Nadere Reformatie: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Regel 3: Regel 3:
}}
}}
==Nadere Reformatie==
==Nadere Reformatie==
Belangrijke kerkelijke beweging uit de eerste helft van de 17e eeuw, die over heel ons land is gegaan. Ze is begonnen in Zeeland, destijds de meest calvinistische provincie van de Republiek. De naam is ook al van Zeeuwse afkomst en wel van Jacobus [[Koelman]], die de Schotse term 'Second Reformation' aldus vertaalde. De Nadere Reformatie heeft altijd sterk onder invloed gestaan van het puritanisme van Groot Britannië. Deze invloed is allereerst merkbaar bij Willem* Teellinck, die gezien kan worden als de grondlegger van de Nadere Reformatie in ons land. Hij woonde een tijd lang in Engeland en heeft er direct de invloed van het puritanisme ondergaan. In die kring heeft hij ook zijn levensgezellin gevonden. Dit is voor hem van zulk een invloed geweest dat hij na zijn rechtenstudie in Leiden theologie is gaan studeren. Naast Willem Teellinck, zijn broer Eewout en de zonen van Willem, moeten hier worden genoemd: G. [[Udemans]] en J. van [[Houten]], die in de strijd voor de Nadere Reformatie in de eerste linie hebben gestaan. Udemans begon zijn kerkelijke loopbaan in 1599 als predikant van Haamstede, toen nog gecombineerd met Burgh, en Willem Teellinck werd er in 1606 zijn tweede opvolger. Een kwart eeuw was deze gemeente toen gereformeerd, maar het volksleven was praktisch hetzelfde gebleven. Door het gelukken van de opstand tegen Spanje was er bevrijding gekomen voor de vervolgde kerk, maar de massale overgang naar het calvinisme bracht met zich mee dat hetgeen er in de breedte groeide, in de diepte verloren ging. Men geloofde het wel. In 1608 diende Willem Teellinck een klacht in bij de classis over ontheiliging van de zondag met kaartspelen en drinken, vechten, enz. De Vastenavond werd als vanouds lustig gevierd en de kermis eveneens. Hij moest vaststellen dat er op het brede vlak van de gemeente niet zo heel veel veranderd was. In zijn eerste boekje `Philopatris ofte christelick bericht', dat eveneens in 1608 verscheen, wijst hij de overheid op haar taak de zonden en gebreken van het volk te bestrijden. Hij wenst dat de magistraten strenge wetten zullen stellen. De allesbehalve christelijke zeden hadden een straf geneesmiddel nodig. Dit beroep op de overheid vond Teellinck vanzelfsprekend en dat niet alleen wegens art. 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Met de overgang van het staatsbestel naar de Republiek was er in de verhouding van kerk en overheid eigenlijk niet zo veel veranderd. Na de eerste jaren van aarzeling hebben deze twee elkaar in Zeeland al spoedig gevonden en aan beide kanten wist men elkaar nodig te hebben. In 1621 herhaalde Teellinck nog eens wat hij in 1608 geschreven had in 'Zions Basuyne'. Zijn leven lang was dit thema in zijn prediking te horen. Het vond weerklank, maar Teellinck, Udemans, Van Houten en anderen deden meer. Zij hebben zich de vraag gesteld hoe het komt dat, ondanks de rechte evangelieprediking, alles nagenoeg hetzelfde bleef. Hun antwoord was gelijk aan dat van de Engelse puriteinen: de harten zijn niet veranderd. Zo werd de oproep tot bekering het tweede thema van de Nadere Reformatie. Daar kwam bij dat men in die dagen in een tijd van welvaart leefde met alle gevolgen van dien. De huizen werden steeds groter en kostbaarder. De kleding werd weelderiger en het leven losser. Er kwam een geld aristocratie op, die alleen maar belust scheen op meer rijkdom. En dat gebeurde