Joost Baljeu: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
== Biografie == | == Biografie == | ||
[[Bestand:Baljeu_spacetime.JPG|thumb|right|250px|Kunstwerk ''Space Time I'' in Rotterdam Alexanderpolder, bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Joost_Baljeu Wikipedia.nl]]] | [[Bestand:Baljeu_spacetime.JPG|thumb|right|250px|Kunstwerk ''Space Time I'' in Rotterdam Alexanderpolder, bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Joost_Baljeu Wikipedia.nl]]] | ||
Baljeu begon als schilder, maar maakte | Joost Baljeu volgde zijn opleiding van 1943 tot 1945 aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Hij begon aanvankelijk als schilder. Hij maakte realistische landschappen, stadsgezichten en stillevens, maar omstreeks 1950 ging hij zich oriënteren op de internationale vernieuwingsbewegingen van voor de Tweede Wereldoorlog, zoals het kubisme en de verdere ontwikkeling daaruit in de abstracte kunst. Zijn inspiratie ontleende hij vooral aan de kunstenaars van De Stijl, die zich uitdrukten in geometrisch-abstracte vormentaal. In 1954 maakte hij zijn eerste ontwerp van een reliëf voor een wijkcentrum in Amsterdam. Dit ontwerp moest het samengaan van architectuur, schilder- en beeldhouwkunst demonstreren. Zijn werkwijze volgde in grote lijnen die van Theo van Doesburg en Piet Mondriaan (over beide kunstenaars schreef hij een biografie). Baljeu raakte geboeid door de architectonische toepassingsmogelijkheden van reliëfs en in 1955 gaf hij aan het schilderen geheel de brui. In 1956 maakte hij zijn eerste constructivistische, abstracte wandbeelden, bestaande uit gekleurde vlakken. In 1957 monteerde hij, om het ruimtelijke karakter te versterken, de vlakken haaks op elkaar. | ||
Baljeu liet zich ook inspireren door de ontwikkelingen in Frankrijk. Daar maakten kunstenaars in de jaren vijftig ruimtelijke kleurconstructies. Baljeu was een trouwe volgeling van Mondriaan, Jean Gorin van de Groupe Espace. Gorin had Mondriaan in 1926 voor het eerst ontmoet en was met hem bevriend geraakt. Hij was trouw gebleven aan het idioom van Mondriaan, het Neo-plasticisme. Baljeu ontmoette op zijn beurt in Parijs de zesentwintig jaar oudere Gorin. Hun vriendschap bracht Gorin enkele keren naar Amsterdam, onder andere in 1967 voor een retrospectieve tentoonstelling in het Stedelijk Museum. | |||
Hij was van 1957 tot 1972 docent aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en één van de voormannen van de construktivistische kunst in Nederland. | |||
== Werken (selectie) == | == Werken (selectie) == | ||
Regel 48: | Regel 50: | ||
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | == Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | ||
{{GoToOriginal}} | {{GoToOriginal}} | ||
== Auteur == | |||
-A.J. Beenhakker, herz. J. Francke (2015) | |||
== Bronnen == | == Bronnen == |
Versie van 26 jun 2015 09:01
Joost Baljeu | |
---|---|
Bestand:.jpg ' | |
Geboren | 1 november 1925 Middelburg |
Overleden | 1 juli 1991 Amsterdam |
Beroep | beeldend kunstenaar |
VIAF | [1] |
Joost Baljeu was een Nederlandse schilder, beeldhouwer, architect, grafisch kunstenaar en publicist.
