Zeeuwse Poon

Uit Wiki ZB
Versie door Maintenance script (overleg) op 20 mrt 2014 om 16:19 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Zeeuwse Poon

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Voormalig type binnen vaartuig; lid van de 'familie' der ponen, welke behoorden tot de zg. ronde binnenschepen. Ponen voeren aanvankelijk ook wel op zee, maar werden vooral gebruikt op de Zuidhollandse, Zeeuwse en Brabantse binnenwateren en in België op de Rupel en de Schelde. Als de tjalk behoorde de poon tot de meest verbreide Nederlandse typen. De grootte van dit korte en brede scheepstype liep van 16 tot 60 ton. Algemene kenmerken van de poon waren o.a. de gebogen, van boven sterk naar binnen vallende en puntige voorsteven (verwantschap met de kromstevens of drimme laars uit de tijd van de Tachtigjarige Oorlog en later), de hoekige kimmen en de invallende boorden, waardoor het schip op het berghout smaller was dan op het vlak. De ponen werden gebruikt voor passagiersvervoer (zg. paviljoenponen) en goederenvervoer; de kleinere soorten als marktschuit. Aanvankelijk voerden de ponen een spriettuig; sinds de 17e eeuw een bezaantuig. De mast was vast of strijkend. Er waren vier soorten ponen: paviljoen-, statie-, statie-paviljoen- en 'gewone' ponen. De soorten onderscheidden zich alleen door de inrichting van het achterschip. De Zeeuwse ponen waren de grootste schepen van de poonfamilie. Zij hadden een vloeiende lijn en waren vaak fraai versierd (o.a. met mastschild en mastwortel) en geschilderd (veel groen, afgezet met wit of geel). Met deze schepen werd het verkeer tussen Zeeland en Brabant, Rotterdam en Dordrecht onderhouden. Eind 19e eeuw werden de ponen naar verhouding langer en gestrekter, terwijl ook het tuig werd aangepast. Uit onze eeuw zijn ijzeren ponen bekend.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

E.W. Petrejus, Oude zeilschepen en hun modellen; binnenschepen, jachten en vissersschepen; 3e dr. Bussum, 1978. P.J.V.M. Sopers, Schepen die verdwijnen. Amsterdam, 1946. J. van Beylen, Schepen van de Nederlanden. Maritieme Encyclopedie, V.