Goed rond goed Zeeuws
Goed rond goed Zeeuws |
---|
Zegswijze die al in de woordenboeken van Plantijn (1573) en Kiliaen (1574) voorkomt en waarmee men de rondborstigheid van de Zeeuwen wil aangeven. Mede dankzij deze vermeldingen werden deugden als openhartigheid en eenvoud en een afkeer van vormelijkheid aan Zeeuwen toegeschreven. In later tijd werd ook de variant 'Goed Zeeuws goed rond' bekend. Sinds het begin van de 17de eeuw werd het gewoonte te spreken van de ronde Zeeuw, onder meer bij Jacob Cats (Wy zijn rondt, en daer toe goet, Dats van oudts een Zeeuws gemoet, 1618). De uitdrukking 'Goed Zeeuws goed rond' komt voor in het Zeeuwse volkslied (1919).
Auteur
-P.J. Meertens, herz. herz. J. Dekker (2012)
Literatuur
-Stoett, F.A., Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden, dl. I (Zutphen, 1967) no. 712.
-Swalue, E.B., Goed rond, goed Zeeuwsch, in: Zeeuwsche volks-almanak 1836, 79-98.