Geert Minderhoud: verschil tussen versies
k Marja heeft pagina Minderhoud, Geert hernoemd naar Geert Minderhoud: hernoemd |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{ | {{InfoboxPersoon | ||
| | | afbeelding = [[300px]] | ||
| naam = Geert Minderhoud | |||
| onderschrift = tekst | |||
| geboortedatum = 26 januari 1889 | |||
| geboorteplaats = Nieuwdorp | |||
| overlijdensdatum = | |||
| overlijdensplaats = | |||
| beroep = Landbouwdeskundige | |||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/ Geert Minderhoud] | |||
}} | }} | ||
(Nieuwdorp 26 jan. 1889). Landbouwdeskundige. Oudste zoon van de bedrijfsboer Jan Minderhoud op de hoeve Hongersdijk in de Wilhelmina polder. R.H.B.S. te Goes, Rijks H.L.T.B.S. Wageningen (1907-1912), akte M.O. Landbouwonderwijs (1912), Rijkslandbouwconsulent van noord Groningen (1914-1918); secretaris van de Groninger Mij. voor Landbouw; hoogleraar in de landhuishoudkunde aan de Landbouw Hogeschool te Wageningen; voorts o.a. voorzitter van het Landbouw Economisch Instituut (1941-1960); voorzitter van de Raad van Toezicht bij de Cooperatieve Raiffeisenbank (1940-1948); voorzitter van het bestuur van die bank (1948-1964); Rijksbemiddelaar en voorzitter van de vereniging van Landbouwboekhoudbureaux. Dissertatie in 1923: 'Ontwikkeling en Betekenis der Landbouwindustrie in Groningen'. Auteur van twee zeer bekend geworden agrarische handboeken: `De Nederlandse Landbouw' (1935) en `Landbouwcooperatie in Neder land' (1946) alsmede een 'Inleiding tot de Landhuishoudkunde' (1948), terwijl hij tevens op het gebied van de Pachtwet aktief was (prae-advies Broederschap van Notarissen) als Eerste Raad resp. lid bij het gerechtshof te Arnhem en de Centrale Grond kamer. | (Nieuwdorp 26 jan. 1889). Landbouwdeskundige. Oudste zoon van de bedrijfsboer Jan Minderhoud op de hoeve Hongersdijk in de Wilhelmina polder. R.H.B.S. te Goes, Rijks H.L.T.B.S. Wageningen (1907-1912), akte M.O. Landbouwonderwijs (1912), Rijkslandbouwconsulent van noord Groningen (1914-1918); secretaris van de Groninger Mij. voor Landbouw; hoogleraar in de landhuishoudkunde aan de Landbouw Hogeschool te Wageningen; voorts o.a. voorzitter van het Landbouw Economisch Instituut (1941-1960); voorzitter van de Raad van Toezicht bij de Cooperatieve Raiffeisenbank (1940-1948); voorzitter van het bestuur van die bank (1948-1964); Rijksbemiddelaar en voorzitter van de vereniging van Landbouwboekhoudbureaux. Dissertatie in 1923: 'Ontwikkeling en Betekenis der Landbouwindustrie in Groningen'. Auteur van twee zeer bekend geworden agrarische handboeken: `De Nederlandse Landbouw' (1935) en `Landbouwcooperatie in Neder land' (1946) alsmede een 'Inleiding tot de Landhuishoudkunde' (1948), terwijl hij tevens op het gebied van de Pachtwet aktief was (prae-advies Broederschap van Notarissen) als Eerste Raad resp. lid bij het gerechtshof te Arnhem en de Centrale Grond kamer. | ||
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984== | |||
{{GoToOriginal}} | |||
= | ==Auteur== | ||
M.A. Geuze | |||
[[category:persoon]] | |||
[[category:Zeeuwen]] | |||
[[category:Kunst & cultuur]] | |||
{{DEFAULTSORT: Minderhoud, Geert}} |
Versie van 14 aug 2020 09:22
Geert Minderhoud | |
---|---|
300px tekst | |
Geboren | 26 januari 1889 Nieuwdorp |
Beroep | Landbouwdeskundige |
VIAF | Geert Minderhoud |
(Nieuwdorp 26 jan. 1889). Landbouwdeskundige. Oudste zoon van de bedrijfsboer Jan Minderhoud op de hoeve Hongersdijk in de Wilhelmina polder. R.H.B.S. te Goes, Rijks H.L.T.B.S. Wageningen (1907-1912), akte M.O. Landbouwonderwijs (1912), Rijkslandbouwconsulent van noord Groningen (1914-1918); secretaris van de Groninger Mij. voor Landbouw; hoogleraar in de landhuishoudkunde aan de Landbouw Hogeschool te Wageningen; voorts o.a. voorzitter van het Landbouw Economisch Instituut (1941-1960); voorzitter van de Raad van Toezicht bij de Cooperatieve Raiffeisenbank (1940-1948); voorzitter van het bestuur van die bank (1948-1964); Rijksbemiddelaar en voorzitter van de vereniging van Landbouwboekhoudbureaux. Dissertatie in 1923: 'Ontwikkeling en Betekenis der Landbouwindustrie in Groningen'. Auteur van twee zeer bekend geworden agrarische handboeken: `De Nederlandse Landbouw' (1935) en `Landbouwcooperatie in Neder land' (1946) alsmede een 'Inleiding tot de Landhuishoudkunde' (1948), terwijl hij tevens op het gebied van de Pachtwet aktief was (prae-advies Broederschap van Notarissen) als Eerste Raad resp. lid bij het gerechtshof te Arnhem en de Centrale Grond kamer.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
M.A. Geuze