Carolus Johannes Picke/EvZ1982-1984: verschil tussen versies
Nieuwe pagina aangemaakt met '(Koudekerke, `Steenhoven', 21 april 1831-Middelburg 18 maart 1887). Burgemeester en staatsman. Studeerde rechten te Utrecht en vestigde zich na zijn promotie als ad...' |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
(Koudekerke, `Steenhoven', 21 april 1831-Middelburg 18 maart 1887). Burgemeester en staatsman. Studeerde rechten te Utrecht en vestigde zich na zijn promotie als advocaat in Middelburg. In 1860 vertrok hij naar Tholen, waar hij tot kantonrechter werd benoemd. In deze plaats maakte hij zich zeer verdienstelijk voor het lager onderwijs. In 1866 volgde tot veler verrassing zijn benoeming tot minister van justitie in het kabinet Fransen van de Putte, dat het echter nog geen zes maanden uithield. Pické werd hierna officier van justitie in Middelburg en raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof. Tevens was hij schoolopziener en voorzitter van de Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw. In 1876 kwam hij als liberaal in de Eerste Kamer en op 1 januari 1879 werd hij tevens burgemeester van Middelburg. | (Koudekerke, `Steenhoven', 21 april 1831-Middelburg 18 maart 1887). Burgemeester en staatsman. | ||
Studeerde rechten te Utrecht en vestigde zich na zijn promotie als advocaat in Middelburg. In 1860 vertrok hij naar Tholen, waar hij tot kantonrechter werd benoemd. In deze plaats maakte hij zich zeer verdienstelijk voor het lager onderwijs. In 1866 volgde tot veler verrassing zijn benoeming tot minister van justitie in het kabinet Fransen van de Putte, dat het echter nog geen zes maanden uithield. Pické werd hierna officier van justitie in Middelburg en raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof. Tevens was hij schoolopziener en voorzitter van de Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw. In 1876 kwam hij als liberaal in de Eerste Kamer en op 1 januari 1879 werd hij tevens burgemeester van Middelburg. | |||
Huidige versie van 17 jul 2020 om 09:28
(Koudekerke, `Steenhoven', 21 april 1831-Middelburg 18 maart 1887). Burgemeester en staatsman. Studeerde rechten te Utrecht en vestigde zich na zijn promotie als advocaat in Middelburg. In 1860 vertrok hij naar Tholen, waar hij tot kantonrechter werd benoemd. In deze plaats maakte hij zich zeer verdienstelijk voor het lager onderwijs. In 1866 volgde tot veler verrassing zijn benoeming tot minister van justitie in het kabinet Fransen van de Putte, dat het echter nog geen zes maanden uithield. Pické werd hierna officier van justitie in Middelburg en raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof. Tevens was hij schoolopziener en voorzitter van de Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw. In 1876 kwam hij als liberaal in de Eerste Kamer en op 1 januari 1879 werd hij tevens burgemeester van Middelburg.