Carolus Tuinman: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{InfoboxPersoon | {{InfoboxPersoon | ||
| afbeelding = | | afbeelding = | ||
| naam = Carolus Tuinman | | naam = Carolus Tuinman | ||
| onderschrift = | | onderschrift = | ||
| geboortedatum = [[november]] [[1659]] | | geboortedatum = [[16 november]] [[1659]] | ||
| geboorteplaats = Maastricht | | geboorteplaats = Maastricht | ||
| overlijdensdatum = [[5 november]] [[1728]] | | overlijdensdatum = [[5 november]] [[1728]] | ||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/10201810 Carolus Tuinman] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/10201810 Carolus Tuinman] | ||
}} | }} | ||
==Biografie== | |||
Theoloog. Is in de Zeeuwse kerkgeschiedenis bekend als een fel bestrijder van hattemisten en spinozisten, vooral van Marinus Booms en [[Jacob Roggeveen]]. Tevens bekend dichter in zijn tijd, maar zelf was hij over zijn dichtwerk zeer bescheiden; hij rijmde slechts om te rijmen (voorrede Rijmlust, 1728). In Zedenzangen (1720) wordt een groot gedeelte van de Nederlandse spreekwoorden aangetroffen. Zo o.a. het bekende puntdicht: 't Geen gij niet wilt dat U geschiedt, doet dit ook een ander niet. Verder schreef Tuinman ook de Fakkel der Nederduytsche taal (1722) en Nederlandsche spreekwoorden (1726). Na zijn studie te Utrecht, waar Tuinman volbloed voetiaan werd, was hij in 1685 predikant te St.-Kruis, in 1687 te St.-Maartensdijk, in 1691 te Goes, in 1699 te Middelburg. Van zijn leerredenen zijn de meeste na zijn dood uitgegeven: Keurstoffen uit het boek Job, de Heilige Schriften der Propheten, Toevlucht en Sterkte van het ware Christendom en Predicatiën van de Heydelbergsche Catechismus. | Theoloog. Is in de Zeeuwse kerkgeschiedenis bekend als een fel bestrijder van hattemisten en spinozisten, vooral van Marinus Booms en [[Jacob Roggeveen]]. Tevens bekend dichter in zijn tijd, maar zelf was hij over zijn dichtwerk zeer bescheiden; hij rijmde slechts om te rijmen (voorrede Rijmlust, 1728). In Zedenzangen (1720) wordt een groot gedeelte van de Nederlandse spreekwoorden aangetroffen. Zo o.a. het bekende puntdicht: 't Geen gij niet wilt dat U geschiedt, doet dit ook een ander niet. Verder schreef Tuinman ook de Fakkel der Nederduytsche taal (1722) en Nederlandsche spreekwoorden (1726). Na zijn studie te Utrecht, waar Tuinman volbloed voetiaan werd, was hij in 1685 predikant te St.-Kruis, in 1687 te St.-Maartensdijk, in 1691 te Goes, in 1699 te Middelburg. Van zijn leerredenen zijn de meeste na zijn dood uitgegeven: Keurstoffen uit het boek Job, de Heilige Schriften der Propheten, Toevlucht en Sterkte van het ware Christendom en Predicatiën van de Heydelbergsche Catechismus. | ||
Huidige versie van 31 okt 2024 om 13:52
Carolus Tuinman | |
---|---|
Geboren | 16 november 1659 Maastricht |
Overleden | 5 november 1728 Middelburg |
Beroep | Theoloog |
VIAF | Carolus Tuinman |
Biografie
Theoloog. Is in de Zeeuwse kerkgeschiedenis bekend als een fel bestrijder van hattemisten en spinozisten, vooral van Marinus Booms en Jacob Roggeveen. Tevens bekend dichter in zijn tijd, maar zelf was hij over zijn dichtwerk zeer bescheiden; hij rijmde slechts om te rijmen (voorrede Rijmlust, 1728). In Zedenzangen (1720) wordt een groot gedeelte van de Nederlandse spreekwoorden aangetroffen. Zo o.a. het bekende puntdicht: 't Geen gij niet wilt dat U geschiedt, doet dit ook een ander niet. Verder schreef Tuinman ook de Fakkel der Nederduytsche taal (1722) en Nederlandsche spreekwoorden (1726). Na zijn studie te Utrecht, waar Tuinman volbloed voetiaan werd, was hij in 1685 predikant te St.-Kruis, in 1687 te St.-Maartensdijk, in 1691 te Goes, in 1699 te Middelburg. Van zijn leerredenen zijn de meeste na zijn dood uitgegeven: Keurstoffen uit het boek Job, de Heilige Schriften der Propheten, Toevlucht en Sterkte van het ware Christendom en Predicatiën van de Heydelbergsche Catechismus.
Na zijn strijd tegen de papisten keerde Tuinman zich tegen de hattemisten en spinozisten, die hij libertijnen en vrijgeesten noemde. Toen Tuinman naar Middelburg kwam, had de kerkenraad tegen Booms reeds maatregelen genomen, maar deze stoorde er zich niet aan. Vooral na 1711 werd de verdeeldheid in de gemeente steeds groter. Booms schreef Missive dienende tot antwoord enz. (1713). Tuinman reageerde met Heillooze gruwelleren der Vrijgeesten (1714), waarin hij, evenals zijn tegenstanders vóór hem, niet zuinig was met scheldwoorden. Na de verbanning van Booms droeg de kerkenraad Tuinman op een uiteenzetting te schrijven over de opvattingen van de kerkenraad. De Staten, ook bij deze zaak betrokken, beloonden Tuinman voor dit boek, Shibboleth (1715) geheten, met 25 pond. In zeker zes boeken keerde Tuinman zich tegen de vrijgeesten, niet altijd even tactisch, maar de eenheid van de kerk ging hem boven al.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
S.J.M. Hulsbergen
Literatuur
- N.N.B.W. III.
- Frederik Nagtglas, Levensberichten.
- Frederik Nagtglas De Algemeene Kerkeraad der Nederduitsch-Hervormde Gemeente te Middelburg van 1574-1860 (Middelburg, 1860)
- Glasius, Godgeleerd Nederland.
- Wybrands, Marinus Booms.
- G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, dl. 5. (1910) (Groningen, 1906-1912)
- Gerrie Wisse, ‘Aan de vruchten kent men de boom Carolus Tuinman (1659-1728)’, in: Archief (2008) 121-170.