Rabobank: verschil tussen versies
Regel 33: | Regel 33: | ||
===Rabobank in Zeeland=== | ===Rabobank in Zeeland=== | ||
Zeeland telt meerdere vestigingen van de Rabobank en is een van de grote werkgevers in deze provincie. Er zijn Rabobank-kantoren in Middelburg, Vlissingen, Goes, Kapelle, Hulst, Terneuzen en Sluis. Het totaal aantal werknemers in deze kantoren bedraagt ongeveer 900. | Zeeland telt meerdere vestigingen van de Rabobank en is een van de grote werkgevers in deze provincie. De Zeeuwse rabobank-kantoren maken onderdeel uit van een van de drie regionale hoofdkantoren, te weten: Rabobank Oosterschelde, Rabobank Walcheren-Noord-Beveland of Rabobank-Zeeuws-Vlaanderen. Er zijn in totaal 7 Zeeuwse Rabobank-kantoren: in Middelburg, Vlissingen, Goes, Kapelle, Hulst, Terneuzen en Sluis. Het totaal aantal werknemers in deze kantoren bedraagt ongeveer 900. | ||
== Auteur == | == Auteur == |
Versie van 29 dec 2017 08:51
Rabobank |
---|
Nederlandse bank met vestigingen in heel Nederland en daarbuiten. Zeeland telt meerdere vestigingen van de Rabobank en is een van de grote werkgevers in deze provincie.
Geschiedenis van het bedrijf
Het begin
De rabobank is ontstaan uit kleine, plaatselijke boerenleenbanken, die vanaf het einde van de negentiende eeuw werden opgericht door boeren en tuinders. Deze coöperatieve banken moesten zorgen voor krediet voor de leden.
De grondlegger van dit coöperatieve landbouwkrediet is de Duitse plattelandsburgemeester Friedrich Wilhelm Raiffeisen. In de jaren zestig van de negentiende eeuw stichtte hij in het Duitse Westerwald enkele landbouwkredietverenigingen, die de boeren en handwerkslieden in de omgeving kredietmogelijkheden gaven uit de lokale spaargelden. Dit idee voor de kredietcoöperatie waaide eind 19e eeuw ook over naar Nederland. Vanaf 1895 ontstonden de eerste coöperatieve boerenleenbanken in Nederland.
Het idee sloeg aan. Op veel plaatsen op het Nederlandse platteland begonnen boeren en tuinders een boerenleenbank. Daarmee werden ze eigenaar, lid en bestuurder van de bank en waren samen verantwoordelijk. De winsten werden toegevoegd aan de reserves; een basis voor slechtere tijden.
Naar het voorbeeld van Raiffeisen, richtten de eerste Nederlandse lokale banken in 1898 twee overkoepelende organisaties op: de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank in Utrecht en de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank in Eindhoven. Deze twee organisaties fungeerden als centrale bank voor de lokale Raiffeisen- en boerenleenbanken. In mei 1972 kwam het tot een fusie tussen deze twee centrale banken: Rabobank Nederland; een coöperatie waarvan alle lokale Rabobanken lid en aandeelhouder waren.
In 1900 waren er 67 coöperatieve boerenleenbanken aangesloten bij één van de twee centrales. Op het hoogtepunt in 1955 waren dat er 1.324. Daarna daalde dat weer door lokale fusies.
Maatschappelijke veranderingen
Door maatschappelijke veranderingen in vooral de tweede helft van de 20e eeuw groeide de behoefte aan nieuwe bancaire diensten. Steeds meer burgers en bedrijven hadden behoefte aan giraal geldverkeer en openden rekeningen. Daarnaast boden banken steeds meer diensten aan zoals spaarrekeningen, hypotheken, leningen, beleggingen en verzekeringen. Zakelijke klanten werden daarnaast steeds vaker bedrijfsfinanciering, leasing en verzekeringen aangeboden.
In de jaren zestig openden de Raiffeisen- en Boerenleenbanken steeds vaker bijkantoren in de grote steden en nieuwbouwwijken. Na de komst van de pin- en betaalautomaten in de jaren tachtig en later het internetbankieren (na 2000) verminderde het aantal bankbezoeken. Mede hierdoor zou ook het aantal bankkantoren verminderen. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe vormen van klantcontact, afgestemd op de zakelijke en particuliere klant.
Internationale speler
Vanaf begin jaren tachtig is de Rabobank geleidelijk een internationale bank geworden. In de jaren tachtig opende de Rabobank kantoren in belangrijke financiële centra en volgden er overnames van banken in agrarische gebieden, zoals in de Verenigde Staten (Californië) en Australië. De focus ligt (nog steeds) op de food- en agro business.
Fusie
Op 1 januari 2016 veranderde de coöperatieve structuur en fuseerden de toen 106 lokale Rabobanken en Rabobank Nederland tot één bank met één bankvergunning. Door de fusie is er ook een nieuwe governance-structuur vastgesteld, met als doel het versterken van de coöperatie en het bankbedrijf van de Rabobank.
Rabobank in Zeeland
Zeeland telt meerdere vestigingen van de Rabobank en is een van de grote werkgevers in deze provincie. De Zeeuwse rabobank-kantoren maken onderdeel uit van een van de drie regionale hoofdkantoren, te weten: Rabobank Oosterschelde, Rabobank Walcheren-Noord-Beveland of Rabobank-Zeeuws-Vlaanderen. Er zijn in totaal 7 Zeeuwse Rabobank-kantoren: in Middelburg, Vlissingen, Goes, Kapelle, Hulst, Terneuzen en Sluis. Het totaal aantal werknemers in deze kantoren bedraagt ongeveer 900.
Auteur
W. van Gorsel, 2017