Henricus Hezius

Hezius, Henricus

(Land van Waas begin 17e eeuw - Gent 1 juli 1676). Priester.

Studeerde theologie te Leuven en was pastoor-deken van Hulst, toen Frederik Hendrik deze stad veroverde (5 november 1645). Wereldgeestelijken mochten volgens een resolutie van 9 december 1645 in de stad blijven wonen, mits zij zich strikt aan de plakkaten op "t stuck van Paepsche Geestelijckheit' zouden houden. Ze mochten zelfs hun bezittingen houden en geld van ouders, vrienden en kennissen aannemen. De Staten vonden een paar jaar later echter dat de priesters zich niet aan de voorschriften gehouden hadden en trokken de resolutie kan 9 december 1645 in, wat betekende, dat alle katholieke geestelijken onverwijld moesten vertrekken. Deken Hezius vertrok naar Stekene. Van daaruit verzorgde hij zo goed mogelijk de achtergebleven parochie. Voornamelijk te Clinge kwamen zijn parochianen bijeen om de H. mis bij te wonen en de sacramenten

te ontvangen. Er ontstond een druk zondagsverkeer tussen de stad en Clinge. Op 17 juli 1648 schreef de bisschop van Gent aan Hezius dat hij bij deze gelegenheid voorzichtig en in stilte moest handelen om vooral geen aanstoot te geven. In 1652 werd Hezius tot kanunnik van St.-Baafs te Gent benoemd en in 1664 of 1668 tot aartsdiaken.

AUTEUR

C.P.M. Holtkamp, gecontroleerd redactie 2013

LITERATUUR

P.J. Brand, De Geschiedenis van Hulst, 274 en 275.

N.N.B.W. VI.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

(Land van Waas begin 17e eeuw - Gent 1 juli 1676). Priester. Studeerde theologie te Leuven en was pastoor deken kan Hulst, toen Frederik Hendrik deze stad veroverde (5 november 1645). Wereldgeestelijken mochten volgens een resolutie van 9 december 1645 in de stad blijven wonen, mits zij zich strikt aan de plakkaten op "t stuck van Paepsche Geestelijckheit' zouden houden. Ze mochten zelfs hun bezittingen houden en geld van ouders, vrienden en kennissen aannemen. De Staten vonden een paar jaar later echter dat de priesters zich niet aan de voorschriften gehouden hadden en trokken de resolutie kan 9 december 1645 in, wat betekende, dat alle katholieke geestelijken onverwijld moesten vertrekken. Deken Hezius vertrok naar Stekene. Van daaruit verzorgde hij zo goed mogelijk de achtergebleven parochie. Voornamelijk te Clinge kwamen zijn parochianen bijeen om de H. mis bij te wonen en de sacramenten te ontvangen. Er ontstond een druk zondagsverkeer tussen de stad en Clinge. Op 17 juli 1648 schreef de bisschop van Gent aan Hezius dat hij bij deze gelegenheid voorzichtig en in stilte moest handelen om vooral geen aanstoot te geven. In 1652 werd Hezius tot kanunnik van St.-Baafs te Gent benoemd en in 1664 of '68 tot aartsdiaken.