Cornelis Hunnius: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
k Andrea van Boven heeft de pagina Cornelis Hunnius, jurist hernoemd naar Cornelis Hunnius zonder een doorverwijzing achter te laten: Onjuist gespelde titel
 
(3 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{InfoboxPersoon
{{InfoboxPersoon
| afbeelding =  
| afbeelding = [[Bestand:C Hunnius.jpg|250px]]
| naam = Cornelis Hunnius
| naam = Cornelis Hunnius
| onderschrift =   
| onderschrift =  Cornelis Hunnius bezocht van 1708 tot 1713 de Latijnse school (onder) in Middelburg. Tekening uit de Cronyk van Smallegange. Latijnse school, Gasthuis, Gasthuiskerk en de beurs. Collectie Jan Anderson. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 2438.
| geboortedatum = ?
| geboortedatum = ?
| geboorteplaats =  
| geboorteplaats =  
Regel 10: Regel 10:
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/ Cornelis Hunnius]
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/ Cornelis Hunnius]
}}
}}
==Biografie==
Jurist. Bezocht sinds 1708 tot zijn publieke promotie in 1713 de Latijnse school te Middelburg. Op 20 juni 1717 promoveerde hij te Franeker in de rechten op een dissertatie, opgedragen aan zijn vader Bauduinis Hunnius en zijn oom Andreas Caan, burgemeester van Vlissingen, waarna hij zich als advocaat te Middelburg vestigde. Op 13 juli 1752 werd hij benoemd tot tweede secretaris van de stad, in hetzelfde jaar ontving hij een toelage als commissaris van kleine zaken; 3 juni 1756 werd hij tot eerste secretaris bevorderd welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. Zijn jaarwedde werd tot 3 november 1765 aan zijn weduwe uitbetaald. Hij schijnt zich verdienstelijk te hebben gemaakt bij een uitgave der ‘Keuren van Zeeland’.
Jurist. Bezocht sinds 1708 tot zijn publieke promotie in 1713 de Latijnse school te Middelburg. Op 20 juni 1717 promoveerde hij te Franeker in de rechten op een dissertatie, opgedragen aan zijn vader Bauduinis Hunnius en zijn oom Andreas Caan, burgemeester van Vlissingen, waarna hij zich als advocaat te Middelburg vestigde. Op 13 juli 1752 werd hij benoemd tot tweede secretaris van de stad, in hetzelfde jaar ontving hij een toelage als commissaris van kleine zaken; 3 juni 1756 werd hij tot eerste secretaris bevorderd welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. Zijn jaarwedde werd tot 3 november 1765 aan zijn weduwe uitbetaald. Hij schijnt zich verdienstelijk te hebben gemaakt bij een uitgave der ‘Keuren van Zeeland’.


Regel 26: Regel 27:
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Geschiedenis]]
[[category:Geschiedenis]]
[[category:Diversen]]


{{DEFAULTSORT:Hunnius, Cornelis. Jurist}}
{{DEFAULTSORT: Hunnius, Cornelis. Jurist}}

Huidige versie van 21 nov 2024 om 13:25

Cornelis Hunnius

Cornelis Hunnius bezocht van 1708 tot 1713 de Latijnse school (onder) in Middelburg. Tekening uit de Cronyk van Smallegange. Latijnse school, Gasthuis, Gasthuiskerk en de beurs. Collectie Jan Anderson. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 2438.
Geboren ?
Overleden 3 oktober 1765 Middelburg
Beroep Jurist
VIAF Cornelis Hunnius

Biografie

Jurist. Bezocht sinds 1708 tot zijn publieke promotie in 1713 de Latijnse school te Middelburg. Op 20 juni 1717 promoveerde hij te Franeker in de rechten op een dissertatie, opgedragen aan zijn vader Bauduinis Hunnius en zijn oom Andreas Caan, burgemeester van Vlissingen, waarna hij zich als advocaat te Middelburg vestigde. Op 13 juli 1752 werd hij benoemd tot tweede secretaris van de stad, in hetzelfde jaar ontving hij een toelage als commissaris van kleine zaken; 3 juni 1756 werd hij tot eerste secretaris bevorderd welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. Zijn jaarwedde werd tot 3 november 1765 aan zijn weduwe uitbetaald. Hij schijnt zich verdienstelijk te hebben gemaakt bij een uitgave der ‘Keuren van Zeeland’.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

L. Hageman en A. Teunis, gecontroleerd redactie 2013

Literatuur

  • Nagtglas, Levensberichten.
  • Voegler, Middelburgsch gymnasium (1906).
  • N.N.B.W. III.