Slot Moermond: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
(4 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Moermond, Slot | | above = Moermond, Slot | ||
}} | }} | ||
== Ontstaan == | [[Bestand:Moermond_18239.jpg|thumb|left|300px|Slot Moermond, ansichtkaart gebr. Spanjersberg, ca. 1960, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 18239]] | ||
De ligging van het eerste slot Moermond aan de Schouwse Moer(ass)en bij Renesse wordt aangegeven op de kaart 'Zeeland in 1300' (een reconstructie) uit de Geschiedkundige Atlas van Nederland. De hierna genoemde feiten wijzen erop, dat het tussen 1230 en 1244 werd gebouwd. Op 15 mei 1230 werd Costijn van Zierikzee heer van Renesse, door zijn bezittingen te Zierikzee te ruilen met die van graaf Floris IV. Tot deze bezittingen behoorde ook het hele duingebied ten Westen van Renesse, tot en met Westenschouwen, met uitzondering van Burgh en | == Ontstaan eerste Slot Moermond == | ||
[[Bestand:Moermond_51563.jpg|thumb|right|250px|Slot Moermond vanuit de lucht, waarbij de positie van de bouw van het eerste en tweede slot links van de slotgracht is te zien, A.F. Dingemanse, ca. 1995, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 51563]] | |||
De ligging van het eerste slot Moermond aan de Schouwse Moer(ass)en bij Renesse wordt aangegeven op de kaart 'Zeeland in 1300' (een reconstructie) uit de Geschiedkundige Atlas van Nederland. De hierna genoemde feiten wijzen erop, dat het tussen 1230 en 1244 werd gebouwd. Op 15 mei 1230 werd Costijn van Zierikzee heer van Renesse, door zijn bezittingen te Zierikzee te ruilen met die van graaf Floris IV. Tot deze bezittingen behoorde ook het hele duingebied ten Westen van Renesse, tot en met Westenschouwen, met uitzondering van Burgh en Haamstede. In 1244 logeerde graaf Willem IV, blijkens een oorkonde, op het slot bij de heer van Renesse; de bouwdatum moet dus tussen 1229 en 1244 liggen. Uit opgravingen in 1956 en 1957 blijkt, dat dit eerste slot Moermond meer dan 60 meter in doorsnee mat, met muren van anderhalve- tot twee meter dikte. Het lag ten oosten van het huidige slot; de gracht aan de oostzijde vormt de westelijke van het oude slot. | |||
== Geslacht Renesse en het tweede Slot Moermond == | |||
[[Bestand:Gelder_877.jpg|thumb|left|300px|Slot Moermond in Renesse, ets gemaakt door de graficus Dirk van Gelder, ca. 1951, tekeningen en prenten, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 877]] | |||
De geschiedenis van het geslacht Renesse is vrij sterk verweven met die van de strijd tussen Holland, Zeeland en Vlaanderen. In 1282 hielp Jan van Renesse, kleinzoon van Costijn, met een Zeeuws leger bij het beleg van het slot Vreeland door graaf Floris V. Gijsbrecht van Amstel werd bij die gelegenheid als gevangene mee naar Zeeland gevoerd. In 1289 werd Jan van Renesse Vlaams leenman, daarbij de politieke kleur van vele Zeeuwse edelen aannemend. Moermond werd in 1297 belegerd door Wolfert van Borssele, in opdracht van graaf Jan van Holland. De belegeraars hongerden de bezetters uit, het slot werd totaal verwoest. De Renesse's ruilden in 1313 hun Schouwse goederen voor bezittingen te Baarland en op Walcheren met de graaf van Holland, Willem III (de Goede), zodat de laatste toen heel westelijk Schouwen bezat. In 1321, na de dood van Witte van Haamstede, erfde diens zoon Arend de eigendommen in Renesse. Arend heeft waarschijnlijk het tweede slot Moermond gebouwd; de enige zekere datum daarvoor blijkt uit een rekening van 1339 van de rentmeester Beoosten schelde, waarin het slot wordt genoemd. Blijkens de opgravingen in 1957 was dit op een andere plaats dan het eerste gelegen, een aanwijzing dat het tweede slot met materiaal van de eerste is gebouwd. Er zijn