terwijl men vele armen, weduwen en wezen, om zich heen had, daar er op de schepen nogal wat mannen stierven en sneuvelden. En zo krijgen we het derde thema in de prediking van de Nadere Reformatie, waarin een grote sociale bewogenheid tot uiting komt. Deze prediking van de Nadere Reformatie heeft in Zeeland een klankbodem gevonden en sindsdien werd het leven daardoor in belangrijke mate beheerst. Er is geen provincie waar zo weinig is overgebleven van de vroegere folklore en waar men zulk een strenge sabbatsviering heeft gekend. In Middelburg werden daarvoor soms de poorten gesloten. Doch het voornaamste was en bleef dat geloof gezien moest worden in het leven en in de samenleving. In tegenstelling tot de latere piëtisten hebben de mannen en de vrouwen van de Nadere Reformatie geheel gestaan in de traditie van de Reformatie. Van bevindelijkheid, zoals men die later tegenkomt, is bij hen nog geen sprake, ook al ziet men bij Willem Teellinck een neiging tot mystiek. De invloed van de Nadere Reformatie, waartoe in Zeeland de eerste stoot is gegeven, is in ons land belangrijk geweest, vooral ook omdat de Utrechtse theologische faculteit onder leiding van Voetius het Zeeuwse thema heeft overgenomen. Willem Teellinck is door Voetius wel de Thomas Kernpis van het protestantisme genoemd. Wanneer we vergelijkingen willen trekken, kunnen we allerlei parallellen zien tussen de Nadere Reformatie en de broeders des gemenenlevens. De Nadere Reformatie werd gedragen door de theocratische visie van het gereformeerd protestantisme, die uitging van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van kerk en overheid voor het volksleven. De magistraten in Zeeland zijn aanspreekbaar geweest op hun christen-zijn. De spanningen, waaraan het hier niet heeft ontbroken, lagen vooral op het terrein van de tolerantie.
Belangrijke kerkelijke beweging uit de eerste helft van de 17e eeuw, die over heel ons land is gegaan. Ze is begonnen in Zeeland, destijds de meest calvinistische provincie van de Republiek. De naam is ook al van Zeeuwse afkomst en wel van [[Jacobus Koelman]], die de Schotse term 'Second Reformation' aldus vertaalde. De Nadere Reformatie heeft altijd sterk onder invloed gestaan van het puritanisme van Groot Britannië. Deze invloed is allereerst merkbaar bij Willem* Teellinck, die gezien kan worden als de grondlegger van de Nadere Reformatie in ons land. Hij woonde een tijd lang in Engeland en heeft er direct de invloed van het puritanisme ondergaan. In die kring heeft hij ook zijn levensgezellin gevonden. Dit is voor hem van zulk een invloed geweest dat hij na zijn rechtenstudie in Leiden theologie is gaan studeren. Naast Willem Teellinck, zijn broer Eewout en de zonen van Willem, moeten hier worden genoemd: G. [[Udemans]] en J. van [[Houten]], die in de strijd voor de Nadere Reformatie in de eerste linie hebben gestaan. Udemans begon zijn kerkelijke loopbaan in 1599 als predikant van Haamstede, toen nog gecombineerd met Burgh, en Willem Teellinck werd er in 1606 zijn tweede opvolger. Een kwart eeuw was deze gemeente toen gereformeerd, maar het volksleven was praktisch hetzelfde gebleven. Door het gelukken van de opstand tegen Spanje was er bevrijding gekomen voor de vervolgde kerk, maar de massale overgang naar het calvinisme bracht met zich mee dat hetgeen er in de breedte groeide, in de diepte verloren ging. Men geloofde het wel. In 1608 diende Willem Teellinck een klacht in bij de classis over ontheiliging van de zondag met kaartspelen en drinken, vechten, enz. De