Johannes Snoep (Snoupsius)
| Johannes Snoep (Snoupsius) | |
|---|---|
| Geboren | gedoopt 8 maart 1634 Goes |
| Overleden | 30 december 1667 Arnemuiden |
| Beroep | Theoloog |
Biografie
Theoloog. Studeerde te Utrecht. Predikant op het Zeeuwse smaldeel dat onder commandeur Cornelis Evertsen werd toegevoegd aan de vloot van De Ruyter, ter bestrijding van de zeeroverij in de Middellandse Zee. In het archief van de classis Walcheren worden van hem twee brieven bewaard, een Latijnse, geschreven 19 april 1662 op de rede van Malaga en één toen zijn schip voor Gibraltar lag: 'Extract uit ons journaal, begrijpende eenige van de voornaamste dingen die gedurende onze reize zijn voorgevallen', waarin hij het onder andere heeft over het bevrijden van christen-slaven. Vooral die eerste brief is van belang. Daarin vertelt Snoep over zijn scheepsgemeente. Haar zedelijk peil slaat hij niet hoog aan. Diepe onkunde, zware ondeugden, zonde en zelfs ketterij komt hij tegen. Wanneer het enigszins mogelijk is, houdt hij 's morgens en 's avonds een korte dienst. Beter is hij te spreken over de scheepsbevelhebbers die hem met hun hulp terzijde staan. Terug op Walcheren bracht hij op 2 april 1663 voor de classis een mondeling verslag uit van zijn dienst op de vloot. Op 18 november van dat jaar werd Snoep bevestigd als predikant te Arnemuiden. Hij was getrouwd met Adriana Evertsen.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
S.J.M. Hulsbergen
Literatuur
- Borsius, Johannes Snoupsius, predikant op de vloot van de Ruyter in 1661 en 1662 (Amsterdam, 1857).
- D. Nauta, J. van den Berg, Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlandse protestantisme I.(Kampen, 1978).