Johannes ab Utrecht Dresselhuis: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
 
(5 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 8: Regel 8:
| overlijdensplaats = Middelburg
| overlijdensplaats = Middelburg
| beroep = predikant, schoolopziener en gemeentearchivaris van Goes
| beroep = predikant, schoolopziener en gemeentearchivaris van Goes
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/29884022 J. ab Utrecht Dresselhuis]
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/29884022 J. Ab Utrecht Dresselhuis]
}}
}}
== Beroeping als predikant ==
== Beroeping als predikant ==
Doorliep de lagere en Latijnse school in Kampen, waar hij zijn schoolopleiding afmaakte, hoewel zijn vader eerder als predikant naar Aardenburg vertrokken was. Ging in 1806 theologie studeren en legde op 9 september 1810 in Middelburg het kerkelijk examen af. Werd korte tijd later benoemd tot predikant in Hoofdplaat, voor welke functie hij ontheffing kreeg van de bepaling dat een leraar tenminste 25 jaar oud moest zijn (tijdens de Bataafse Republiek). Na een drietal beroepingen te hebben afgeslagen nam hij die naar Wolphaartsdijk in 1819 aan. Hij bleef daar werkzaam tot januari 1858, toen hij wegens een beroerte op eigen verzoek met emeritaat ging. Naast zijn werk als predikant vervulde Dresselhuis andere kerkelijke en onderwijskundige functies. Zo was hij lid van het klassikaal bestuur van Goes (1821), lid van het provinciaal kerkbestuur van Zeeland en afgevaardigde naar de algemene synode (1848). Vanwege zijn exegetische verdiensten werd hij benoemd tot revisor voor de Bijbelvertaling van het Nieuwe Testament.  
Doorliep de lagere en Latijnse school in Kampen, waar hij zijn schoolopleiding afmaakte, hoewel zijn vader eerder als predikant naar Aardenburg vertrokken was. Ging in 1806 theologie studeren en legde op 9 september 1810 in Middelburg het kerkelijk examen af. Werd korte tijd later benoemd tot predikant in Hoofdplaat, voor welke functie hij ontheffing kreeg van de bepaling dat een leraar tenminste 25 jaar oud moest zijn (tijdens de Bataafse Republiek). Na een drietal beroepingen te hebben afgeslagen nam hij die naar Wolphaartsdijk in 1819 aan. Hij bleef daar werkzaam tot januari 1858, toen hij wegens een beroerte op eigen verzoek met emeritaat ging. Naast zijn werk als predikant vervulde Dresselhuis andere kerkelijke en onderwijskundige functies. Zo was hij lid van het klassikaal bestuur van Goes (1821), lid van het provinciaal kerkbestuur van Zeeland en afgevaardigde naar de algemene synode (1848). Vanwege zijn exegetische verdiensten werd hij benoemd tot revisor voor de Bijbelvertaling van het Nieuwe Testament.  
[[Bestand:Dresselhuis_134932.jpg|thumb|left|250px|Gedenkteken voor Johannes ab Utrecht Dresselhuis ontworpen door de Antwerpenaar J.J. Rousseau in 1862, fotoarchief PZC, foto augustus 1962, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 134932]]