aanwijzingen, dat dit tweede slot op een aanwas lag, in het watertje dat bij de Moeren van Renesse in zee stroomde. Het had een rechthoekige doorsnede en ronde hoektorens; het onderste deel van het huidige slot is vrij zeker nog een rest van de poort van het tweede Moermond. Uit het feit, dat de kleinzoon van Arend, Florens van Haamstede, heer van Moermond, in 1446 het huis Crayensteijn bij Burgh bewoonde, zou opgemaakt kunnen worden dat het slot tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten verwoest is. Omstreeks 1500 was het weer een ruïne. | |||
== Derde slot Moermond == | |||
[[Bestand:Moermond_118978.jpg|thumb|right|250px|Jeugdwerk van de Outward Bound School in uitvoering, foto: J. Midavaine, 1963, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 118978]] | |||
Blijkens een opschrift boven een schoorsteen in het oudste deel van het slot heeft Jacob van Serooskerke het in 1513 laten herbouwen. Na twee generaties Serooskerke's kwam het slot in 1612 via Cesar Porquin in bezit van Iman van Zuidtlandt, die een flink stuk liet aanbouwen. In 1688 werd het verkocht aan Pieter Kemp, burgemeester van Zierikzee. Door diens toedoen verkreeg het kasteel de vorm en het uiterlijk die het ook thans nog bezit. Het wapen komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696). In 1751 werd het door de toenmalige eigenaar, Pieter van Schuilenburgh, weer gerenoveerd, daarna bleef het geruime tijd in handen van deze familie. In 1910 kocht J. Vriesendorp te Dordrecht het slot. Bij de overstromingsramp in 1953 werd veel vernield; de resten werden in 1955 door de voor dat doel opgerichte Stichting Moermond gekocht, die het slot liet restaureren. Sindsdien diende het eerst als huis vesting voor de 'Outward Bound School', waar jonge werknemers uit enkele bedrijfstakken enkele weken lichamelijk werden getest. Daarna was het een conferentieoord van N.V.V., N.K.V. en C.N.V. In 1978 huurde de Deltadienst van Rijkswaterstaat en de aannemerscombinatie 'DOS-bouw' het, om werknemers die aan de Oosterscheldewerken bouwden, te huisvesten, alsmede voor conferentie- en studiedagen. In de 21ste-eeuw werd het slot door de Fletcher groep geschikt gemaakt en Fletcher Landgoed Hotel Renesse genoemd. Op dit moment wordt het slot gebruikt voor bruiloften, feesten en zakelijke bijeenkomsten. | |||
== Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984 == | == Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984 == | ||
Regel 15: | Regel 25: | ||
*J.P. van den Broecke, Middeleeuwse kastelen. | *J.P. van den Broecke, Middeleeuwse kastelen. | ||
[[category:Bouwkunde]] | |||
[[category: | |||
[[category:buitenplaatsen]] | [[category:buitenplaatsen]] |
Huidige versie van 30 sep 2024 om 13:33
Moermond, Slot |
---|
Ontstaan eerste Slot Moermond
De ligging van het eerste slot Moermond aan de Schouwse Moer(ass)en bij Renesse wordt aangegeven op de kaart 'Zeeland in 1300' (een reconstructie) uit de Geschiedkundige Atlas van Nederland. De hierna genoemde feiten wijzen erop, dat het tussen 1230 en 1244 werd gebouwd. Op 15 mei 1230 werd Costijn van Zierikzee heer van Renesse, door zijn bezittingen te Zierikzee te ruilen met die van graaf Floris IV. Tot deze bezittingen behoorde ook het hele duingebied ten Westen van Renesse, tot en met Westenschouwen, met uitzondering van Burgh en Haamstede. In 1244 logeerde graaf Willem IV, blijkens een oorkonde, op het slot bij de heer van Renesse; de bouwdatum moet dus tussen 1229 en 1244 liggen. Uit opgravingen in 1956 en 1957 blijkt, dat dit eerste slot Moermond meer dan 60 meter in doorsnee mat, met muren van anderhalve- tot twee meter dikte. Het lag ten oosten van het huidige slot; de gracht aan de oostzijde vormt de westelijke van het oude slot.
