Geneeskunde Bij De Vloot (van De Compagnieën En De Admiraliteit)

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geneeskunde Bij De Vloot (van De Compagnieën En De Admiraliteit)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


In 1597 kreeg de Staatse oorlogsmarine een definitieve organisatie in de zgn. 'vijfadmiraliteiten'. Eén ervan was Zeeland. Spoedig daarna verschenen reglementen voor de behandeling van zieken en gewonden aan boord. Van de scheepschirurgijns werd een diploma vereist, het peil van de examens was per havenstad verschillend. Overal moest de candidaat zijn `leerbrief' tonen: het bewijs, dat hij een zeker aantal jaren als leerling bij een Meester-chirurgijn had gediend. Bij grotere vlooteenheden werd soms de chirurgijn van het admiraalsschip belast met het toezicht op de arbeid en vooral op de uitrusting van de andere chirurgijns. Hij kreeg dan de titel van Chirurgijn-Generaal over de Vloot. Slechts zelden werd er een doctor Medicinae bij de vloot benoemd. In Zeeland zijn Cornelis Heil, Cornelis van de Voorde en Johannes Verbrugge tot ver buiten de provincie bekend geworden wegens hun theoretische en praktische bemoeienis met de scheepschirurgie. Zeeland, dat zich gevaarlijk dicht bij de Duinkerker kapers bevond, was zeer vroeg begonnen met medische zorg voor het scheepsvolk. Nog vóór 1600 moest Middelburg een reglement uitgeven voor chirurgijns van de Admiraliteit, die aan ernstige aandoeningen van broodnijd leden. De Gasthuizen werden ingeschakeld om zieke matrozen te behandelen. In Zeeland kreeg iedere matroos die ziek of gewond aan land moest blijven 4 stuiver per dag van zijn kapitein en twee gulden per week van 'Het Land'. De Admiraliteit trachtte tevergeefs alle kosten op de kapiteins af te schuiven. In Zeeland hadden de schepen van de Oost-Indische Compagnie veel meer met ziekten te kampen dan die van de Admiraliteit. De zorg voor de opleiding van de chirurgijns bezielde dan ook meer de Bewindhebbers dan, de Heren van Admiraliteit. De exameneisen waren in Zeeland echter veel lager dan bv. In Amsterdam en Rotterdam. Zowel Middelburg, Vlissingen, Veere als Zierikzee legden het accent op praktische kennis. De tractementen van de chirurgijns waren laag: Zeeland betaalde slechts f 15,— tot f 18,-per maand. Een moeilijk ambt was dat van 's Lands Chirurgijn te Vlissingen. Deze plaats was de meest vooruit geschoven basis voor operaties in het Kanaal en vóór de Vlaamse kust. Het 'Leggerboek' van het Middelburgse Gasthuis (anno 1664) geeft ampele informatie over verpleging en verzorging van patiënten. De binnenvader, die de visites van de geneesheren meemaakte, moest op een lei nauwkeurig de dieetvoorschriften noteren. Dienstboden, die het eigenlijke verpleegwerk verrichtten, begonnen de dag met een stevige kan bier 'tegen de quade reuk'. Na het afleggen van een lijk kregen zij een glas wijn om op verhaal te komen. In alle vroegte legden de chirurgijns, hun leerlingen en de Doctor Medicinae er hun visites af. Daarna begonnen de operaties, bijna alle amputaties. Deze werden in de ziekenzaal verricht, waar na een belangrijke zeeslag soms 500 patiënten zaten of lagen. De operatiepatiënt werd door drie 'diendren' in de houdgreep gevat en zonder anaesthesie geopereerd. Indien zij zulks wensten, werd voor de aanvang een gebed uitgesproken. In Veere lag in 1637 het gasthuis propvol met zieke Spaanse- en Duinkerker gevangenen. Twee apothekers, die er dagelijks medicijnen moesten afgeven, stierven 'door de groote stanck en vuylichyt' der gevangenen. Jacob Pelsius, die vele jaren 's Lands Chirurgijn was, gold als de voornaamste vlootchirurgijn in Zeeland gedurende de eerste helft van de 17e eeuw. Tijdens de Tweede Engelse oorlog (1665-1667) werd Zeeland geteisterd door de angst voor de pest, die onder Engelse gevangenen heerste. In 1666 legde dr. van der Putte te Vlissingen 1632 visites bij Nederlandse en 2800 bij Engelse matrozen af. De Zeeuwse Admiraliteit is de zware lasten van de Tweede Engelse oorlog nooit meer te boven gekomen. De honoraria van de geneesheren werden drastisch afgeslankt. Volgens Van de Voorde waren de voornaamste scheepsziekten: scheurbuik, pleuritis,`squinanue' (een keelziekte) en Spaanse pokken of lues veneria syphillis).


AUTEUR

A.M. Lauret


LITERATUUR

Schoute, De geneeskunde. Leuftink. De geneeskunde bij ‘s Lands oorlogsvloot.


AFBEELDING

Een leerboek voor chirurgie op schepen.