Ganzerik: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Jacqueline (overleg | bijdragen)
Nieuwe pagina aangemaakt met ' {{Infobox | above =Ganzerik }} thumb|right300px| , bron: Wikimedia ==Ganzerik (Potentilla)== Vrij groot plantengeslacht; in Nederland 11...'
 
Jacqueline (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox
{{Infobox
  | above      =Ganzerik
  | above      =Ganzerik
}}
}}
[[Bestand: .jpg|thumb|right300px| , bron: Wikimedia]]
[[Bestand:Ganzerik.jpg|thumb|right300px|Ganzerik, bron: David Rasp, Wikimedia]]
==Ganzerik (Potentilla)==  
==Ganzerik (Potentilla)==  
Vrij groot plantengeslacht; in Nederland 11 wilde soorten,waarvan er vier in Zeeland voorkomen. Deze worden alle gekenmerkt door veer- of handvormig samengestelde bladeren en gele boterbloemachtige bloemen. Het meest algemeen is het zilverschoon (P. ansenna; S.: zilverblad). Deze soort wordt gekenmerkt door de zilverkleurige onderzijde van de geveerde bladeren. Het zilverschoon groeit vooral op vochtige enigszins voedselrijke en gestoorde grond en is overal, in Zeeland zowel als in Nederland, zeer algemeen. Men vindt het vooral in we g bermen, graslanden, slootkanten en soms ook op akkers. De drie overige soorten in Zeeland zijn:
Vrij groot plantengeslacht; in Nederland 11 wilde soorten, waarvan er vier in Zeeland voorkomen. Deze worden alle gekenmerkt door veer- of handvormig samengestelde bladeren en gele boterbloemachtige bloemen.  
vijfvingerkruid (P. réptans; W.: schijtwortel); kruipganzerik (P. ánglica) en tormentil (P.erécta). Deze lijken vrij sterk op elkaar, want zij hebben alle drie handvormig samengestelde bladeren.
==Zilverschoon (Potentilla ansenna)==
Het vijfvingerkruid is van deze drie het meest algemeen. Het heeft vijftallige bloemen en blaadjes. Beide zijn lang gesteeld. Deze soort komt in Zeeland vrij algemeen voor in hooilandachtige vegetaties in wegbermen en op dijken. In weilanden ontbreekt zij meestal. De kruipganzerik lijkt op de vorige soort, maar de bloempjes zijn kleiner en viertallig en de bovenste bladeren korter gesteeld en drietallig. De onderste bladeren zijn echter weer vijftallig en langgesteeld. Men vindthaar vooral op vochtige voedselarme grond. In Zeeland komt zij slechts op enkele plaatsen voor zoals op vochtige plaatsen in de duinen van Schouwen en Walcheren en mogelijk langs enkele kreken in Zeeuws-Vlaanderen.
Het meest algemeen is het zilverschoon ( zilverblad). Deze soort wordt gekenmerkt door de zilverkleurige onderzijde van de geveerde bladeren. Het zilverschoon groeit vooral op vochtige enigszins voedselrijke en gestoorde grond en is overal, in Zeeland zowel als in Nederland, zeer algemeen. Men vindt het vooral in we g bermen, graslanden, slootkanten en soms ook op akkers. De drie overige soorten in Zeeland zijn:
De tormentil lijkt sterk op de kruipganzerik maar bij tormentil zijn ook de onderste bladeren kortgesteeld en drietallig. Deze soort is nog sterker dan de vorige beperkt tot voedselarme omstandigheden. Men vindt haar vooral op heide-  en veengrond. Uit Zeeland zijn slechts enkele vindplaatsen bekend uit kalkarme delen van de duinen van Schouwen en Walcheren en van het zandgebied in Zeeuws-Vlaanderen. Elders in Nederland, op de zandgrond, is deze soort vrij algemeen.
Vijfvingerkruid (Potentilla réptans); Walcheren: schijtwortel; kruipganzerik (Potentilla ánglica) en tormentil (Potentillaerécta). Deze lijken vrij sterk op elkaar, want zij hebben alle drie handvormig samengestelde bladeren.
==Vijfvingerkruid (Potentilla réptans)==
Het vijfvingerkruid is van deze drie het meest algemeen. Het heeft vijftallige bloemen en blaadjes. Beide zijn lang gesteeld. Deze soort komt in Zeeland vrij algemeen voor in hooilandachtige vegetaties in wegbermen en op dijken. In weilanden ontbreekt zij meestal. De kruipganzerik lijkt op de vorige soort, maar de bloempjes zijn kleiner en viertallig en de bovenste bladeren korter gesteeld en drietallig. De onderste bladeren zijn echter weer vijftallig en lang gesteeld. Men vindt haar vooral op vochtige voedselarme grond. In Zeeland komt zij slechts op enkele plaatsen voor zoals op vochtige plaatsen in de duinen van Schouwen en Walcheren en mogelijk langs enkele kreken in Zeeuws-Vlaanderen.
==Tormentil (Potentillaerécta)==
De tormentil lijkt sterk op de kruipganzerik maar bij tormentil zijn ook de onderste bladeren kort gesteeld en drietallig. Deze soort is nog sterker dan de vorige beperkt tot voedselarme omstandigheden. Men vindt haar vooral op heide-  en veengrond. Uit Zeeland zijn slechts enkele vindplaatsen bekend uit kalkarme delen van de duinen van Schouwen en Walcheren en van het zandgebied in Zeeuws-Vlaanderen. Elders in Nederland, op de zandgrond, is deze soort vrij algemeen.
 
