Andries Magielse: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
W. van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/]
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/]
}}
}}
Waterbouwkundige. Kwam in maart 1826 op het kantoor van de opzichter van de waterstaat te Goes (toen de Lannée de Bétrancourt). Sedert 1832 dijkbaas bij de watering Hoedekenskerke. Werd in 1834 benoemd tot opzichter van Rijkswaterstaat en als zodanig in 1835 overgeplaatst naar het bureau van de inspecteur te Middelburg (toen Pieter van Diggelen). Had hier een belangrijk aandeel in de bedijkingsontwerpen van o.a. de Hollaerepolder, de Onrust polder, de Cramerspolder en de Sebastiaan de Langepolder. In 1859 gaf hij met zijn ambtgenoot J.J. Brandt een uitstekende overzichtskaart van Zeeland uit (schaal 1:80.000) die echter spoedig werd achterhaald door de publicatie van de Topografische kaart. Hij was bestuurder van de Industrieschool en de Tekenacademie, secretaris van het Natuurkundig gezelschap, lid van de [[Maatschappij]] V.W. In 1862 werd hij lid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. In het Archief van het Zeeuwsch Genootschap 1866 werd zijn verhandeling 'Middel van stroomafleiding tot ontzet der aangevallen oevers in Zeeland' opgenomen, met welk middel het aanbrengen van dammen aan de overzijde van de aangevallen oevers bedoeld werd (door J.F.W. Conrad indiens 'Waterbouwkundige aanteekeningen' weerlegd). Sedert 1867 maakte hij deel uit van de Middelburgse gemeenteraad.
Waterbouwkundige. Kwam in maart 1826 op het kantoor van de opzichter van de waterstaat te Goes (toen de Lannée de Bétrancourt). Sedert 1832 dijkbaas bij de watering Hoedekenskerke. Werd in 1834 benoemd tot opzichter van Rijkswaterstaat en als zodanig in 1835 overgeplaatst naar het bureau van de inspecteur te Middelburg (toen Pieter van Diggelen). Had hier een belangrijk aandeel in de bedijkingsontwerpen van o.a. de Hollaerepolder, de Onrust polder, de Cramerspolder en de Sebastiaan de Langepolder. In 1859 gaf hij met zijn ambtgenoot J.J. Brandt een uitstekende overzichtskaart van Zeeland uit (schaal 1:80.000) die echter spoedig werd achterhaald door de publicatie van de Topografische kaart. Hij was bestuurder van de Industrieschool en de Tekenacademie, secretaris van het Natuurkundig gezelschap, lid van de Maatschappij V.W. In 1862 werd hij lid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. In het Archief van het Zeeuwsch Genootschap 1866 werd zijn verhandeling 'Middel van stroomafleiding tot ontzet der aangevallen oevers in Zeeland' opgenomen, met welk middel het aanbrengen van dammen aan de overzijde van de aangevallen oevers bedoeld werd (door J.F.W. Conrad indiens 'Waterbouwkundige aanteekeningen' weerlegd). Sedert 1867 maakte hij deel uit van de Middelburgse gemeenteraad.


==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984==
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984==

Versie van 29 okt 2020 14:30

Andries Magielse
300px
tekst
Geboren 17 februari 1813 Goes
Overleden 2 juli 1870 Middelburg
Beroep Waterbouwkundige
VIAF [1]

Waterbouwkundige. Kwam in maart 1826 op het kantoor van de opzichter van de waterstaat te Goes (toen de Lannée de Bétrancourt). Sedert 1832 dijkbaas bij de watering Hoedekenskerke. Werd in 1834 benoemd tot opzichter van Rijkswaterstaat en als zodanig in 1835 overgeplaatst naar het bureau van de inspecteur te Middelburg (toen Pieter van Diggelen). Had hier een belangrijk aandeel in de bedijkingsontwerpen van o.a. de Hollaerepolder, de Onrust polder, de Cramerspolder en de Sebastiaan de Langepolder. In 1859 gaf hij met zijn ambtgenoot J.J. Brandt een uitstekende overzichtskaart van Zeeland uit (schaal 1:80.000) die echter spoedig werd achterhaald door de publicatie van de Topografische kaart. Hij was bestuurder van de Industrieschool en de Tekenacademie, secretaris van het Natuurkundig gezelschap, lid van de Maatschappij V.W. In 1862 werd hij lid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. In het Archief van het Zeeuwsch Genootschap 1866 werd zijn verhandeling 'Middel van stroomafleiding tot ontzet der aangevallen oevers in Zeeland' opgenomen, met welk middel het aanbrengen van dammen aan de overzijde van de aangevallen oevers bedoeld werd (door J.F.W. Conrad indiens 'Waterbouwkundige aanteekeningen' weerlegd). Sedert 1867 maakte hij deel uit van de Middelburgse gemeenteraad.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

L. Hageman

Literatuur

  • Nagtglas, Levensberichten.