== Historisch onderzoek en aanstelling als gemeentearchivaris ==
== Historisch onderzoek en aanstelling als gemeentearchivaris ==
[[Bestand:Dresselhuis_134932.jpg|thumb|left|250px|Gedenkteken voor Johannes ab Utrecht Dresselhuis ontworpen door de Antwerpenaar J.J. Rousseau in 1862, fotoarchief PZC, foto augustus 1962, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 134932]]
Sinds zijn aanstelling in Hoofdplaat (1810) ging zijn grootste belangstelling echter uit naar geschiedenis en archeologie, in het bijzonder van Zeeland. Aanvankelijk was zijn werkterrein Zeeuws-Vlaanderen; later nam hij vanuit Wolphaartsdijk heel Zeeland tot onderzoekingsgebied, wat resulteerde in een groot aantal publicaties in onder andere het ‘Maandboekje voor Zuid- en Noord-Beveland’ (1826-1832), de ‘Zeeuwsche Volksalmanak’, het ‘Jaarboekje Zeeland’ en de Middelburgsche en Goessche Courant. Van de Zeeuwse steden heeft hij vooral de geschiedenis van Goes, waar hij in 1852 tot gemeentearchivaris werd benoemd, uitgebreid beschreven. Uit waardering voor zijn werk werd hij door de Groningse Universiteit in 1852 benoemd tot doctor honoris causa in de theologie. Ook was hij lid van verscheidene wetenschappelijke genootschappen, zoals onder meer het Zeeuwsch Genootschap (1819), het Provinciaal  Utrechts Genootschap en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in Leiden (1830). In Wolphaartsdijk werd op 1 november 1862 een gedenkteken voor hem onthuld: een obelisk die voor de kerk staat.  
Sinds zijn aanstelling in Hoofdplaat (1810) ging zijn grootste belangstelling echter uit naar geschiedenis en archeologie, in het bijzonder van Zeeland. Aanvankelijk was zijn werkterrein Zeeuws-Vlaanderen; later nam hij vanuit Wolphaartsdijk heel Zeeland tot onderzoekingsgebied, wat resulteerde in een groot aantal publicaties in onder andere het ‘Maandboekje voor Zuid- en Noord-Beveland’ (1826-1832), de ‘Zeeuwsche Volksalmanak’, het ‘Jaarboekje Zeeland’ en de Middelburgsche en Goessche Courant. Van de Zeeuwse steden heeft hij vooral de geschiedenis van Goes, waar hij in 1852 tot gemeentearchivaris werd benoemd, uitgebreid beschreven. Uit waardering voor zijn werk werd hij door de Groningse Universiteit in 1852 benoemd tot doctor honoris causa in de theologie. Ook was hij lid van verscheidene wetenschappelijke genootschappen, zoals onder meer het Zeeuwsch Genootschap (1819), het Provinciaal  Utrechts Genootschap en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in Leiden (1830). In Wolphaartsdijk werd op 1 november 1862 een gedenkteken voor hem onthuld: een obelisk die voor de kerk staat.  
Belangrijkste werken m.b.t. Zeeland: zie bi bliografie.
Belangrijkste werken m.b.t. Zeeland: zie bi bliografie.
Regel 20: Regel 20:
== Bekniopte bibliografie ==
== Bekniopte bibliografie ==
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/325089671 ''Afdruk en vertaling van het oudste charter in het archief der provincie Zeeland'' (S.l., 1848).]
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/325089671 ''Afdruk en vertaling van het oudste charter in het archief der provincie Zeeland'' (S.l., 1848).]
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/]
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/325188009 ''De redenrijkers te Goes'' (S.l., 1830).]
 
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/790198851 ''De provincie Zeeland'' (Middelburg, 1824).] Facsimile druk.
*[https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/zva/1844-01-01/edition/null/page/214 'Oostindische voyage der drie eerste Zeeuwsche compagnieschepen', in: ''Zeeuwsche Volks-almanak'' (1844) 80-99.]
=== Overzicht van werken en geschriften van J. ab Utrecht Dresselhuis ===
=== Overzicht van werken en geschriften van J. ab Utrecht Dresselhuis ===
*[https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/arc/1862-01-01/edition/0/page/45 'Lijst der werken en geschriften', in: ''Archief'' (1862) 45-51]
*[https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/arc/1862-01-01/edition/0/page/45 'Lijst der werken en geschriften', in: ''Archief'' (1862) 45-51]
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 ==
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 ==
{{GoToOriginal}}
{{GoToOriginal}}


