Johannes Goedaert: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 11: | Regel 11: | ||
}} | }} | ||
== Biografie == | == Biografie == | ||
[[Bestand:Goedaert_004.jpg|thumb|left| | [[Bestand:Goedaert_004.jpg|thumb|left|350px|Gezicht over Walcheren vanaf de duinen achter kasteel Westhove, fotolitho in kleur, collectie KZGW, ZI II, 004]] | ||
Johannes Goedaert woonde aan het Molenwater in Middelburg. Op 14 mei 1635 vond Goedaert op een brandnetel een rups en kweekte deze thuis op met brandnetelbladeren; 11 juni veranderde de rups in een pop, waaruit 19 dagen later een vlinder kwam, die hij 'pauwoog' noemde (nu: dagpauwoog, Nymphalis). Met waterverf beeldde hij rups, pop en vlinder af. Tot zijn dood toe heeft hij ruim 150 van zulke reeksen waarnemingen beschreven en in kleuren afgebeeld, niet slechts van vlinders, maar ook van muggen, vliegen en kevers. Zijn bevindingen publiceerde hij in drie deeltjes met handgekleurde illustraties; dit inkleuren deed hij desgewenst op verzoek zelf. Samen met waarnemingen van de metamorfose van de insecten verzorgde hij zodoende vele insecten van een Nederlandse naam. Reeds eerder hadden schilders geduldige aandacht voor insecten gehad. Nieuw was het inzicht, dat ieder insect een stadium in een individuele ontwikkelingsgang was. Nieuw was ook de zienswijze van Goedaert en zijn theologische medeschrijver, de predikant Johannes de Mey, insecten als wonderen Gods te zien in plaats van louter als onnut of lastig ‘fenyn’(ongedierte). Van beroep was Goedaert schilder. Behalve insecten beeldde hij af een Chinese vaas met bloemen (in de trant van de Bosschaerts en hun opvolgers), maar ook (in tekeningen en schilderijen) echt Walcherse landschappen met een boerenwoning en schuur (de boer ploegt met een span paarden of rijdt uit in een wagen), bomen, die door de zeewind geleden hebben, percelen land door heggen omzoomd, torens in de verte. | Johannes Goedaert woonde aan het Molenwater in Middelburg. Op 14 mei 1635 vond Goedaert op een brandnetel een rups en kweekte deze thuis op met brandnetelbladeren; 11 juni veranderde de rups in een pop, waaruit 19 dagen later een vlinder kwam, die hij 'pauwoog' noemde (nu: dagpauwoog, Nymphalis). Met waterverf beeldde hij rups, pop en vlinder af. Tot zijn dood toe heeft hij ruim 150 van zulke reeksen waarnemingen beschreven en in kleuren afgebeeld, niet slechts van vlinders, maar ook van muggen, vliegen en kevers. Zijn bevindingen publiceerde hij in drie deeltjes met handgekleurde illustraties; dit inkleuren deed hij desgewenst op verzoek zelf. Samen met waarnemingen van de metamorfose van de insecten verzorgde hij zodoende vele insecten van een Nederlandse naam. Reeds eerder hadden schilders geduldige aandacht voor insecten gehad. Nieuw was het inzicht, dat ieder insect een stadium in een individuele ontwikkelingsgang was. Nieuw was ook de zienswijze van Goedaert en zijn theologische medeschrijver, de predikant Johannes de Mey, insecten als wonderen Gods te zien in plaats van louter als onnut of lastig ‘fenyn’(ongedierte). Van beroep was Goedaert schilder. Behalve insecten beeldde hij af een Chinese vaas met bloemen (in de trant van de Bosschaerts en hun opvolgers), maar ook (in tekeningen en schilderijen) echt Walcherse landschappen met een boerenwoning en schuur (de boer ploegt met een span paarden of rijdt uit in een wagen), bomen, die door de zeewind geleden hebben, percelen land door heggen omzoomd, torens in de verte. | ||
Versie van 23 dec 2016 14:31
Johannes Goedaert | |
---|---|
Johannes Goedaert, kopergravure van R. Persijn, collectie KZGW, ZI IV, nr. 0396 | |
Geboren | ged. 19 maart 1617 Middelburg |
Overleden | begr. 15 januari 1668 Middelburg |
Beroep | kunstschilder en entomoloog |
VIAF | J. Goedaert |
Biografie
Johannes Goedaert woonde aan het Molenwater in Middelburg. Op 14 mei 1635 vond Goedaert op een brandnetel een rups en kweekte deze thuis op met brandnetelbladeren; 11 juni veranderde de rups in een pop, waaruit 19 dagen later een vlinder kwam, die hij 'pauwoog' noemde (nu: dagpauwoog, Nymphalis). Met waterverf beeldde hij rups, pop en vlinder af. Tot zijn dood toe heeft hij ruim 150 van zulke reeksen waarnemingen beschreven en in kleuren afgebeeld, niet slechts van vlinders, maar ook van muggen, vliegen en kevers. Zijn bevindingen publiceerde hij in drie deeltjes met handgekleurde illustraties; dit inkleuren deed hij desgewenst op verzoek zelf. Samen met waarnemingen van de metamorfose van de insecten verzorgde hij zodoende vele insecten van een Nederlandse naam. Reeds eerder hadden schilders geduldige aandacht voor insecten gehad. Nieuw was het inzicht, dat ieder insect een stadium in een individuele ontwikkelingsgang was. Nieuw was ook de zienswijze van Goedaert en zijn theologische medeschrijver, de predikant Johannes de Mey, insecten als wonderen Gods te zien in plaats van louter als onnut of lastig ‘fenyn’(ongedierte). Van beroep was Goedaert schilder. Behalve insecten beeldde hij af een Chinese vaas met bloemen (in de trant van de Bosschaerts en hun opvolgers), maar ook (in tekeningen en schilderijen) echt Walcherse landschappen met een boerenwoning en schuur (de boer ploegt met een span paarden of rijdt uit in een wagen), bomen, die door de zeewind geleden hebben, percelen land door heggen omzoomd, torens in de verte.
Goedaert werd op 15 januari 1668 begraven in de Nieuwe kerk in Middelburg.
Publicaties
Auteur
-P.J. v.d. Feen
Literatuur
- Snelleman, Goedaert, 203-312.
- Snellen v. Vollenhoven, Goedaert, 307-318.
- Nagtglas, Levensberichten.
- Teirlinck, Goedaert, 132-166.
- Bodenheimer, Entomologie, I. 388-396; II, 368-372.
- Van Regieren Altena, Goedaert, 269-274.
- Schierbeek, Schouwburg, 122-127.
- Van der Velde, Goedaert, 213-226.
- Kruseman, The editions, 46-48.
- Bol, Brueghel-groep IX, 1-9.
- Zeeland in de beeldende kunst der Lage Landen, 36-37.
- De Bruin, Waarom vergelijken?, 8-10.
- Biografisch Portaal
- Kees Beaart, Johannes Goedaert: kunstenaar en entomoloog (Middelburg, 2016).