Wilhem van Citters de jonge: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 10: Regel 10:
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/281252882 Wilhem van Citters]
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/281252882 Wilhem van Citters]
}}
}}
== Levensloop ==
==Biografie==
Wilhem van Citters de jonge was de zoon van [[Wilhem van Citters de oude]] en een neef van Caspar van Citters, raadpensionaris van Zeeland van 1718 tot 1734. Hij studeerde rechten te Leiden, waar hij 1 augustus 1744 promoveerde op een dissertatie ‘De injusto, rupto, irrito facto testamento’. Hij vestigde zich te Middelburg, waar hij in 1750 werd benoemd tot pensionaris. In deze functie vertegenwoordigt hij de Republiek tussen 1752 en 1755 als een van de drie commissarissen plenipotentiaris bij de conferentie te Brussel in zake het Barrièretractaat. In 1757 werd hij benoemd tot secretaris van de Staten van Zeeland, vervolgens werd hij in 1763 benoemd tot raadpensionaris van het gewest. Na het overlijden van [[Jan van Borssele]] in 1764 werd hij gekozen tot diens opvolger als vertegenwoordiger van [[Willem V]] als Eerste Edele van Zeeland; bij het bereiken van de meerderjarigheid van de Stadhouder werd hij hierin bevestigd (1766). In 1767 deed hij afstand van de waardigheid, nadat de benoemingsrechten werden ingeperkt door de centralistische bestuursvisie van de hertog van Brunswijk, de adviseur van de stadhouder. De volgende twintig jaar zou hij de stadhouder en de hertog waar mogelijk tegenwerken. Na deelname aan de onderhandelingen te Brussel in 1772 overlegde Van Citters aan de vooravond van de Vierde Engelse Oorlog met Willem II en Yorke, de afgevaardigde van Engeland, om Zeeland uit de Unie te laten treden en aansluiting te zoeken met Engeland om op die manier buiten de oorlog te blijven. Dit werd door Engeland afgewezen.
Wilhem van Citters de jonge was de zoon van [[Wilhem van Citters de oude]] en een neef van Caspar van Citters, raadpensionaris van Zeeland van 1718 tot 1734. Hij studeerde rechten te Leiden, waar hij 1 augustus 1744 promoveerde op een dissertatie ‘De injusto, rupto, irrito facto testamento’. Hij vestigde zich te Middelburg, waar hij in 1750 werd benoemd tot pensionaris. In deze functie vertegenwoordigt hij de Republiek tussen 1752 en 1755 als een van de drie commissarissen plenipotentiaris bij de conferentie te Brussel in zake het Barrièretractaat. In 1757 werd hij benoemd tot secretaris van de Staten van Zeeland, vervolgens werd hij in 1763 benoemd tot raadpensionaris van het gewest. Na het overlijden van Jan van Borssele in 1764 werd hij gekozen tot diens opvolger als vertegenwoordiger van Willem V als Eerste Edele van Zeeland; bij het bereiken van de meerderjarigheid van de Stadhouder werd hij hierin bevestigd (1766). In 1767 deed hij afstand van de waardigheid, nadat de benoemingsrechten werden ingeperkt door de centralistische bestuursvisie van de hertog van Brunswijk, de adviseur van de stadhouder. De volgende twintig jaar zou hij de stadhouder en de hertog waar mogelijk tegenwerken. Na deelname aan de onderhandelingen te Brussel in 1772 overlegde Van Citters aan de vooravond van de Vierde Engelse Oorlog met Willem II en Yorke, de afgevaardigde van Engeland, om Zeeland uit de Unie te laten treden en aansluiting te zoeken met Engeland om op die manier buiten de oorlog te blijven. Dit werd door Engeland afgewezen.
 
