Franciscus van der Lisse: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 10: Regel 10:
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/]
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/]
}}
}}
==Biografie==
Pastoor van het Goese land 1665-1670. Was de eerste, die doop- en trouwregisters durfde aan te leggen, in kleine zakboekjes. Het eerste doopsel werd ingeschreven 29 december 1665. Deze registers (van vóór de Franse tijd) bevinden zich in de pastorie van 's-Heerenhoek; zij geven een duidelijk overzicht van de oude katholieke families en hun woonplaatsen.
Pastoor van het Goese land 1665-1670. Was de eerste, die doop- en trouwregisters durfde aan te leggen, in kleine zakboekjes. Het eerste doopsel werd ingeschreven 29 december 1665. Deze registers (van vóór de Franse tijd) bevinden zich in de pastorie van 's-Heerenhoek; zij geven een duidelijk overzicht van de oude katholieke families en hun woonplaatsen.


Regel 19: Regel 20:


==Literatuur==
==Literatuur==
Bijdrage geschiedenis van het bisdom Haarlem VI, 116 143; LII, 177-178.  
*Bijdrage geschiedenis van het bisdom Haarlem VI, 116 143; LII, 177-178.  


[[category:persoon]]
[[category:persoon]]

Huidige versie van 18 mrt 2021 om 11:09

Franciscus van der Lisse
Geboren 17e eeuw
Beroep Pastoor
VIAF [1]

Biografie

Pastoor van het Goese land 1665-1670. Was de eerste, die doop- en trouwregisters durfde aan te leggen, in kleine zakboekjes. Het eerste doopsel werd ingeschreven 29 december 1665. Deze registers (van vóór de Franse tijd) bevinden zich in de pastorie van 's-Heerenhoek; zij geven een duidelijk overzicht van de oude katholieke families en hun woonplaatsen.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

C.P.M. Holtkamp

Literatuur

  • Bijdrage geschiedenis van het bisdom Haarlem VI, 116 143; LII, 177-178.