Vastenavond werd als vanouds lustig gevierd en de kermis eveneens. Hij moest vaststellen dat er op het brede vlak van de gemeente niet zo heel veel veranderd was. In zijn eerste boekje `Philopatris ofte christelick bericht', dat eveneens in 1608 verscheen, wijst hij de overheid op haar taak de zonden en gebreken van het volk te bestrijden. Hij wenst dat de magistraten strenge wetten zullen stellen. De allesbehalve christelijke zeden hadden een straf geneesmiddel nodig. Dit beroep op de overheid vond Teellinck vanzelfsprekend en dat niet alleen wegens art. 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Met de overgang van het staatsbestel naar de Republiek was er in de verhouding van kerk en overheid eigenlijk niet zo veel veranderd. Na de eerste jaren van aarzeling hebben deze twee elkaar in Zeeland al spoedig gevonden en aan beide kanten wist men elkaar nodig te hebben. In 1621 herhaalde Teellinck nog eens wat hij in 1608 geschreven had in 'Zions Basuyne'. Zijn leven lang was dit thema in zijn prediking te horen. Het vond weerklank, maar Teellinck, Udemans, Van Houten en anderen deden meer. Zij hebben zich de vraag gesteld hoe het komt dat, ondanks de rechte evangelieprediking, alles nagenoeg hetzelfde bleef. Hun antwoord was gelijk aan dat van de Engelse puriteinen: de harten zijn niet veranderd. Zo werd de oproep tot bekering het tweede thema van de Nadere Reformatie. Daar kwam bij dat men in die dagen in een tijd van welvaart leefde met alle gevolgen van dien. De huizen werden steeds groter en kostbaarder. De kleding werd weelderiger en het leven losser. Er kwam een geld aristocratie op, die alleen maar belust scheen op meer rijkdom. En dat gebeurde terwijl men vele armen, weduwen en wezen, om zich heen had, daar er op de schepen nogal wat mannen stierven en sneuvelden. En zo krijgen we het derde thema in de prediking van de Nadere Reformatie, waarin een grote sociale bewogenheid tot uiting komt. Deze prediking van de Nadere Reformatie heeft in Zeeland een klankbodem gevonden en sindsdien werd het leven daardoor in belangrijke mate beheerst. Er is geen provincie waar zo weinig is overgebleven van de vroegere folklore en waar men zulk een strenge sabbatsviering heeft gekend. In Middelburg werden daarvoor soms de poorten gesloten. Doch het voornaamste was en bleef dat geloof gezien moest worden in het leven en in de samenleving. In tegenstelling tot de latere piëtisten hebben de mannen en de vrouwen van de Nadere Reformatie geheel gestaan in de traditie van de Reformatie. Van bevindelijkheid, zoals men die later tegenkomt, is bij hen nog geen sprake, ook al ziet men bij Willem Teellinck een neiging tot mystiek. De invloed van de Nadere Reformatie, waartoe in Zeeland de eerste stoot is gegeven, is in ons land belangrijk geweest, vooral ook omdat de Utrechtse theologische faculteit onder leiding van Voetius het Zeeuwse thema heeft overgenomen. Willem Teellinck is door Voetius wel de Thomas Kernpis van het protestantisme genoemd. Wanneer we vergelijkingen willen trekken, kunnen we allerlei parallellen zien tussen de Nadere Reformatie en de broeders des gemenenlevens. De Nadere Reformatie werd gedragen door de theocratische visie van het gereformeerd protestantisme, die uitging van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van kerk en overheid voor het volksleven. De magistraten in Zeeland zijn aanspreekbaar geweest op hun christen-zijn. De spanningen, waaraan het hier niet heeft ontbroken, lagen vooral op het terrein van de tolerantie.