== Auteur ==
== Auteur ==
-?
H.A.F. van Noordwijk


== Literatuur ==
==Bronnen==
*H.Q. Janssen, Dr. Joh. ab Utrecht Dresselhuis
*H.Q. Janssen, Dr. Joh. ab Utrecht Dresselhuis
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/305144553 Johannes ab Utrecht Dresselhuis (documentatiemap) (Middelburg: ZB, 2008).]
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/305144553 Johannes ab Utrecht Dresselhuis (documentatiemap) (Middelburg: ZB, 2008).]
Regel 39: Regel 41:
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:persoon]]
[[category:persoon]]
{{DEFAULTSORT:Dresselhuis, Johannes ab Utrecht}}

Huidige versie van 13 feb 2023 om 13:39

Johannes ab Utrecht Dresselhuis

J. ab Utrecht Dresselhuis, silhouet met ridderkruis en facsimile van zijn handtekening, Collectie KZGW, ZI IV, 0331.
Geboren 30 september 1789 Kampen
Overleden 23 augustus 1861 Middelburg
Beroep predikant, schoolopziener en gemeentearchivaris van Goes
VIAF J. Ab Utrecht Dresselhuis

Beroeping als predikant

Doorliep de lagere en Latijnse school in Kampen, waar hij zijn schoolopleiding afmaakte, hoewel zijn vader eerder als predikant naar Aardenburg vertrokken was. Ging in 1806 theologie studeren en legde op 9 september 1810 in Middelburg het kerkelijk examen af. Werd korte tijd later benoemd tot predikant in Hoofdplaat, voor welke functie hij ontheffing kreeg van de bepaling dat een leraar tenminste 25 jaar oud moest zijn (tijdens de Bataafse Republiek). Na een drietal beroepingen te hebben afgeslagen nam hij die naar Wolphaartsdijk in 1819 aan. Hij bleef daar werkzaam tot januari 1858, toen hij wegens een beroerte op eigen verzoek met emeritaat ging. Naast zijn werk als predikant vervulde Dresselhuis andere kerkelijke en onderwijskundige functies. Zo was hij lid van het klassikaal bestuur van Goes (1821), lid van het provinciaal kerkbestuur van Zeeland en afgevaardigde naar de algemene synode (1848). Vanwege zijn exegetische verdiensten werd hij benoemd tot revisor voor de Bijbelvertaling van het Nieuwe Testament.

Gedenkteken voor Johannes ab Utrecht Dresselhuis ontworpen door de Antwerpenaar J.J. Rousseau in 1862, fotoarchief PZC, foto augustus 1962, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 134932

Historisch onderzoek en aanstelling als gemeentearchivaris

Sinds zijn aanstelling in Hoofdplaat (1810) ging zijn grootste belangstelling echter uit naar geschiedenis en archeologie, in het bijzonder van Zeeland. Aanvankelijk was zijn werkterrein Zeeuws-Vlaanderen; later nam hij vanuit Wolphaartsdijk heel Zeeland tot onderzoekingsgebied, wat resulteerde in een groot aantal publicaties in onder andere het ‘Maandboekje voor Zuid- en Noord-Beveland’ (1826-1832), de ‘Zeeuwsche Volksalmanak’, het ‘Jaarboekje Zeeland’ en de Middelburgsche en Goessche Courant. Van de Zeeuwse steden heeft hij vooral de geschiedenis van Goes, waar hij in 1852 tot gemeentearchivaris werd benoemd, uitgebreid beschreven. Uit waardering voor zijn werk werd hij door de Groningse Universiteit in 1852 benoemd tot doctor honoris causa in de theologie. Ook was hij lid van verscheidene wetenschappelijke genootschappen, zoals onder meer het Zeeuwsch Genootschap (1819), het Provinciaal Utrechts Genootschap en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in Leiden (1830). In Wolphaartsdijk werd op 1 november 1862 een gedenkteken voor hem onthuld: een obelisk die voor de kerk staat. Belangrijkste werken m.b.t. Zeeland: zie bi bliografie.

Bekniopte bibliografie

Overzicht van werken en geschriften van J. ab Utrecht Dresselhuis

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

H.A.F. van Noordwijk

Bronnen