwijzer. Werd voor onderwijzer opgeleid en in 1816 belast met het onderwijs in het Burgerweeshuis. In 1819 werd hij benoemd tot ondermeester te Grijpskerke, in 1823 te Middelburg, waarna hij 1 april 1823 de betrekking van hoofdonderwijzer te Groede aanvaardde. In april 1858 deed hij nog met lof examen in de wis- en natuurkunde. Hij heeft de volgende niet onverdienstelijke leerboeken geschreven: ‘Handleiding tot redekundig ontleden’ (Leiden, 1837), ‘Beginselen der wiskundige aardrijkskunde’ (Leiden, 1838), ‘Beginselen der algemeene rekenkunde’ (Leiden 1839-1841,3 delen), ‘Handleiding voor de wijnroei en peilkunde; voornamelijk in het werkdadige dezer wetenschap’ (Leiden, 1842).
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013
Literatuur
- Nagtglas, Levensberichten.