Hendrik Jacob Doorn: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
 
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 12: Regel 12:
== Familie, huwelijk en aanvang carrière ==
== Familie, huwelijk en aanvang carrière ==
Hendrik Jacob Doorn was baron van Westkapelle, Welzinge en Nieuwerve. Hij was een zoon van mr. [[Abraham van Doorn]], schepen en maire van Vlissingen, later landdrost van Zeeland; tevens reder van drie schepen, die op West-Indië voeren en van [[Pieternella Wilhelmina van Dishoeck]], dochter van [[Anthony Pieter van Dishoeck]], die in 1733 in Vlissingen het Van Dishoeckhuis liet bouwen (dat in 1986 werd afgebroken). Na de Latijnse school te Vlissingen te hebben doorlopen en aan de Leidse Universiteit te hebben gestudeerd, vestigde hij zich in Middelburg en trouwde aldaar in 1810 de dochter van de Middelburgse burgemeester Schorer, jonkvrouwe [[Adriana Wilhelmina Magdalena Schorer]]. Van zijn vader, die in 1814 overleed, erfde hij de buitenplaats '[[der Boede]]' te Koudekerke, terwijl  zijn broer, mr. [[Anthony Pieter van Doorn]], president van het Hof van Zeeland, de buitenplaats `[[Moesbosch]]' te Koudekerke erfde, thans nog in het bezit der Van Doorns. In 1818 werd Hendrik Jacob benoemd tot gouverneur van Zeeland als opvolger van zijn schoonvader, terwijl in 1826 zijn benoeming volgde tot gouverneur van Oost-Vlaanderen, welke post hij tot de Belgische Opstand in 1830 bekleedde; hij woonde toen in Gent.  
Hendrik Jacob Doorn was baron van Westkapelle, Welzinge en Nieuwerve. Hij was een zoon van mr. [[Abraham van Doorn]], schepen en maire van Vlissingen, later landdrost van Zeeland; tevens reder van drie schepen, die op West-Indië voeren en van [[Pieternella Wilhelmina van Dishoeck]], dochter van [[Anthony Pieter van Dishoeck]], die in 1733 in Vlissingen het Van Dishoeckhuis liet bouwen (dat in 1986 werd afgebroken). Na de Latijnse school te Vlissingen te hebben doorlopen en aan de Leidse Universiteit te hebben gestudeerd, vestigde hij zich in Middelburg en trouwde aldaar in 1810 de dochter van de Middelburgse burgemeester Schorer, jonkvrouwe [[Adriana Wilhelmina Magdalena Schorer]]. Van zijn vader, die in 1814 overleed, erfde hij de buitenplaats '[[der Boede]]' te Koudekerke, terwijl  zijn broer, mr. [[Anthony Pieter van Doorn]], president van het Hof van Zeeland, de buitenplaats `[[Moesbosch]]' te Koudekerke erfde, thans nog in het bezit der Van Doorns. In 1818 werd Hendrik Jacob benoemd tot gouverneur van Zeeland als opvolger van zijn schoonvader, terwijl in 1826 zijn benoeming volgde tot gouverneur van Oost-Vlaanderen, welke post hij tot de Belgische Opstand in 1830 bekleedde; hij woonde toen in Gent.  
[[Bestand:derBoede_102640.jpg|thumb|left|250px|Het buiten der Boede bij Koudekerke van H.J. Doorn, foto Mieke Meijer-van der Linde, 10 december 2006, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 102640]]
 
