Rudolph Willem Lijnden
Rudolph Willem Lijnden | |
---|---|
Van Lynden (midden) in zijn Leidse studententijd (1830). Studenten Societeit Minerva te Leiden. J. Fleuss (druk: Leendert Springer, Leiden), Bron: Wikimedia Commons. | |
Geboren | 8 december 1808 Emmerich (D.) |
Overleden | 19 april 1876 Middelburg |
Beroep | Commissaris van de Koning in Zeeland |
VIAF | [1] |
Biografie
Commissaris van de Koning in Zeeland. In 1826 als student in de rechten aan de universiteit te Leiden ingeschreven, waar hij in 1831 promoveerde op een dissertatie: de Causis frequentis allodiorum in feuda mutationis. Als officier der schutterij maakte hij de Tiendaagse Veldtocht mee (2 tot 12 augustus 1831). Na diverse bestuurlijke betrekkingen in Gelderland te hebben bekleed, werd hij op 14 maart 1860 benoemd tot commissaris van de Koning in Zeeland, welk ambt hij tot zijn overlijden vervulde. Onder zijn efficiënt bestuur werd de veeartsenijkundige dienst georganiseerd, werden spoorwegen, haven- en kanaalwerken aangelegd of verbeterd, polder- en waterschapsbelangen behartigd en het onderwijs gestimuleerd. Bij het zilveren regeringsjubileum van Willem III in 1874 werd hij als graaf in de Nederlandse adelstand verheven. De in 1876 ingedijkte Van Lijndenpolder bij Zaamslag is naar hem genoemd.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
L. Hageman , gecontroleerd door de redactie, 2012.
Literatuur
- Middelburgsche Courant 21.4.1876.
- Het Vaderland 21.4.1876.
- Nagtglas, Levensberichten.
- Nederlandsch Adelsboek 1906.
- N.N.B.W. III