Na het vertrek van de hertog van Brunswijk in 1783 vond er verzoening plaats met stadhouder Willem V. Op voorspraak van zijn voormalige protegé, Laurens van der Spiegel, werd Wilhem in 1787 tot geheim secretaris benoemd als plaatsvervanger van Thomas de Larrey. In 1790 volgde zijn benoeming tot ontvanger-generaal van de Unie. Door de omwenteling van 1795 geraakte hij ambteloos.
Na het vertrek van de hertog van Brunswijk in 1783 vond er verzoening plaats met stadhouder Willem V. Op voorspraak van zijn voormalige protegé, Laurens van der Spiegel, werd Wilhem in 1787 tot geheim secretaris benoemd als plaatsvervanger van Thomas de Larrey. In 1790 volgde zijn benoeming tot ontvanger-generaal van de Unie. Door de omwenteling van 1795 geraakte hij ambteloos.
Buitenom zijn taak als bestuurder was Wilhem vanaf 1753 tot 1792 beëdigd hoofdparticipant(commissaris)van de VOC.
Buitenom zijn taak als bestuurder was Wilhem vanaf 1753 tot 1792 beëdigd hoofdparticipant(commissaris)van de VOC.


== Auteur ==
== Auteur ==
-L. Hageman
L. Hageman


== Literatuur ==
== Literatuur ==
*Van der Aa, Biographisch woordenboek.
*Van der Aa, Biographisch woordenboek.
*Nagtglas, Levensberichten.
*Nagtglas, Levensberichten.


Regel 27: Regel 27:
[[category:politiek]]
[[category:politiek]]
[[category:recht]]
[[category:recht]]
[[category:Geschiedenis]]
{{DEFAULTSORT:Citters de jonge, Wilhelm van}}
{{DEFAULTSORT:Citters de jonge, Wilhelm van}}

Huidige versie van 9 jun 2021 om 09:40

Wilhem van Citters de jonge

Wilhem van Citters de jonge, bron: Wikimedia Commons
Geboren 25 mei 1723 Middelburg
Overleden 17 augustus 1802 Middelburg
Beroep magistraat
VIAF Wilhem van Citters

Biografie

Wilhem van Citters de jonge was de zoon van Wilhem van Citters de oude en een neef van Caspar van Citters, raadpensionaris van Zeeland van 1718 tot 1734. Hij studeerde rechten te Leiden, waar hij 1 augustus 1744 promoveerde op een dissertatie ‘De injusto, rupto, irrito facto testamento’. Hij vestigde zich te Middelburg, waar hij in 1750 werd benoemd tot pensionaris. In deze functie vertegenwoordigt hij de Republiek tussen 1752 en 1755 als een van de drie commissarissen plenipotentiaris bij de conferentie te Brussel in zake het Barrièretractaat. In 1757 werd hij benoemd tot secretaris van de Staten van Zeeland, vervolgens werd hij in 1763 benoemd tot raadpensionaris van het gewest. Na het overlijden van Jan van Borssele in 1764 werd hij gekozen tot diens opvolger als vertegenwoordiger van Willem V als Eerste Edele van Zeeland; bij het bereiken van de meerderjarigheid van de Stadhouder werd hij hierin bevestigd (1766). In 1767 deed hij afstand van de waardigheid, nadat de benoemingsrechten werden ingeperkt door de centralistische bestuursvisie van de hertog van Brunswijk, de adviseur van de stadhouder. De volgende twintig jaar zou hij de stadhouder en de hertog waar mogelijk tegenwerken. Na deelname aan de onderhandelingen te Brussel in 1772 overlegde Van Citters aan de vooravond van de Vierde Engelse Oorlog met Willem II en Yorke, de afgevaardigde van Engeland, om Zeeland uit de Unie te laten treden en aansluiting te zoeken met Engeland om op die manier buiten de oorlog te blijven. Dit werd door Engeland afgewezen.

Na het vertrek van de hertog van Brunswijk in 1783 vond er verzoening plaats met stadhouder Willem V. Op voorspraak van zijn voormalige protegé, Laurens van der Spiegel, werd Wilhem in 1787 tot geheim secretaris benoemd als plaatsvervanger van Thomas de Larrey. In 1790 volgde zijn benoeming tot ontvanger-generaal van de Unie. Door de omwenteling van 1795 geraakte hij ambteloos. Buitenom zijn taak als bestuurder was Wilhem vanaf 1753 tot 1792 beëdigd hoofdparticipant(commissaris)van de VOC.

Auteur

L. Hageman

Literatuur

  • Van der Aa, Biographisch woordenboek.
  • Nagtglas, Levensberichten.