Alexander Francois Sifflé: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{InfoboxPersoon | {{InfoboxPersoon | ||
| afbeelding = [[Bestand:Siffle.jpg| | | afbeelding = [[Bestand:Siffle.jpg|250px]] | ||
| naam = Alexander Francois Sifflé | | naam = Alexander Francois Sifflé | ||
| onderschrift = Verkoping van o.a. boeken over Zeeland gedeeltelijk nagelaten door P. Rekker, J.v.d. Graft en A.F. Sifflé, Collectie Affiches ZB, Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, nr. 1778 | | onderschrift = Verkoping van o.a. boeken over Zeeland gedeeltelijk nagelaten door P. Rekker, J.v.d. Graft en A.F. Sifflé, Collectie Affiches ZB, Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, nr. 1778 | ||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/] | ||
}} | }} | ||
==Biografie== | |||
Promoveerde 1825 te Leiden in de rechten (zonder de universiteit te hebben bezocht); volgde 1828 zijn vader op als notaris; oprichter en hoofdredacteur van het oppositieblad De Zeeuwsche Courant (1848); medewerker aan vele periodieken. Zijn poëzie, door velen gewaardeerd, door anderen, onder andere in Braga (Sifflé wil steeds sifflé zijn) gehekeld, verscheen in de bundels Gedichten (1825); Nieuwe gedichten (1844; 2 dln.) en Herfstbloemen (1861). Voor het toneel schreef hij Albrecht Beuling (1831); Filips van Egmont, of het verijdeld verraad (1832); Godefried en Gisla (1833) en Antigone (1836). Zijn verhandeling Over de taalstelsels van Siegenbeek en Bilderdyk werd door het Letterkundig genootschap te Brugge bekroond (1827), die Over het gebruik van min regelmatige rijmwoorden, door Teylers genootschap (1828). | Promoveerde 1825 te Leiden in de rechten (zonder de universiteit te hebben bezocht); volgde 1828 zijn vader op als notaris; oprichter en hoofdredacteur van het oppositieblad De Zeeuwsche Courant (1848); medewerker aan vele periodieken. Zijn poëzie, door velen gewaardeerd, door anderen, onder andere in Braga (Sifflé wil steeds sifflé zijn) gehekeld, verscheen in de bundels Gedichten (1825); Nieuwe gedichten (1844; 2 dln.) en Herfstbloemen (1861). Voor het toneel schreef hij Albrecht Beuling (1831); Filips van Egmont, of het verijdeld verraad (1832); Godefried en Gisla (1833) en Antigone (1836). Zijn verhandeling Over de taalstelsels van Siegenbeek en Bilderdyk werd door het Letterkundig genootschap te Brugge bekroond (1827), die Over het gebruik van min regelmatige rijmwoorden, door Teylers genootschap (1828). | ||
Versie van 20 apr 2021 06:59
Alexander Francois Sifflé | |
---|---|
Verkoping van o.a. boeken over Zeeland gedeeltelijk nagelaten door P. Rekker, J.v.d. Graft en A.F. Sifflé, Collectie Affiches ZB, Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, nr. 1778 | |
Geboren | 11 mei 1801 Middelburg |
Overleden | 7 oktober 1872 Middelburg |
Beroep | Notaris en schrijver |
VIAF | [1] |
Biografie
Promoveerde 1825 te Leiden in de rechten (zonder de universiteit te hebben bezocht); volgde 1828 zijn vader op als notaris; oprichter en hoofdredacteur van het oppositieblad De Zeeuwsche Courant (1848); medewerker aan vele periodieken. Zijn poëzie, door velen gewaardeerd, door anderen, onder andere in Braga (Sifflé wil steeds sifflé zijn) gehekeld, verscheen in de bundels Gedichten (1825); Nieuwe gedichten (1844; 2 dln.) en Herfstbloemen (1861). Voor het toneel schreef hij Albrecht Beuling (1831); Filips van Egmont, of het verijdeld verraad (1832); Godefried en Gisla (1833) en Antigone (1836). Zijn verhandeling Over de taalstelsels van Siegenbeek en Bilderdyk werd door het Letterkundig genootschap te Brugge bekroond (1827), die Over het gebruik van min regelmatige rijmwoorden, door Teylers genootschap (1828).
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
P.J. Meertens
Literatuur
- Nagtglas, Levensberichten.