Medici uit de familie Jantsen (later Janssen): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Jantsen (later Janssen), Medici Uit De Familie | | above = Jantsen (later Janssen), Medici Uit De Familie | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:Fam Jantsen.jpg|right| | [[Bestand:Fam Jantsen.jpg|right|thumb|350px|De oorsprong van de familie Jantsen ligt in het Limburgse Maastricht. Foto: Panorama vanaf Sint-Servaas, 1893, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Bron: Wikimedia Commons]] | ||
Medici uit de familie. | Medici uit de familie. | ||
Huidige versie van 17 okt 2024 om 10:15
Jantsen (later Janssen), Medici Uit De Familie |
---|
Medici uit de familie.
1. Johannes Quirinus (gedoopt Maastricht 9 juni 1754 - Aardenburg 16 mei 1824). Medicus. Zoon van een eenvoudig handwerksman in Maastricht; begon zijn opleiding in een barbierswinkel, werd frater of veldscheerder en zelfs wondheler in het Staatse leger. Op deze wijze kwam hij in Staats-Vlaanderen. Hij verliet de dienst en vestigde zich in Aardenburg. Hij trouwde in 1786 met Anna van Namen, een schependochter uit Vlissingenen werd lid van de Waalse gemeente, waartoe vele aanzienlijken behoorden. Hij had drie zonen. De oudste, Johannes Antonis, verkoos de kansel; de tweede, Bartholomeus, werd rechter.
2. Jacobus (Aardenburg 20 maart 1788 - Axel 23 oktober 1835). Medicus.
Derde zoon van Johannes Quirinus, promoveerde in 1810 te Utrecht op `De morbis convulsivis in genere, et speciatim de spasmo maxillae' (over spierverstijving in het algemeen en over mondklem in het bijzonder). Na aanvankelijk in Gent gewoond te hebben, vestigde hij zich te Axel waar hij een grote praktijk had, die hem tot rijkdom bracht. Hij was lid van de Provinciale Staten, van de Provinciale Geneeskundige Commissie en van veel verenigingen.
3. Willem Johannes (St.-Anna ter Muiden 23 augustus 1814 -1 april 1872). Medicus.
Zoon van Johannes Antonis, vestigde zich te Kruiningen na in 1836 gepromoveerd te zijn op een dissertatie`De nicotiana' (over tabak). Hij had een grote praktijk en was rijk.
4. Johannes Marius ('s-Heer Abtskerke 22 september 1840 - Domburg 20 april 1889). Medicus. Studeerde aan de Geneeskundige School te Middelburg en vestigde zich te Zuidzande, waar hij royaal in zijn levensonderhoud kon voorzien. In 1881 verhuisde hij naar Domburg en werd baddokter. Als zodanig was hij zeer gezien; ook deed hij dagelijks meteorologische waarnemingen en schreef hij een boekje over de badplaats.
5. Levinus Hoelands (Axel 18 februari 1817 - Axel 21 mei 1868). Medicus.
Zoon van Jacobus, promoveerde in 1839 te Utrecht op `De chlorosi' (anaemie wegens ijzergebrek). Hij praktizeerde samen met zijn vader en volgde die later op.
6. Jan Hendrik Quirinus (Axel 13 augustus 1815 - Middelburg 21 juli 1873). Medicus. Tweede zoon van Jacobus, promoveerde in 1836 in Utrecht op 'De febribus intermittentibus perniciosis, speciatim Zeelandiae regionis' (over intermitterende hoogst gevaarlijke koortsen, die vooral in Zeeuwse streken geheerst hebben). Volgde in Parijs een opleiding in de chirurgie, waarna hij zich in Middelburg vestigde.
7. Quirinus Johannes Marius (Goes 13 juli 1827 – Wissenkerke 16 oktober 1898 ) Medicus. Kleinzoon van Bartholomeus, promoveerde in 1854 te Utrecht op 'Continens casus compressionis medullae spinalis' (een chronisch geval van druk op het ruggegraatsmerg). Later promoveerde hij nog tweemaal. Hij had een zeer grote praktijk te Wissenkerke.
8. Hubertus Anna (geb. Kloetinge 15 januari 1857). Medicus.
Ook een kleinzoon van Bartholomeus, bereikte de rang van officier van gezondheid 3e klas en promoveerde in 1882 te Leiden op 'Over de onzichtbare huidafscheiding bij den gezonden mensch en bij nierlijders'. Hij vestigde zich later te Amsterdam.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
A.M. Lauret, herz. Peter Sijnke (2011).
Literatuur
Fokker en De Man, Zeeuwsche medici.