Philip Jacob van Borssele: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 3: Regel 3:
| naam = Philip Jacob van Borssele van de Hooghe, Heer van Voorhout
| naam = Philip Jacob van Borssele van de Hooghe, Heer van Voorhout
| onderschrift = Philip Jacob van Borssele zat in de magistraat van Middelburg van 1698-1702 en van 1728-1735; In 1702 werd hij afgezet wegens orangisme, tekeningen en prenten, ca. 1870, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 669.  
| onderschrift = Philip Jacob van Borssele zat in de magistraat van Middelburg van 1698-1702 en van 1728-1735; In 1702 werd hij afgezet wegens orangisme, tekeningen en prenten, ca. 1870, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 669.  
| geboortedatum = [[1670]]
| geboortedatum = [[1656]]
| geboorteplaats =  
| geboorteplaats =  
| overlijdensdatum = [[5 maart]] [[1735]]
| overlijdensdatum = [[5 maart]] [[1735]]
| overlijdensplaats =  
| overlijdensplaats =  
| beroep =  
| beroep = magistraat, gezant en gedeputeerde
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/ ]
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/3657147270600035700001 Philip Jacob van Borssele]
}}
}}
Het geboortehuis van Adriaan van Borssele van de Hooghe. Het begrip Hofstede heeft tegenwoordig wel een andere inhoud.
==Biografie==
==Biografie==
Philip Jacob van Borssele van der Hooghe, heer van Voorhout was de jongere broer van [[Adriaan van Borssele van der Hooghe]], van wie hij in 1685 de functie van raad en rentmeester van de domeinen van Brabant overnam. In 1698 opgenomen in de magistraat van Middelburg en enige malen schepen, werd hij bij de troebelen van 1702 na de dood van stadhouder Willem III uit de regering gezet, om pas in 1728 weer in ere hersteld te worden.  
Philip Jacob van Borssele van der Hooghe, heer van Voorhout was de jongere broer van [[Adriaan van Borssele van der Hooghe]], van wie hij in 1685 de functie van raad en rentmeester van de domeinen van Brabant overnam. In 1698 opgenomen in de magistraat van Middelburg en enige malen schepen, werd hij bij de troebelen van 1702 na de dood van stadhouder Willem III uit de regering gezet, om pas in 1728 weer in ere hersteld te worden.  
Prestaties
 
Ondertussen was hij in 1710 burgemeester van het Vrije van Brugge geworden, maar een veel belangrijker functie kreeg hij het volgend jaar toen hij tot gezant in Londen benoemd werd, juist in een tijd dat de verhoudingen tussen de Republiek en de Engelse bondgenoot zeer gespannen waren. Veel heeft hij niet kunnen doen aan de verbetering van de verstandhouding tussen beide landen, maar blijkbaar heeft hij zijn taak toch tot tevredenheid van zijn opdrachtgevers vervuld, want na de vrede van Utrecht kreeg hij in 1714 de opdracht om als ambassadeur de bestaande verdragen met de nieuwe en nu meer welwillende Engelse regering te vernieuwen. Nadat deze taak in 1716 tot een goed einde gebracht was, bleef hij tot 1722 nog in Londen als gezant. In 1728 weer teruggekeerd in de Middelburgse raad, werd hij nog in datzelfde jaar Zeeuws gedeputeerde ter Staten-Generaal. Hij was in 1717 getrouwd met Maria Elisabeth van Strijen, bij wie hij een jonggestorven zoon had.
Ondertussen was hij in 1710 burgemeester van het Vrije van Brugge geworden, maar een veel belangrijker functie kreeg hij het volgend jaar toen hij tot gezant in Londen benoemd werd, juist in een tijd dat de verhoudingen tussen de Republiek en de Engelse bondgenoot zeer gespannen waren. Veel heeft hij niet kunnen doen aan de verbetering van de verstandhouding tussen beide landen, maar blijkbaar heeft hij zijn taak toch tot tevredenheid van zijn opdrachtgevers vervuld, want na de vrede van Utrecht kreeg hij in 1714 de opdracht om als ambassadeur de bestaande verdragen met de nieuwe en nu meer welwillende Engelse regering te vernieuwen. Nadat deze taak in 1716 tot een goed einde gebracht was, bleef hij tot 1722 nog in Londen als gezant. In 1728 weer teruggekeerd in de Middelburgse raad, werd hij nog in datzelfde jaar Zeeuws gedeputeerde ter Staten-Generaal. Hij was in 1717 getrouwd met Maria Elisabeth van Strijen, bij wie hij een jonggestorven zoon had.


Regel 26: Regel 24:
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:politiek]]
[[category:politiek]]
[[category:Geschiedenis]]
{{DEFAULTSORT:Borssele, Philip Jacob}}
{{DEFAULTSORT:Borssele, Philip Jacob}}

Huidige versie van 1 jun 2021 om 07:10

Philip Jacob van Borssele

Philip Jacob van Borssele zat in de magistraat van Middelburg van 1698-1702 en van 1728-1735; In 1702 werd hij afgezet wegens orangisme, tekeningen en prenten, ca. 1870, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 669.
Geboren 1656
Overleden 5 maart 1735
Beroep magistraat, gezant en gedeputeerde
VIAF Philip Jacob van Borssele

Biografie

Philip Jacob van Borssele van der Hooghe, heer van Voorhout was de jongere broer van Adriaan van Borssele van der Hooghe, van wie hij in 1685 de functie van raad en rentmeester van de domeinen van Brabant overnam. In 1698 opgenomen in de magistraat van Middelburg en enige malen schepen, werd hij bij de troebelen van 1702 na de dood van stadhouder Willem III uit de regering gezet, om pas in 1728 weer in ere hersteld te worden.

Ondertussen was hij in 1710 burgemeester van het Vrije van Brugge geworden, maar een veel belangrijker functie kreeg hij het volgend jaar toen hij tot gezant in Londen benoemd werd, juist in een tijd dat de verhoudingen tussen de Republiek en de Engelse bondgenoot zeer gespannen waren. Veel heeft hij niet kunnen doen aan de verbetering van de verstandhouding tussen beide landen, maar blijkbaar heeft hij zijn taak toch tot tevredenheid van zijn opdrachtgevers vervuld, want na de vrede van Utrecht kreeg hij in 1714 de opdracht om als ambassadeur de bestaande verdragen met de nieuwe en nu meer welwillende Engelse regering te vernieuwen. Nadat deze taak in 1716 tot een goed einde gebracht was, bleef hij tot 1722 nog in Londen als gezant. In 1728 weer teruggekeerd in de Middelburgse raad, werd hij nog in datzelfde jaar Zeeuws gedeputeerde ter Staten-Generaal. Hij was in 1717 getrouwd met Maria Elisabeth van Strijen, bij wie hij een jonggestorven zoon had.

Auteur

?

Literatuur

  • Schutte, Repertorium der Nederlandse vertegenwoordigers, 113.