Jean Guépin: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
(2 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 13: | Regel 13: | ||
Jean of Jan Guépin was de kleinzoon van een uitgeweken Hugenoot, klerk ter stedelijke griffie, reder, later schepen en raad. In 1739 richtte hij met enkele vrienden de rederijkerskamer De [[klimmende Leeuwerik]] op. Hij bestreed de heersende psalmberijming in een sarcastisch geschrift Petri Datheni, CL psalmi (1752), dat aanvankelijk in handschrift bleef, maar enkele jaren later door iemand gedrukt werd onder de titel [http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/049150952 Datheeniana] en met de gefingeerde naam Juvenalis Glaucomastix. De aanvallen daarop beantwoordde Guépin in een geestig Lofdicht voor den uitmuntenden lier- en harpdichter Petrus Dathenus (1759). Het KZGW bezit een honderdtal onuitgegeven handschriften van hem, onder andere een humoristische beschrijving van de Vlissingse kermis (1765). | Jean of Jan Guépin was de kleinzoon van een uitgeweken Hugenoot, klerk ter stedelijke griffie, reder, later schepen en raad. In 1739 richtte hij met enkele vrienden de rederijkerskamer De [[klimmende Leeuwerik]] op. Hij bestreed de heersende psalmberijming in een sarcastisch geschrift Petri Datheni, CL psalmi (1752), dat aanvankelijk in handschrift bleef, maar enkele jaren later door iemand gedrukt werd onder de titel [http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/049150952 Datheeniana] en met de gefingeerde naam Juvenalis Glaucomastix. De aanvallen daarop beantwoordde Guépin in een geestig Lofdicht voor den uitmuntenden lier- en harpdichter Petrus Dathenus (1759). Het KZGW bezit een honderdtal onuitgegeven handschriften van hem, onder andere een humoristische beschrijving van de Vlissingse kermis (1765). | ||
== | == Beknopte Bibliografie == | ||
=== Onder pseudoniem Juvenalis Glaucomastix === | === Onder pseudoniem Juvenalis Glaucomastix === | ||
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/049150952 ''Datheeniana, of Ophelderingen en aanmerkingen over de vermaarde psalmberijminge van Petrus Dathenus;; uit oude en geloofwaardige gedenkstukken, echte handschriften en onderscheidene leezingen der beroemdste geleerden verzaamelt;; met de nodige bijvoegzels, en een lofzang, alles ter verdediging van dien uitmuntenden dichter uitgegeeven'' (S.l., 1758).] | *[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/049150952 ''Datheeniana, of Ophelderingen en aanmerkingen over de vermaarde psalmberijminge van Petrus Dathenus;; uit oude en geloofwaardige gedenkstukken, echte handschriften en onderscheidene leezingen der beroemdste geleerden verzaamelt;; met de nodige bijvoegzels, en een lofzang, alles ter verdediging van dien uitmuntenden dichter uitgegeeven'' (S.l., 1758).] | ||
Regel 20: | Regel 20: | ||
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/314197117 ''Nagedachtenis van de welgeborene jongkvrouwe Johanna Thyssen; aan ... Petronella Jacoba Nachtegaal, weduwe van ... Gillis Thyssen, ... raad en burgermeester der stede Vlissingen ..., moeder der overledene; ontslapen den 22 october 1748'' (S.l., 1748).] | *[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/314197117 ''Nagedachtenis van de welgeborene jongkvrouwe Johanna Thyssen; aan ... Petronella Jacoba Nachtegaal, weduwe van ... Gillis Thyssen, ... raad en burgermeester der stede Vlissingen ..., moeder der overledene; ontslapen den 22 october 1748'' (S.l., 1748).] | ||
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/311390854 ''Huwelijks-zang voor mijnen vriend den heere Johan Cornelissen den Ebo met de jonkvrouw Margareta Killewigh'' (S.l., 1743).] | *[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/311390854 ''Huwelijks-zang voor mijnen vriend den heere Johan Cornelissen den Ebo met de jonkvrouw Margareta Killewigh'' (S.l., 1743).] | ||
=== | === Gedichten en ander werk in handschrift === | ||
*[http://zoeken.dezb.nl/?q=author=%22Jan%20Gu%C3%A9pin%22 Lijst met werk van Guépin, aanwezig in: ZB] | *[http://zoeken.dezb.nl/?q=author=%22Jan%20Gu%C3%A9pin%22 Lijst met werk van Guépin, aanwezig in: ZB] | ||
Regel 41: | Regel 41: | ||
[[category:Zeeuwen]] | [[category:Zeeuwen]] | ||
[[category:persoon]] | [[category:persoon]] | ||
{{DEFAULTSORT:Guépin, Jean}} |
Huidige versie van 12 nov 2024 om 09:00
Jean Guépin | |
---|---|
Brief geschreven aan Jan Guépin door Jan Dekker vanuit Curaçao op 13 april 1758, bron: TNA HCA 30 178 V | |
Geboren | 15 januari 1715 Vlissingen |
Overleden | 15 juni 1766 Vlissingen |
Beroep | letterkundige |
VIAF | J. Guépin |
Biografie
Jean of Jan Guépin was de kleinzoon van een uitgeweken Hugenoot, klerk ter stedelijke griffie, reder, later schepen en raad. In 1739 richtte hij met enkele vrienden de rederijkerskamer De klimmende Leeuwerik op. Hij bestreed de heersende psalmberijming in een sarcastisch geschrift Petri Datheni, CL psalmi (1752), dat aanvankelijk in handschrift bleef, maar enkele jaren later door iemand gedrukt werd onder de titel Datheeniana en met de gefingeerde naam Juvenalis Glaucomastix. De aanvallen daarop beantwoordde Guépin in een geestig Lofdicht voor den uitmuntenden lier- en harpdichter Petrus Dathenus (1759). Het KZGW bezit een honderdtal onuitgegeven handschriften van hem, onder andere een humoristische beschrijving van de Vlissingse kermis (1765).
Beknopte Bibliografie
Onder pseudoniem Juvenalis Glaucomastix
Onder zijn eigen naam
- Lof-zang, voor den uitmuntenden lier- en harp-dichter Petrus Dathenus = Dathenianasche bedenkingen, over de Maandelyksche by-dragen van lente- en gras-maand ... (Amsterdam, 1759).
- Nagedachtenis van de welgeborene jongkvrouwe Johanna Thyssen; aan ... Petronella Jacoba Nachtegaal, weduwe van ... Gillis Thyssen, ... raad en burgermeester der stede Vlissingen ..., moeder der overledene; ontslapen den 22 october 1748 (S.l., 1748).
- Huwelijks-zang voor mijnen vriend den heere Johan Cornelissen den Ebo met de jonkvrouw Margareta Killewigh (S.l., 1743).
Gedichten en ander werk in handschrift
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
P.J. Meertens, gecontroleerd redactie 2013
Literatuur
- Lambrechtsen, Jan Guépin.
- Nagtglas, Levensberichten.
- dbnl.nl
- Jan Jacob Brahé, Lijkzang op het overlijden van den weledelen gestrengen heere Jan Guepin, in leven schepen en raad der stad Vlissingen, binnen Vlissingen op den 14 van zomermaand 1766 (S.l., 1766).
- Jan Jacob Brahé, Hulde aan de nagedachtenis van wijlen Jan Guépin, weleer schepen en raad der stad Vlissingen (...) (S.l., 1766).
- Betje Wolff, Lijkzang voor den weledelen gestrengen heere den heere Jan Guépin (S.l., 1766).