Job Graadt van Roggen: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 15: | Regel 15: | ||
== Komst naar Zeeland == | == Komst naar Zeeland == | ||
Hij vestigt zich na zijn opleiding in Haarlem en in 1900 trouwt hij met Agatha van de Pol, waarna ze te Bergen gaan wonen. Ze krijgen twee kinderen en gaan veel op reis door Europa. Gaandeweg gaat Graadt van Roggen meer schilderen waarbij hij na 1910 helder en zonniger werk maakt. Graadt van Roggen komt ook in Zeeland. In 1911 mag hij van [[Ferdinand Hart Nibbrig]] gebruik maken van diens huis Santvlught in [[Zoutelande]]. Hij schildert op Walcheren vooral vergezichten en boerenhuisjes. In 1924 werkt hij een tijd lang op Schouwen-Duiveland bij zijn vriend [[Waalko Jan Dingemans]].In 1953 schildert hij nog een aantal landschappen, buiten in de duinen, maar de laatste jaren woont hij in het verzorgingshuis Westerlicht in Alkmaar.<ref>idem</ref> | Hij vestigt zich na zijn opleiding in Haarlem en in 1900 trouwt hij met Agatha van de Pol, waarna ze te Bergen gaan wonen. Ze krijgen twee kinderen en gaan veel op reis door Europa. Gaandeweg gaat Graadt van Roggen meer schilderen waarbij hij na 1910 helder en zonniger werk maakt. Graadt van Roggen komt ook in Zeeland. In 1911 mag hij van [[Ferdinand Hart Nibbrig]] gebruik maken van diens huis Santvlught in [[Zoutelande]]. Hij schildert op Walcheren vooral vergezichten en boerenhuisjes. In 1924 werkt hij een tijd lang op Schouwen-Duiveland bij zijn vriend [[Waalko Jan Dingemans]]. In 1953 schildert hij nog een aantal landschappen, buiten in de duinen, maar de laatste jaren woont hij in het verzorgingshuis Westerlicht in Alkmaar.<ref>idem</ref> | ||
== Werk == | == Werk == |
Huidige versie van 1 mrt 2021 om 09:28
Job Graadt van Roggen | |
---|---|
Tentoonstelling van het werk van Job Graadt van Roggen in het Marie Tak van Poortvliet Museum, 15 juni 2008, affiche, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 22954 | |
Geboren | 28 mei 1867 Amsterdam |
Overleden | 26 augustus 1959 Alkmaar |
Beroep | graficus |
VIAF | J.M. Graadt van Roggen |
Jeugd en opleiding
Johannes Mattheus of Job Graadt van Roggen was vanaf zijn vroegste jeugd volledig doof en kon daardoor moeilijk verstaanbaar spreken. Toch spreekt uit zijn schilderijen een positieve sfeer. Graadt van Roggen was een evenwichtig, rustig, vrolijk persoon, een natuurmens die liefst buiten schilderde. Als kleuter werd hij ondergebracht in het doofstommen instituut te Groningen. Vanaf zijn twaalfde jaar volgde hij lessen aan de Academie Minerva in Groningen en in 1884 wordt hij toegelaten tot de Rijksacademie in Amsterdam. Graadt van Roggen ontwikkelt zich vooral als etser en houtsnijder.[1]
Komst naar Zeeland
Hij vestigt zich na zijn opleiding in Haarlem en in 1900 trouwt hij met Agatha van de Pol, waarna ze te Bergen gaan wonen. Ze krijgen twee kinderen en gaan veel op reis door Europa. Gaandeweg gaat Graadt van Roggen meer schilderen waarbij hij na 1910 helder en zonniger werk maakt. Graadt van Roggen komt ook in Zeeland. In 1911 mag hij van Ferdinand Hart Nibbrig gebruik maken van diens huis Santvlught in Zoutelande. Hij schildert op Walcheren vooral vergezichten en boerenhuisjes. In 1924 werkt hij een tijd lang op Schouwen-Duiveland bij zijn vriend Waalko Jan Dingemans. In 1953 schildert hij nog een aantal landschappen, buiten in de duinen, maar de laatste jaren woont hij in het verzorgingshuis Westerlicht in Alkmaar.[2]
Werk
Graadt van Roggen wordt tot de luministen gerekend, vanwege zijn heldere kleurgebruik. Vooral duinlandschappen van hem vallen op door licht coloriet. Hij is echter vooral bekend als lithograaf en maakte veel krachtige prenten van landschappen en stadsgezichten, onder andere in Zoutelande, Veere en Domburg. Daarnaast etste en schilderde hij.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
?, gecontroleerd redactie 2013
Literatuur
- M.E. van Regteren Altena, Graadt van Roggen.
- Jan Louter, Volop zomer. Schilderijen van Job Graadt van Roggen (1867-1959) (Alkmaar: De Doelenpers, [2007]).
- Ad Beenhakker, Naar Zeeland! Schilders van het Zeeuwse landschap (Vlissingen, 2016) 54-55.