Branding: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Branding1.jpg|thumb|right|200px| Zeekayakkers in de branding bij Renesse. Foto: P. Honhoff, 1988. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 185201]]
[[Bestand:Branding1.jpg|thumb|right|300px|Zeekayakkers in de branding bij Renesse. Foto: P. Honhoff, 1988. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 185201]]


Het breken van golven op zee of aan een kust of oever. De golfbeweging ondergaat bij de nadering van een kust of oever verandering al naar gelang de diepte afneemt (toename van de bodemwrijving) en wordt mede beïnvloed door onderzeese obstakels zoals oeverwerken. Bij windsnelheden van 5 Beaufort (9m/sec.) en meer ontstaan witte kopjes op de toppen van de golven. Bereiken vervolgens de golven bij stormen van enige betekenis een kust waar de waterkering uit een steile wand bestaat zoals bijv. de zeemuur aan de boulevard te Vlissingen dan kon dit voorheen een fascinerend schouwspel opleveren maar wel tot ongenoegen van en met veel hinder voor de aangrenzende bewoners. Sinds in 1958/59 langs die zeemuur een brede hoge berm is aangebracht, in 1981 gevolgd door een optrekken van de muur tot 'deltahoogte', is overstort van golven door de branding vrijwel niet meer mogelijk. In de waterbouwkunde spreekt men van 'krullers', 'rollers' en 'branders', al naar gelang de vorm waarin de branding zich presenteert
Het breken van golven op zee of aan een kust of oever. De golfbeweging ondergaat bij de nadering van een kust of oever verandering al naar gelang de diepte afneemt (toename van de bodemwrijving) en wordt mede beïnvloed door onderzeese obstakels zoals oeverwerken. Bij windsnelheden van 5 Beaufort (9m/sec.) en meer ontstaan witte kopjes op de toppen van de golven. Bereiken vervolgens de golven bij stormen van enige betekenis een kust waar de waterkering uit een steile wand bestaat zoals bijv. de zeemuur aan de boulevard te Vlissingen dan kon dit voorheen een fascinerend schouwspel opleveren maar wel tot ongenoegen van en met veel hinder voor de aangrenzende bewoners. Sinds in 1958/59 langs die zeemuur een brede hoge berm is aangebracht, in 1981 gevolgd door een optrekken van de muur tot 'deltahoogte', is overstort van golven door de branding vrijwel niet meer mogelijk. In de waterbouwkunde spreekt men van 'krullers', 'rollers' en 'branders', al naar gelang de vorm waarin de branding zich presenteert

Huidige versie van 16 dec 2024 om 11:10

Zeekayakkers in de branding bij Renesse. Foto: P. Honhoff, 1988. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 185201

Het breken van golven op zee of aan een kust of oever. De golfbeweging ondergaat bij de nadering van een kust of oever verandering al naar gelang de diepte afneemt (toename van de bodemwrijving) en wordt mede beïnvloed door onderzeese obstakels zoals oeverwerken. Bij windsnelheden van 5 Beaufort (9m/sec.) en meer ontstaan witte kopjes op de toppen van de golven. Bereiken vervolgens de golven bij stormen van enige betekenis een kust waar de waterkering uit een steile wand bestaat zoals bijv. de zeemuur aan de boulevard te Vlissingen dan kon dit voorheen een fascinerend schouwspel opleveren maar wel tot ongenoegen van en met veel hinder voor de aangrenzende bewoners. Sinds in 1958/59 langs die zeemuur een brede hoge berm is aangebracht, in 1981 gevolgd door een optrekken van de muur tot 'deltahoogte', is overstort van golven door de branding vrijwel niet meer mogelijk. In de waterbouwkunde spreekt men van 'krullers', 'rollers' en 'branders', al naar gelang de vorm waarin de branding zich presenteert

Auteur

M.H. Wilderom