Lucas de Heere (d' Heere of Mijnsheeren): verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
W. van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 10: Regel 10:
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/47561729 Lucas de Heere (d' Heere of Mijnsheeren)]
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/47561729 Lucas de Heere (d' Heere of Mijnsheeren)]
}}
}}
Kunstschilder, dichter en oudheidkundige. Zoon van de beeldhouwer Jan de Heere en de miniatuurschilderes Anna Smijters; heeft een stormachtig en avontuurlijk leven geleid. Na het eerste onderricht van zijn vader kreeg hij les van Frans Floris in Antwerpen. Nog geen twintig jaar oud werkte hij in Fontainebleau als ontwerper van wandtapijten voor Catharina de Medici, kort daarna schilderde hij in Engeland enkele beroemde portretten, onder andere van koningin Maria Tudor. Toen hij zich in Gent vestigde als portrettist, was hij reeds een gevierd schilder. Eén van zijn eerste opdrachten was een portret van Eleonora Carbonniers, een dochter van een burgemeester van Veere, met wie hij na een stormachtige en poëtische vrijage trouwde. Als protestant moest hij in 1567 naar Engeland vluchten. Daar oogstte hij veel succes en maak te er ook zijn merkwaardigste werk, de tekeningenserie 'Theatre de tous les peupies et nations de la terre', een soort catalogus van volkeren en klederdrachten, nu in het stadsarchief in Gent. Hij keerde in 1576 naar Gent terug waarvandaan hij geregeld contact met Zeeland onderhield: in 1577 nam hij in Middelburg deel aan het avondmaal. Bij de dood van prins Willem van Oranje in 1584 moest hij opnieuw vluchten;hij stierf nog datzelfde jaar te Parijs. De Heere was een typische renaissance-figuur, enorm veelzijdig en hevig betrokken hij de gebeurtenissen van zijn tijd. Vooral in het ontwerpen van decoraties, ornamenten en erepoorten was hij een meester. Schilderijen heeft hij slechts weinig gemaakt, waarschijnlijk omdat zijn andere activiteiten hem teveel in beslag namen. Zij zijn nogal saai en levenloos; de versieringen spreken meer dan het onderwerp. Belangrijker is hij als dichter: hij was bevriend met Marnix van Sint Aldegonde en schreef een fraai Nederlands. Hij was ook één der eersten die Nederlandse sonnetten schreven. In al zijn werk spreekt een hartstochtelijk medeleven met zijn tijd: het bekendst is zijn bundel 'Den hof en boomgaard der poësiën' (1565).
==Biografie==
Kunstschilder, dichter en oudheidkundige. Zoon van de beeldhouwer Jan de Heere en de miniatuurschilderes Anna Smijters; heeft een stormachtig en avontuurlijk leven geleid. Na het eerste onderricht van zijn vader kreeg hij les van Frans Floris in Antwerpen. Nog geen twintig jaar oud werkte hij in Fontainebleau als ontwerper van wandtapijten voor Catharina de Medici, kort daarna schilderde hij in Engeland enkele beroemde portretten, onder andere van koningin Maria Tudor. Toen hij zich in Gent vestigde als portrettist, was hij reeds een gevierd schilder. Eén van zijn eerste opdrachten was een portret van Eleonora Carbonniers, een dochter van een burgemeester van Veere, met wie hij na een stormachtige en poëtische vrijage trouwde. Als protestant moest hij in 1567 naar Engeland vluchten. Daar oogstte hij veel succes en maak te er ook zijn merkwaardigste werk, de tekeningenserie 'Theatre de tous les peupies et nations de la terre', een soort catalogus van volkeren en klederdrachten, nu in het stadsarchief in Gent. Hij keerde in 1576 naar Gent terug waarvandaan hij geregeld contact met Zeeland onderhield: in 1577 nam hij in Middelburg deel aan het avondmaal.  
 