Geslacht Renesse en het tweede Slot Moermond
De geschiedenis van het geslacht Renesse is vrij sterk verweven met die van de strijd tussen Holland, Zeeland en Vlaanderen. In 1282 hielp Jan van Renesse, kleinzoon van Costijn, met een Zeeuws leger bij het beleg van het slot Vreeland door graaf Floris V. Gijsbrecht van Amstel werd bij die gelegenheid als gevangene mee naar Zeeland gevoerd. In 1289 werd Jan van Renesse Vlaams leenman, daarbij de politieke kleur van vele Zeeuwse edelen aannemend. Moermond werd in 1297 belegerd door Wolfert van Borssele, in opdracht van graaf Jan van Holland. De belegeraars hongerden de bezetters uit, het slot werd totaal verwoest. De Renesse's ruilden in 1313 hun Schouwse goederen voor bezittingen te Baarland en op Walcheren met de graaf van Holland, Willem III (de Goede), zodat de laatste toen heel westelijk Schouwen bezat. In 1321, na de dood van Witte van Haamstede, erfde diens zoon Arend de eigendommen in Renesse. Arend heeft waarschijnlijk het tweede slot Moermond gebouwd; de enige zekere datum daarvoor blijkt uit een rekening van 1339 van de rentmeester Beoosten schelde, waarin het slot wordt genoemd. Blijkens de opgravingen in 1957 was dit op een andere plaats dan het eerste gelegen, een aanwijzing dat het tweede slot met materiaal van de eerste is gebouwd. Er zijn aanwijzingen, dat dit tweede slot op een aanwas lag, in het watertje dat bij de Moeren van Renesse in zee stroomde. Het had een rechthoekige doorsnede en ronde hoektorens; het onderste deel van het huidige slot is vrij zeker nog een rest van de poort van het tweede Moermond. Uit het feit, dat de kleinzoon van Arend, Florens van Haamstede, heer van Moermond, in 1446 het huis Crayensteijn bij Burgh bewoonde, zou opgemaakt kunnen worden dat het slot tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten verwoest is. Omstreeks 1500 was het weer een ruïne.
Derde slot Moermond
Blijkens een opschrift boven een schoorsteen in het oudste deel van het slot heeft Jacob van Serooskerke het in 1513 laten herbouwen. Na twee generaties Serooskerke's kwam het slot in 1612 via Cesar Porquin in bezit van Iman van Zuidtlandt, die een flink stuk liet aanbouwen. In 1688 werd het verkocht aan Pieter Kemp, burgemeester van Zierikzee. Door diens toedoen verkreeg het kasteel de vorm en het uiterlijk die het ook thans nog bezit. Het wapen komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696). In 1751 werd het door de toenmalige eigenaar, Pieter van Schuilenburgh, weer gerenoveerd, daarna bleef het geruime tijd in handen van deze familie. In 1910 kocht J. Vriesendorp te Dordrecht het slot. Bij de overstromingsramp in 1953 werd veel vernield; de resten werden in 1955 door de voor dat doel opgerichte Stichting Moermond gekocht, die het slot liet restaureren. Sindsdien diende het eerst als huis vesting voor de 'Outward Bound School', waar jonge werknemers uit enkele bedrijfstakken enkele weken lichamelijk werden getest. Daarna was het een conferentieoord van N.V.V., N.K.V. en C.N.V. In 1978 huurde de Deltadienst van Rijkswaterstaat en de aannemerscombinatie 'DOS-bouw' het, om werknemers die aan de Oosterscheldewerken bouwden, te huisvesten, alsmede voor conferentie- en studiedagen. In de 21ste-eeuw werd het slot door de Fletcher groep geschikt gemaakt en Fletcher Landgoed Hotel Renesse genoemd. Op dit moment wordt het slot gebruikt voor bruiloften, feesten en zakelijke bijeenkomsten.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
-J.A. Trimpe Burger
Literatuur
- Van Beveren, Verdwenen kastelen.
- J.P. van den Broecke, Middeleeuwse kastelen.