Biografie
Joost Baljeu volgde zijn opleiding van 1943 tot 1945 aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Hij begon aanvankelijk als schilder. Hij maakte realistische landschappen, stadsgezichten en stillevens, maar omstreeks 1950 ging hij zich oriënteren op de internationale vernieuwingsbewegingen van voor de Tweede Wereldoorlog, zoals het kubisme en de verdere ontwikkeling daaruit in de abstracte kunst. Zijn inspiratie ontleende hij vooral aan de kunstenaars van De Stijl, die zich uitdrukten in geometrisch-abstracte vormentaal. In 1954 maakte hij zijn eerste ontwerp van een reliëf voor een wijkcentrum in Amsterdam. Dit ontwerp moest het samengaan van architectuur, schilder- en beeldhouwkunst demonstreren. Zijn werkwijze volgde in grote lijnen die van Theo van Doesburg en Piet Mondriaan (over beide kunstenaars schreef hij een biografie). Baljeu raakte geboeid door de architectonische toepassingsmogelijkheden van reliëfs en in 1955 gaf hij aan het schilderen geheel de brui. In 1956 maakte hij zijn eerste constructivistische, abstracte wandbeelden, bestaande uit gekleurde vlakken. In 1957 monteerde hij, om het ruimtelijke karakter te versterken, de vlakken haaks op elkaar. Baljeu liet zich ook inspireren door de ontwikkelingen in Frankrijk. Daar maakten kunstenaars in de jaren vijftig ruimtelijke kleurconstructies. Baljeu was een trouwe volgeling van Mondriaan, Jean Gorin van de Groupe Espace. Gorin had Mondriaan in 1926 voor het eerst ontmoet en was met hem bevriend geraakt. Hij was trouw gebleven aan het idioom van Mondriaan, het Neo-plasticisme. Baljeu ontmoette op zijn beurt in Parijs de zesentwintig jaar oudere Gorin. Hun vriendschap bracht Gorin enkele keren naar Amsterdam, onder andere in 1967 voor een retrospectieve tentoonstelling in het Stedelijk Museum. Hij was van 1957 tot 1972 docent aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en één van de voormannen van de construktivistische kunst in Nederland.
Werken (selectie)
Tentoonstellingen
- 1965 De Zonnehof in Amersfoort
- 1975/1976 Gemeentemuseum Den Haag
- 1979 Kröller-Müller Museum in Otterlo
- 1991 Stedelijk Museum in Amsterdam
- 2000 Staal in Beeld (groepstentoonstelling) in Het Oude Slot Heemstede: F19 (model uit 1986/87)
Musea
- Mondriaanhuis in Amersfoort
- Kröller-Müller Museum in Otterlo: twee werken maken deel uit van de museumcollectie, te weten Synthetische Constructie F5-2 cd (1966/68) en Synthetische Constructie F15 nr. 1 (1983/87), alsmede een werk (F26 uit 1990) voor het beeldenpark (in 1991 door de weduwe van Baljeu aan het museum geschonken).
Openbare ruimte
- Bliksem (1955), Wijkcentrum Open Vaart, Meidoornplein in Amsterdam-Noord
- Synthetische constructie F8-1B (1978), Plesmanweg in Den Haag
- Wandsculptuur (1980), politiebureau Burg. Wegstapelplein in Zoetermeer (architectonische constructie van panelen gekleurd plexiglas in een aluminium constructie van twee verdiepingen)
- Synthetische constructie F11 (1981), binnenplaats Vest in Dordrecht - herplaatst in 1999
- Synthetische constructie F13 (1984), Laan der Verenigde Naties in Dordrecht - herplaatst in 1999
- F26 (1990) in het beeldenpark van het Kröller-Müller Museum in Otterlo
- Space Time (I) ( 1989) in Rotterdam - deelgemeente Prins Alexander
- Space Time II (gerestaureerd 2004) in Rotterdam - deelgemeente Prins Alexander
Publicaties
- In 1958 publiceerde Baljeu Mondriaan en Miró (uitgegeven door Edition de Beek in Amsterdam)
- Van 1958 tot 1964 was hij verantwoordelijk voor het internationale tijdschrift Structure, een podium voor de geometrisch abstracte kunst.
- Van 1958 tot 1962 werkte hij aan de monografie Theo van Doesburg (Londen,1974).
Bibliografie (selectie)
- Kuyvenhoven, F. (2010) Index Nederlandse beeldende kunstenaars, kunstnijveraars en fotografen. ISBN 9789072905550
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
-A.J. Beenhakker, herz. J. Francke (2015)
Bronnen
-Scheen, Lexicon I.
-Baljeu, Tentoonstelling Zonnehof.
-Website Kunstbuitenbinnentilburg: Masterplan
-Website Galerie Witteveen met uitvoerige biografie en werken