== Verblijf in Den Haag ==
== Verblijf in Den Haag ==
[[Bestand:derBoede_102640.jpg|thumb|left|275px|Het buiten der Boede bij Koudekerke van H.J. Doorn, foto Mieke Meijer-van der Linde, 10 december 2006, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 102640]]
Als gevolg van de Belgische opstand vertrok hij uit België en vestigde zich met zijn gezin in Den Haag (zijn vrouw was inmiddels overleden). [[Koning Willem I]] benoemde hem wegens zijn bekwaamheden eerst tot Staatsraad en vervolgens tot minister van Binnenlandse Zaken; in 1829 was hij reeds door deze vorst wegens zijn vele verdiensten verheven in de adelstand. In 1839 huwde hij opnieuw en wel met jonkvrouwe [[Johanna van der Heim]]. [[Koning Willem II]] benoemde hem in 1840 tot Vice-President van de Raad van State, in welke kwaliteit hij voortaan de ministerraad voorzat. Gezien zijn grote macht en het feit dat hij nooit een blad voor zijn mond nam, groeide er langzamerhand verzet tegen zijn persoon, hetgeen in 1848 culmineerde in zijn ontslag als minister (overigens met alle andere ministers), zulks als gevolg van een in te voeren grondwetsherziening; tevens volgde zijn ontslag als Vice-President. Hij bleef toen vrij teruggetrokken wonen in zijn huis 'Eik en Duinen' aan de Loosduinseweg. [[Koning Willem III]] benoemde hem tot opperhofmaarschalk en vanaf 1845 was hij curator van de Leidse Hogeschool. In voornoemd huis stierf hij, na, zoals van hem wordt gezegd, vier koningen trouw te hebben gediend.
Als gevolg van de Belgische opstand vertrok hij uit België en vestigde zich met zijn gezin in Den Haag (zijn vrouw was inmiddels overleden). [[Koning Willem I]] benoemde hem wegens zijn bekwaamheden eerst tot Staatsraad en vervolgens tot minister van Binnenlandse Zaken; in 1829 was hij reeds door deze vorst wegens zijn vele verdiensten verheven in de adelstand. In 1839 huwde hij opnieuw en wel met jonkvrouwe [[Johanna van der Heim]]. [[Koning Willem II]] benoemde hem in 1840 tot Vice-President van de Raad van State, in welke kwaliteit hij voortaan de ministerraad voorzat. Gezien zijn grote macht en het feit dat hij nooit een blad voor zijn mond nam, groeide er langzamerhand verzet tegen zijn persoon, hetgeen in 1848 culmineerde in zijn ontslag als minister (overigens met alle andere ministers), zulks als gevolg van een in te voeren grondwetsherziening; tevens volgde zijn ontslag als Vice-President. Hij bleef toen vrij teruggetrokken wonen in zijn huis 'Eik en Duinen' aan de Loosduinseweg. [[Koning Willem III]] benoemde hem tot opperhofmaarschalk en vanaf 1845 was hij curator van de Leidse Hogeschool. In voornoemd huis stierf hij, na, zoals van hem wordt gezegd, vier koningen trouw te hebben gediend.


== Voorouders ==
== Voorouders ==
Mr. [[Hendrik Jacob baron van Doorn van Westkapelle]] enz. was de zoon van [[Pieternella Wilhelmina van Dishoeck]] (Vlissingen 31 maart 1764-Vlissingen 28 juli 1802) en mr. [[Abraham van Doorn]] (Essequebo 17 juni 1760-Vlissingen 31 mei 1814), Maire van Vlissingen, landdrost van Zeeland. Deze was de zoon van [[Jacomyna Cornelia Lusses]] (2 mei 1742-Essequebo 10 mei 1763) en [[Hendrik van Doorn]] (Essequebo 3 augustus 1732-Essequebo 24 augustus 1764), zoon van [[Josina van Zweert]] (Utrecht 13 mei 1705-Essequebo 11 mei 1753) en [[Abraham van Doorn]] (Berbice 4 december 1695-Berbice 17 juni 1764), die de zoon was van [[Trijntje van Moerkerke]] en [[Hendrik van Doorn]] 1665-ca. 1714), eigenaar van de plantage Nieuw Vlissingen in Berbice. Werd door de Fransen gevangen genomen en als gijzelaar naar Toulon gebracht, waar hij overleed.
Mr. [[Hendrik Jacob baron van Doorn van Westkapelle]] enz. was de zoon van [[Pieternella Wilhelmina van Dishoeck]] (Vlissingen 31 maart 1764-Vlissingen 28 juli 1802) en mr. [[Abraham van Doorn]] (Essequebo 17 juni 1760-Vlissingen 31 mei 1814), Maire van Vlissingen, landdrost van Zeeland. Deze was de zoon van [[Jacomyna Cornelia Lusses]] (2 mei 1742-Essequebo 10 mei 1763) en [[Hendrik van Doorn]] (Essequebo 3 augustus 1732-Essequebo 24 augustus 1764), zoon van [[Josina van Zweert]] (Utrecht 13 mei 1705-Essequebo 11 mei 1753) en [[Abraham van Doorn]] (Berbice 4 december 1695-Berbice 17 juni 1764), die de zoon was van [[Trijntje van Moerkerke]] en [[Hendrik van Doorn]] 1665-ca. 1714), eigenaar van de plantage Nieuw Vlissingen in Berbice. Werd door de Fransen gevangen genomen en als gijzelaar naar Toulon gebracht, waar hij overleed.
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984==
{{GoToOriginal}}


== Auteur ==
== Auteur ==
Regel 30: Regel 34:
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:politiek]]
[[category:politiek]]
{{DEFAULTSORT:Doorn, Hendrik Jacob}}