Bij de dood van prins Willem van Oranje in 1584 moest hij opnieuw vluchten;hij stierf nog datzelfde jaar te Parijs. De Heere was een typische renaissance-figuur, enorm veelzijdig en hevig betrokken hij de gebeurtenissen van zijn tijd. Vooral in het ontwerpen van decoraties, ornamenten en erepoorten was hij een meester. Schilderijen heeft hij slechts weinig gemaakt, waarschijnlijk omdat zijn andere activiteiten hem teveel in beslag namen. Zij zijn nogal saai en levenloos; de versieringen spreken meer dan het onderwerp. Belangrijker is hij als dichter: hij was bevriend met Marnix van Sint Aldegonde en schreef een fraai Nederlands. Hij was ook één der eersten die Nederlandse sonnetten schreven. In al zijn werk spreekt een hartstochtelijk medeleven met zijn tijd: het bekendst is zijn bundel 'Den hof en boomgaard der poësiën' (1565).


==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984==
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984==
Regel 25: Regel 28:
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Kunst & cultuur]]
[[category:Kunst & cultuur]]
[[category:Schilderkunst]]


{{DEFAULTSORT:Heere (d' Heere of Mijnsheeren, Lucas de)}
{{DEFAULTSORT:Heere (d' Heere of Mijnsheeren, Lucas de)}}

Huidige versie van 12 nov 2024 om 10:09

Lucas de Heere (d' Heere of Mijnsheeren)

Schilderij van Lucas de Heere uit 1567. Twee collega's, de linker in parlementaire gewaden en die in het midden in de gewaden van de Orde van de Kousenband, en een hellebaard in de livrei van Elizabeth I van Engeland. Bron: Wikimedia Commons.
Geboren 1534 Gent
Overleden 29 augustus 1584 Parijs
Beroep Kunstschilder, dichter en oudheidkundige
VIAF Lucas de Heere (d' Heere of Mijnsheeren)

Biografie

Kunstschilder, dichter en oudheidkundige. Zoon van de beeldhouwer Jan de Heere en de miniatuurschilderes Anna Smijters; heeft een stormachtig en avontuurlijk leven geleid. Na het eerste onderricht van zijn vader kreeg hij les van Frans Floris in Antwerpen. Nog geen twintig jaar oud werkte hij in Fontainebleau als ontwerper van wandtapijten voor Catharina de Medici, kort daarna schilderde hij in Engeland enkele beroemde portretten, onder andere van koningin Maria Tudor. Toen hij zich in Gent vestigde als portrettist, was hij reeds een gevierd schilder. Eén van zijn eerste opdrachten was een portret van Eleonora Carbonniers, een dochter van een burgemeester van Veere, met wie hij na een stormachtige en poëtische vrijage trouwde. Als protestant moest hij in 1567 naar Engeland vluchten. Daar oogstte hij veel succes en maak te er ook zijn merkwaardigste werk, de tekeningenserie 'Theatre de tous les peupies et nations de la terre', een soort catalogus van volkeren en klederdrachten, nu in het stadsarchief in Gent. Hij keerde in 1576 naar Gent terug waarvandaan hij geregeld contact met Zeeland onderhield: in 1577 nam hij in Middelburg deel aan het avondmaal.

Bij de dood van prins Willem van Oranje in 1584 moest hij opnieuw vluchten;hij stierf nog datzelfde jaar te Parijs. De Heere was een typische renaissance-figuur, enorm veelzijdig en hevig betrokken hij de gebeurtenissen van zijn tijd. Vooral in het ontwerpen van decoraties, ornamenten en erepoorten was hij een meester. Schilderijen heeft hij slechts weinig gemaakt, waarschijnlijk omdat zijn andere activiteiten hem teveel in beslag namen. Zij zijn nogal saai en levenloos; de versieringen spreken meer dan het onderwerp. Belangrijker is hij als dichter: hij was bevriend met Marnix van Sint Aldegonde en schreef een fraai Nederlands. Hij was ook één der eersten die Nederlandse sonnetten schreven. In al zijn werk spreekt een hartstochtelijk medeleven met zijn tijd: het bekendst is zijn bundel 'Den hof en boomgaard der poësiën' (1565).

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

A.J. Beenhakker

Literatuur

  • Rudelsheim, Lucas d' Heere.
  • W.A.P. Smit, Dichters der Reformatie.