Jan Hendrik Eekhout: verschil tussen versies
k Marja heeft pagina Eekhout, Jan Hendrik hernoemd naar Jan Hendrik Eekhout: hernoemd |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
}} | }} | ||
(Sluis 10 jan.1900 - Amsterdam 6 maart 1978) Literator. Wijdde zich al vroeg uitsluitend aan literaire arbeid. Na de tweede wereldoorlog woonde hij een tijd in St.-Anna ter Muiden, daarna in Amsterdam. Zijn werk ademt een zeer orthodox-protestantse sfeer. Hij schreef een aantal dichtbundels, o.a. Louteringen (1927), Machten (1936), Eiland der ballingschap (1957), Het goddelijk paard (1958) en, samen met zijn eerste vrouw, Elisabeth Reitsma, In aedibus amoris (1930). Ook verscheen van hem een groot aantal romans en novellen, o.a. Drieluik der zonde (1932), De boer zonder God (1933), Warden, een koning (1937), De waarachtige historie van Tijl Uilenspiegel in Vlaanderen (1940), Leven en daden van pastoor Poncke van Damme in Vlaanderen (1941), Wie doodde de dominee (1964) en De gouden dochter-roman van de Zeeuws-Vlaamse grens (1966). Uit verschillende talen heeft hij gedichten vertaald en bewerkt. Een groot deel van zijn werk speelt zich af in de Zeeuwsvlaamse grensstreek. Over zijn sympathieën voor de Duitsers voor en tijdens de tweede wereldoorlog heeft hij rekenschap afgelegd in: Vlucht naar de vijand (1954). Voor West Zeeuwsch-Vlaanderen in beeld schreef hij de inleiding (1958). | |||
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | |||
{{GoToOriginal}} | |||
Versie van 27 aug 2019 14:16
Eekhout, Jan Hendrik |
---|
(Sluis 10 jan.1900 - Amsterdam 6 maart 1978) Literator. Wijdde zich al vroeg uitsluitend aan literaire arbeid. Na de tweede wereldoorlog woonde hij een tijd in St.-Anna ter Muiden, daarna in Amsterdam. Zijn werk ademt een zeer orthodox-protestantse sfeer. Hij schreef een aantal dichtbundels, o.a. Louteringen (1927), Machten (1936), Eiland der ballingschap (1957), Het goddelijk paard (1958) en, samen met zijn eerste vrouw, Elisabeth Reitsma, In aedibus amoris (1930). Ook verscheen van hem een groot aantal romans en novellen, o.a. Drieluik der zonde (1932), De boer zonder God (1933), Warden, een koning (1937), De waarachtige historie van Tijl Uilenspiegel in Vlaanderen (1940), Leven en daden van pastoor Poncke van Damme in Vlaanderen (1941), Wie doodde de dominee (1964) en De gouden dochter-roman van de Zeeuws-Vlaamse grens (1966). Uit verschillende talen heeft hij gedichten vertaald en bewerkt. Een groot deel van zijn werk speelt zich af in de Zeeuwsvlaamse grensstreek. Over zijn sympathieën voor de Duitsers voor en tijdens de tweede wereldoorlog heeft hij rekenschap afgelegd in: Vlucht naar de vijand (1954). Voor West Zeeuwsch-Vlaanderen in beeld schreef hij de inleiding (1958).
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
AUTEUR
P.J. Meertens, Trimpe Burger-Mekking
LITERATUUR
Risseeuw, Christelijke schrijvers.