Huidige versie van 16 feb 2021 om 08:54

Hendrik Jacob Doorn

Hendrik Jacob Doorn, foto, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 120760
Geboren 23 augustus 1786 Vlissingen
Overleden 18 januari 1853 's-Gravenhage
Beroep baron van Westkapelle, vice-president van de Raad van State
VIAF H.J. Doorn

Familie, huwelijk en aanvang carrière

Hendrik Jacob Doorn was baron van Westkapelle, Welzinge en Nieuwerve. Hij was een zoon van mr. Abraham van Doorn, schepen en maire van Vlissingen, later landdrost van Zeeland; tevens reder van drie schepen, die op West-Indië voeren en van Pieternella Wilhelmina van Dishoeck, dochter van Anthony Pieter van Dishoeck, die in 1733 in Vlissingen het Van Dishoeckhuis liet bouwen (dat in 1986 werd afgebroken). Na de Latijnse school te Vlissingen te hebben doorlopen en aan de Leidse Universiteit te hebben gestudeerd, vestigde hij zich in Middelburg en trouwde aldaar in 1810 de dochter van de Middelburgse burgemeester Schorer, jonkvrouwe Adriana Wilhelmina Magdalena Schorer. Van zijn vader, die in 1814 overleed, erfde hij de buitenplaats 'der Boede' te Koudekerke, terwijl zijn broer, mr. Anthony Pieter van Doorn, president van het Hof van Zeeland, de buitenplaats `Moesbosch' te Koudekerke erfde, thans nog in het bezit der Van Doorns. In 1818 werd Hendrik Jacob benoemd tot gouverneur van Zeeland als opvolger van zijn schoonvader, terwijl in 1826 zijn benoeming volgde tot gouverneur van Oost-Vlaanderen, welke post hij tot de Belgische Opstand in 1830 bekleedde; hij woonde toen in Gent.

Verblijf in Den Haag

Het buiten der Boede bij Koudekerke van H.J. Doorn, foto Mieke Meijer-van der Linde, 10 december 2006, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 102640

Als gevolg van de Belgische opstand vertrok hij uit België en vestigde zich met zijn gezin in Den Haag (zijn vrouw was inmiddels overleden). Koning Willem I benoemde hem wegens zijn bekwaamheden eerst tot Staatsraad en vervolgens tot minister van Binnenlandse Zaken; in 1829 was hij reeds door deze vorst wegens zijn vele verdiensten verheven in de adelstand. In 1839 huwde hij opnieuw en wel met jonkvrouwe Johanna van der Heim. Koning Willem II benoemde hem in 1840 tot Vice-President van de Raad van State, in welke kwaliteit hij voortaan de ministerraad voorzat. Gezien zijn grote macht en het feit dat hij nooit een blad voor zijn mond nam, groeide er langzamerhand verzet tegen zijn persoon, hetgeen in 1848 culmineerde in zijn ontslag als minister (overigens met alle andere ministers), zulks als gevolg van een in te voeren grondwetsherziening; tevens volgde zijn ontslag als Vice-President. Hij bleef toen vrij teruggetrokken wonen in zijn huis 'Eik en Duinen' aan de Loosduinseweg. Koning Willem III benoemde hem tot opperhofmaarschalk en vanaf 1845 was hij curator van de Leidse Hogeschool. In voornoemd huis stierf hij, na, zoals van hem wordt gezegd, vier koningen trouw te hebben gediend.

Voorouders

Mr. Hendrik Jacob baron van Doorn van Westkapelle enz. was de zoon van Pieternella Wilhelmina van Dishoeck (Vlissingen 31 maart 1764-Vlissingen 28 juli 1802) en mr. Abraham van Doorn (Essequebo 17 juni 1760-Vlissingen 31 mei 1814), Maire van Vlissingen, landdrost van Zeeland. Deze was de zoon van Jacomyna Cornelia Lusses (2 mei 1742-Essequebo 10 mei 1763) en Hendrik van Doorn (Essequebo 3 augustus 1732-Essequebo 24 augustus 1764), zoon van Josina van Zweert (Utrecht 13 mei 1705-Essequebo 11 mei 1753) en Abraham van Doorn (Berbice 4 december 1695-Berbice 17 juni 1764), die de zoon was van Trijntje van Moerkerke en Hendrik van Doorn 1665-ca. 1714), eigenaar van de plantage Nieuw Vlissingen in Berbice. Werd door de Fransen gevangen genomen en als gijzelaar naar Toulon gebracht, waar hij overleed.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

Van Doorn, herz. Peter Sijnke (2011).

Literatuur

  • Nagtglas, Levensberichten.
  • Thonissen, La Belgique I, 298-299.
  • N.N.B.W. II.