Willem Cornelis Mary deJonge: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Marja (overleg | bijdragen)
k Marja heeft pagina Jonge, Willem Cornelis Mary De hernoemd naar Willem Cornelis Mary deJonge: hernoemd
W. van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(8 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox
{{InfoboxPersoon
| above      = Jonge, Willem Cornelis Mary De
| afbeelding = [[Bestand:WCM de Jonge.jpg|250px]]
| naam = Willem Cornelis Mary de Jonge
| onderschrift = Dunoweg 4. Buitenplaats Overduin, eind 17e eeuw als hofstede aangelegd door de Middelburgse burgemeester Hubrecht de Hase. De villa, het park in landschapsstijl en de boerenschuur dateren van 1839 en werden gebouwd in opdracht van jhr. mr. Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet. Foto: D. Steijn, 2012. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 141329.
| geboortedatum =  [[5 augustus]] [[1811]]
| geboorteplaats = 's-Gravenhage
| overlijdensdatum = [[1 juli]] [[1888]]
| overlijdensplaats = Huize `Overduin' bij Oostkapelle
| beroep = Bestuurder
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/52075215 Willem Cornelis Mary de Jonge]
}}
}}
==Biografie==
Heer van Ellemeet en Elkerzee. Bestuurder. Werd op 25 juni 1829 als student in de rechten te Utrecht ingeschreven, waar hij op 28 september 1839 promoveerde. Tijdens de Belgische opstand diende hij vrijwillig bij de compagnie jagers (1830-1831). Hij was burgemeester van Oostkapelle, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, lid van de Eerste Kamer (1849-1853) en commissaris van de polder Walcheren. Te Oostkapelle legde hij het zogenoemde 'Museum Catsianum' aan, een verzameling geschriften met betrekking tot [[Jacob Cats]], welke hij in juni 1887 aan de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden geschonken heeft. Bij K.B. van 13 mei 1884, nr. 33, werd hij in de Nederlandse adelstand verheven. Hij heeft uitgegeven 'Het leven van den Pruisischen generaal agaven-kweeker von Jacoby' en het 'Museum Catsianum', een catalogus van zijn verzameling Catsiana.


('s-Gravenhage 5 augustus 1811- Huize `Overduin' bij Oostkapelle 1 juli 1888). Heer van Ellemeet en Elkerzee. Bestuurder.
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984==
 
{{GoToOriginal}}
Werd op 25 juni 1829 als student in de rechten te Utrecht ingeschreven, waar hij op 28 september 1839 promoveerde. Tijdens de Belgische opstand diende hij vrijwillig bij de compagnie jagers (1830-1831). Hij was burgemeester van Oostkapelle, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, lid van de Eerste Kamer (1849-1853) en commissaris van de polder Walcheren. Te Oostkapelle legde hij het zogenoemde 'Museum Catsianum' aan, een verzameling geschriften met betrekking tot Jacob Cats, welke hij in juni 1887 aan de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden geschonken heeft. Bij K.B. van 13 mei 1884, nr. 33, werd hij in de Nederlandse adelstand verheven. Hij heeft uitgegeven 'Het leven van den Pruisischen generaal agaven-kweeker von Jacoby' en het 'Museum Catsianum', een catalogus van zijn verzameling Catsiana.
 
 
AUTEUR


==Auteur==
L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013
L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013


==Literatuur==
*Nagtglas, Levensberichten.
*Wijnaendts van Resandt, De Jonge, 149.


LITERATUUR
[[category:persoon]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Kunst & cultuur]]
[[category:Letterkunde]]


Nagtglas, Levensberichten.
{{DEFAULTSORT: Jonge, Willem Cornelis Mary de}}
 
Wijnaendts van Resandt, De Jonge, 149.
 
 
'''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984'''
 
 
('s-Gravenhage 5 augustus 1811-huize `Overduin' bij Oostkapelle 1 juli 1888). Heer van Ellemeet en Elkerzee. Werd op 25 juni 1829 als student in de rechten te Utrecht ingeschreven, waar hij op 28 september 1839 promoveerde. Tijdens de Belgische opstand diende hij vrijwillig bij de compagniejagers (1830-1831). Hij was burgemeester van Oostkapelle, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, lid van de Eerste Kamer (1849-1853) en commissaris van de polder Walcheren. Te Oostkapelle legde hij het zg. 'Museum Catsianum' aan, een verzameling geschriften met betrekking op Jacob Cats, welke hij in juni 1887 aan de Maatschappij van Ned.Letterkunde te Leiden geschonken heeft. Bij K.B. van 13 mei 1884, nr. 33, werd hij in de Ned. adelstand verheven. Hij heeft uitgegeven 'Het leven van den Pruisischen generaal agaven-kweeker von Jacoby' ca het 'Museum Catsianum', een catalogus van zijn verzameling Catsiana.
 
 
 
 
 
 
 
[[category:persoon]]

Huidige versie van 13 nov 2024 om 08:48

Willem Cornelis Mary deJonge

Dunoweg 4. Buitenplaats Overduin, eind 17e eeuw als hofstede aangelegd door de Middelburgse burgemeester Hubrecht de Hase. De villa, het park in landschapsstijl en de boerenschuur dateren van 1839 en werden gebouwd in opdracht van jhr. mr. Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet. Foto: D. Steijn, 2012. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 141329.
Geboren 5 augustus 1811 's-Gravenhage
Overleden 1 juli 1888 Huize `Overduin' bij Oostkapelle
Beroep Bestuurder
VIAF Willem Cornelis Mary de Jonge

Biografie

Heer van Ellemeet en Elkerzee. Bestuurder. Werd op 25 juni 1829 als student in de rechten te Utrecht ingeschreven, waar hij op 28 september 1839 promoveerde. Tijdens de Belgische opstand diende hij vrijwillig bij de compagnie jagers (1830-1831). Hij was burgemeester van Oostkapelle, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, lid van de Eerste Kamer (1849-1853) en commissaris van de polder Walcheren. Te Oostkapelle legde hij het zogenoemde 'Museum Catsianum' aan, een verzameling geschriften met betrekking tot Jacob Cats, welke hij in juni 1887 aan de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden geschonken heeft. Bij K.B. van 13 mei 1884, nr. 33, werd hij in de Nederlandse adelstand verheven. Hij heeft uitgegeven 'Het leven van den Pruisischen generaal agaven-kweeker von Jacoby' en het 'Museum Catsianum', een catalogus van zijn verzameling Catsiana.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013

Literatuur

  • Nagtglas, Levensberichten.
  • Wijnaendts van Resandt, De Jonge, 149.