==Auteur==
==Auteur==

Versie van 29 okt 2024 08:29

Nadere Reformatie

Nadere Reformatie

Belangrijke kerkelijke beweging uit de eerste helft van de 17e eeuw, die over heel ons land is gegaan. Ze is begonnen in Zeeland, destijds de meest calvinistische provincie van de Republiek. De naam is ook al van Zeeuwse afkomst en wel van Jacobus Koelman, die de Schotse term 'Second Reformation' aldus vertaalde. De Nadere Reformatie heeft altijd sterk onder invloed gestaan van het puritanisme van Groot Britannië. Deze invloed is allereerst merkbaar bij Willem* Teellinck, die gezien kan worden als de grondlegger van de Nadere Reformatie in ons land. Hij woonde een tijd lang in Engeland en heeft er direct de invloed van het puritanisme ondergaan. In die kring heeft hij ook zijn levensgezellin gevonden. Dit is voor hem van zulk een invloed geweest dat hij na zijn rechtenstudie in Leiden theologie is gaan studeren. Naast Willem Teellinck, zijn broer Eewout en de zonen van Willem, moeten hier worden genoemd: G. Udemans en J. van Houten, die in de strijd voor de Nadere Reformatie in de eerste linie hebben gestaan. Udemans begon zijn kerkelijke loopbaan in 1599 als predikant van Haamstede, toen nog gecombineerd met Burgh, en Willem Teellinck werd er in 1606 zijn tweede opvolger. Een kwart eeuw was deze gemeente toen gereformeerd, maar het volksleven was praktisch hetzelfde gebleven. Door het gelukken van de opstand tegen Spanje was er bevrijding gekomen voor de vervolgde kerk, maar de massale overgang naar het calvinisme bracht met zich mee dat hetgeen er in de breedte groeide, in de diepte verloren ging. Men geloofde het wel. In 1608 diende Willem Teellinck een klacht in bij de classis over ontheiliging van de zondag met kaartspelen en drinken, vechten, enz. De Vastenavond werd als vanouds lustig gevierd en de kermis eveneens. Hij moest vaststellen dat er op het brede vlak van de gemeente niet zo heel veel veranderd was. In zijn eerste boekje `Philopatris ofte christelick bericht', dat eveneens in 1608 verscheen, wijst hij de overheid op haar taak de zonden en gebreken van het volk te bestrijden. Hij wenst dat de magistraten strenge wetten zullen stellen. De allesbehalve christelijke zeden hadden een straf geneesmiddel nodig. Dit beroep op de overheid vond Teellinck vanzelfsprekend en dat niet alleen wegens art. 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Met de overgang van het staatsbestel naar de Republiek was er in de verhouding van kerk en overheid eigenlijk niet zo veel veranderd. Na de eerste jaren van aarzeling hebben deze twee elkaar in Zeeland al spoedig gevonden en aan beide kanten wist men elkaar nodig te hebben. In 1621 herhaalde Teellinck nog eens wat hij in 1608 geschreven had in 'Zions Basuyne'. Zijn leven lang was dit thema in zijn prediking te horen. Het vond weerklank, maar Teellinck, Udemans, Van Houten en anderen deden meer. Zij hebben zich de vraag gesteld hoe het komt dat, ondanks de rechte evangelieprediking, alles nagenoeg hetzelfde bleef. Hun antwoord was gelijk aan dat van de Engelse puriteinen: de harten zijn niet veranderd. Zo werd de oproep tot bekering het tweede thema van de Nadere Reformatie. Daar kwam bij dat men in die dagen in een tijd van welvaart leefde met alle gevolgen van dien. De huizen werden steeds groter en kostbaarder. De kleding werd weelderiger en het leven losser. Er kwam een geld aristocratie op, die alleen maar belust scheen op meer rijkdom. En dat gebeurde terwijl men vele armen, weduwen en wezen, om zich heen had, daar er op de schepen nogal wat mannen stierven en sneuvelden. En zo krijgen we het derde thema in de prediking van de Nadere Reformatie, waarin een grote sociale bewogenheid tot uiting komt. Deze prediking van de Nadere Reformatie heeft in Zeeland een klankbodem gevonden en sindsdien werd het leven daardoor in belangrijke mate beheerst. Er is geen provincie waar zo weinig is overgebleven van de vroegere folklore en waar men zulk een strenge sabbatsviering heeft gekend. In Middelburg werden daarvoor soms de poorten gesloten. Doch het voornaamste was en bleef dat geloof gezien moest worden in het leven en in de samenleving. In tegenstelling tot de latere piëtisten hebben de mannen en de vrouwen van de Nadere Reformatie geheel gestaan in de traditie van de Reformatie. Van bevindelijkheid, zoals men die later tegenkomt, is bij hen nog geen sprake, ook al ziet men bij Willem Teellinck een neiging tot mystiek. De invloed van de Nadere Reformatie, waartoe in Zeeland de eerste stoot is gegeven, is in ons land belangrijk geweest, vooral ook omdat de Utrechtse theologische faculteit onder leiding van Voetius het Zeeuwse thema heeft overgenomen. Willem Teellinck is door Voetius wel de Thomas Kernpis van het protestantisme genoemd. Wanneer we vergelijkingen willen trekken, kunnen we allerlei parallellen zien tussen de Nadere Reformatie en de broeders des gemenenlevens. De Nadere Reformatie werd gedragen door de theocratische visie van het gereformeerd protestantisme, die uitging van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van kerk en overheid voor het volksleven. De magistraten in Zeeland zijn aanspreekbaar geweest op hun christen-zijn. De spanningen, waaraan het hier niet heeft ontbroken, lagen vooral op het terrein van de tolerantie.

Auteur

S.J.M. Hulsbergen

Literatuur

  • De Vrijer, Schortinghuis.
  • Meertens, Letterkundig leven.

AFBEELDING

Dit is het boek, waarmee Willem Teellinck zijn gelovigen trachtte te leren leven krachtens de beginselen van wat later de Nadere Reformatie zou heten.