Johannes de Man Jz./EvZ1982-1984

(Middelburg 1 januari 1783-Middelburg 2 juni 1856). Medicus. Was eerst bij een barbier in de leer; had het geluk leerling van J. de *Puyt te worden, die de begaafde Johannes wist te waarderen. Volgde de lessen die door het Collegium Chirurgicum gegeven werden, ontving de hoogste prijs en uitzonderlijke getuigschriften. De Puyt, die hem belangstellend bleef volgen, juichte het plan van zijn moeder om in Amsterdam verder te studeren, toe. Daar volgde hij onder meer colleges van professoren en hoewel hij geen universitaire graad kon behalen, keerde hij voorzien van eervolle certificaten in 1808 terug in Middelburg. Hier deed hij opnieuw met groot succes examen, waarna hij zich aldaar vestigde. Zijn praktijk was groot, bovendien gaf hij privélessen in anatomie. Hij bleef een eenvoudig man en was verrast en vereerd, toen dr. Boudewijn Dobbelaar de Wind hem het lidmaatschap der Provinciale Gezondheidscommissie aanbood (1814). Hij bekleedde deze functie tot aan zijn dood. Bij de oprichting van de Geneeskundige School werd hij tot lector in de anatomie, obstetrie (verloskunde) en fysiologie benoemd. Hij kreeg veel kinderen, waarvan er vier jong stierven. Zijn zoon Jan Cornelis voelde geen enkele lust hem als lector op te volgen, maar na de reorganisatie van de school in veranderde hij van mening.