Brandnetel: verschil tussen versies
k Jacqueline heeft pagina Brandnetel (urtica; Broeinetel, Broeier, Tiengel) hernoemd naar Brandnetel |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
}} | }} | ||
==Brandnetel ( | ==Brandnetel (Urtica)== | ||
Plantengeslacht met in Zeeland twee soorten, die beide voorzien zijn van brandharen. Deze zijn hol en breken bij aanraking schuin af. De spitse punt maakt een wondje, een bijtende stof dringt in de huid en doet daar een tijdelijke huidaandoening ontstaan. De grote brandnetel (U. dióica) is een forse overblijvende plant (tot 2 meter hoog), die een uitgebreid wortelstelsel vormt.Deze soort groeit zeer algemeen op vochtige stikstofrijke ruigten in bijv. bossen, langs heggen en beschaduwde plaatsen en ook wel in wegbermen en graslanden. De jonge spruiten van deze meerjarige plant worden wel gegeten als soepgroente. De kleine brandnetel (U. cirens; hoendernetel, hoendertingel) is een kleinere (tot 60 cm.) éénjarige soort met vrij kleine gras groene blaadjes. Deze soort komt algemeen voor op niet te zware akker- en tuinbouwgrond. | Plantengeslacht met in Zeeland twee soorten, die beide voorzien zijn van brandharen. Deze zijn hol en breken bij aanraking schuin af. De spitse punt maakt een wondje, een bijtende stof dringt in de huid en doet daar een tijdelijke huidaandoening ontstaan. De grote brandnetel (U. dióica) is een forse overblijvende plant (tot 2 meter hoog), die een uitgebreid wortelstelsel vormt.Deze soort groeit zeer algemeen op vochtige stikstofrijke ruigten in bijv. bossen, langs heggen en beschaduwde plaatsen en ook wel in wegbermen en graslanden. De jonge spruiten van deze meerjarige plant worden wel gegeten als soepgroente. De kleine brandnetel (U. cirens; hoendernetel, hoendertingel) is een kleinere (tot 60 cm.) éénjarige soort met vrij kleine gras groene blaadjes. Deze soort komt algemeen voor op niet te zware akker- en tuinbouwgrond. | ||
* Dialect: Broeinetel, Broeier, Tiengel | * Dialect: Broeinetel, Broeier, Tiengel |
Versie van 13 mrt 2024 08:18
Brandnetel |
---|
Brandnetel (Urtica)
Plantengeslacht met in Zeeland twee soorten, die beide voorzien zijn van brandharen. Deze zijn hol en breken bij aanraking schuin af. De spitse punt maakt een wondje, een bijtende stof dringt in de huid en doet daar een tijdelijke huidaandoening ontstaan. De grote brandnetel (U. dióica) is een forse overblijvende plant (tot 2 meter hoog), die een uitgebreid wortelstelsel vormt.Deze soort groeit zeer algemeen op vochtige stikstofrijke ruigten in bijv. bossen, langs heggen en beschaduwde plaatsen en ook wel in wegbermen en graslanden. De jonge spruiten van deze meerjarige plant worden wel gegeten als soepgroente. De kleine brandnetel (U. cirens; hoendernetel, hoendertingel) is een kleinere (tot 60 cm.) éénjarige soort met vrij kleine gras groene blaadjes. Deze soort komt algemeen voor op niet te zware akker- en tuinbouwgrond.
- Dialect: Broeinetel, Broeier, Tiengel
AUTEUR
K.F. Vaas, herschr. A.M.M. van Haperen