==Auteur==
-A.M.M. van Haperen


AUTEUR
[[Category:Flora]]
A.M.M. van Haperen

Huidige versie van 1 okt 2021 om 09:04

Ganzerik
Ganzerik, bron: David Rasp, Wikimedia

Ganzerik (Potentilla)

Vrij groot plantengeslacht; in Nederland 11 wilde soorten, waarvan er vier in Zeeland voorkomen. Deze worden alle gekenmerkt door veer- of handvormig samengestelde bladeren en gele boterbloemachtige bloemen.

Zilverschoon (Potentilla ansenna)

Het meest algemeen is het zilverschoon ( zilverblad). Deze soort wordt gekenmerkt door de zilverkleurige onderzijde van de geveerde bladeren. Het zilverschoon groeit vooral op vochtige enigszins voedselrijke en gestoorde grond en is overal, in Zeeland zowel als in Nederland, zeer algemeen. Men vindt het vooral in we g bermen, graslanden, slootkanten en soms ook op akkers. De drie overige soorten in Zeeland zijn: Vijfvingerkruid (Potentilla réptans); Walcheren: schijtwortel; kruipganzerik (Potentilla ánglica) en tormentil (Potentillaerécta). Deze lijken vrij sterk op elkaar, want zij hebben alle drie handvormig samengestelde bladeren.

Vijfvingerkruid (Potentilla réptans)

Het vijfvingerkruid is van deze drie het meest algemeen. Het heeft vijftallige bloemen en blaadjes. Beide zijn lang gesteeld. Deze soort komt in Zeeland vrij algemeen voor in hooilandachtige vegetaties in wegbermen en op dijken. In weilanden ontbreekt zij meestal. De kruipganzerik lijkt op de vorige soort, maar de bloempjes zijn kleiner en viertallig en de bovenste bladeren korter gesteeld en drietallig. De onderste bladeren zijn echter weer vijftallig en lang gesteeld. Men vindt haar vooral op vochtige voedselarme grond. In Zeeland komt zij slechts op enkele plaatsen voor zoals op vochtige plaatsen in de duinen van Schouwen en Walcheren en mogelijk langs enkele kreken in Zeeuws-Vlaanderen.

Tormentil (Potentillaerécta)

De tormentil lijkt sterk op de kruipganzerik maar bij tormentil zijn ook de onderste bladeren kort gesteeld en drietallig. Deze soort is nog sterker dan de vorige beperkt tot voedselarme omstandigheden. Men vindt haar vooral op heide- en veengrond. Uit Zeeland zijn slechts enkele vindplaatsen bekend uit kalkarme delen van de duinen van Schouwen en Walcheren en van het zandgebied in Zeeuws-Vlaanderen. Elders in Nederland, op de zandgrond, is deze soort vrij algemeen.

Auteur

-A.M.M. van Haperen