Tolsende

Uit Wiki ZB
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 18 sep 2014 om 16:21 (Johan Francke heeft pagina Tolsende (tolseynde, Totelsende, Tholsende) hernoemd naar Tolsende)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Tolsende (Tolseynde, Totelsende, Tholsende)

Voormalige parochie en polders (Tolsende-binnen en Tolsende-buiten) in het Verdronken Land van Zuid-Beveland, ten noordoosten van Kruiningen en ten zuidoosten van Yerseke. Het dorp ontstond in een 12de-eeuwse bedijking ten oosten van de Yersekekreek in Oostelijk Zuid-Beveland. De parochie Tolsende wordt het eerst vermeld op de tiendlijst van 1275/1280; de kerk stond aan de oostelijke dijk van de polder, die in de 14de eeuw Tolsende-binnen ging heten, omdat toen in een inham van de Schelde de polder Tolsende-buiten werd bedijkt (voor het eerst genoemd in de 14de-eeuwse grafelijkheidsrekening; circa 475 gemet groot), oostelijk van Tolsende (-binnen). Tolsende-buiten werd ook wel de Polder genoemd. Binnen deze Polder stond een kapel, de Ramskapel (voor het eerst genoemd in 1405), die aanleiding gaf tot het ontstaan van het dorpje Kapeldorp (voor het eerst genoemd in 1495). In de kapel waren vicarieën gesticht ter ere van de H. Maagd en St.-Quirinus. In 1439 behoorde Tolsende tot de 'verloren ambachten': dat waren die ambachten waarop de ambachtsheren geen prijs meer stelden en die in de grafelijke rekeningen vermeld bleven op naam van de laatste ambachtsheer. In de 14de en 15de eeuw maakten Tolsende-binnen en –buiten, samen 1619 gemet, deel uit van het waterschap Beoosten Yerseke, uitwaterend door de sluis van Duvenee in de Voornoutsee. Bij de ordonnantie van Maximiliaan van Oosterijk in 1509 viel Tolsende in het 7de kavel voor de verdeling van de dijklasten van de ringdijk om Zuid-Beveland, op te brengen door de geërfden (ambachtsheren en abdij van Ter Doest). Tolsende verdronk bij de vloeden van 1530-1532. In 1656 en 1669 zijn kleine delen van het vroegere Tolsende herdijkt en gevoegd bij Kruiningen en Yerseke, later behoorden beide delen tot Yerseke. Het wapen komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696).

Archeologie

Tolsende is in de twintigste eeuw veelvuldig bezocht door schatgravers, evenals naburige verdronken dorpen zoals Nieuwlande. Amateurarcheoloog F.W. Melissen onderzocht de site van Tolsende omstreeks 1983, en onderscheidde volgens zijn interpretatie onder meer een dodenhuisje, de begraafplaats, een centraal gebouw (het kerkje?) en een drietal funderingen buiten het dorp. Tijdens een herwaarderingsproject van AMK-terreinen (Archeologische Monumenten Kaart Zeeland) zijn in 2004 23 huisplattegronden ter plaatse van Tolsende waargenomen, die bedreigd werden door de massale aanwezigheid van de Japanse oester, net als bijvoorbeeld te Oud-Hamerstede. Het gebouw dat het dichtst bij de zeedijk lag identificeerde men als een toren of kapel die mogelijk oost-west georiënteerd was. In 2007 trof een particulier in de omgeving van Tolsende metalen voorwerpen en aardewerkscherven uit de late middeleeuwen aan, alsmede enkele baksteenconcentraties. Uit minstens twee van deze concentraties kon bij waarnemingen door de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland de plattegrond van een boerderij worden gereconstrueerd. In 2013 volgde een melding van aangetroffen skeletresten te Tolsende door een particulier.


Varia

Tolsende speelt onder andere een rol in de historische streekroman Heer Adriaan van Lodijke door L. Janse, uitgegeven door de orthodox-reformatorische uitgeverij De Banier te Utrecht (1954). Hoofdfiguur Meeuwes is hierin de veerman van Tolsende, met zijn gezin bekeerd tot de nieuwe, protestantse leer. Als zodanig behoort hij tot een kleine minderheid in het zeer zondig afgeschilderde, roomse land van Reimerswaal. Dit wordt zelfs vergeleken met het bijbelse Sodom.


AUTEUR

-S.J.M. Hulsbergen, J.A. Trimpe Burger, et al.; herz. Jan J.B. Kuipers, 2013


LITERATUUR

-C. Dekker, Zuid-Beveland. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeuwen (Assen, 1971).

-M. van Empel en H. Pieters, Zeeland door de eeuwen heen (Middelburg, 1935-1959).

-P.M. Grijpink, Register op de parochiën, altaren, vicarieën en de bedienaars zooals die voorkomen in de middeleeuwsche rekeningen van den officiaal des aartsdiakens van den Utrechtschen Dom (Amsterdam, 1914).

Hans Jongepier, ‘Vondsten omgeving Tolsende’, in: Zeeuws Erfgoed (december 2007) 4.

-Jan J.B. Kuipers (eindred.), Sluimerend in slik. Verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland (Middelburg/Vlissingen, 2004) 48-49 nr. 66.

Jan J.B. Kuipers, ‘Verdronken noorderburen van Oud-Rilland’, in: Dicky de Koning-Kastelijn (coörd.), Verdronken land, Oud-Rilland 2004-2008 (Kloetinge, 2008) 8-12.

Jan J.B. Kuipers, ‘Het drijvende wiegje. De literaire traditie van ‘verdronken geschiedenis’’, in: Traditie 15/4 (2009) 34-37.

-S. Muller Hz., De kerkelijke indeeling omstreeks 1550 tevens kloosterkaart. Deel I: het bisdom Utrecht (’s-Gravenhage, 1921-1923).

-Post, Eigen kerken.

J. Trachet, Verdronken dorpen in het zuidoosten van Zeeland (ongepubliceerde masterthesis Universiteit Gent), 2 dln. (Gent, 2010).

-J. Trachet, ‘Verdronken dorpen in Zeeland en hoe ze te vinden’, in: Ex Situ 1 (2012) 82-86.


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Voormalige parochie en polders (Tolsende-binnen en Tolsende-buiten) in het Verdronken Land van Zuid-Beveland, ten noordoosten van Kruiningen en ten zuidoosten van Yerseke. Het dorp ontstond in een 12e-eeuwse bedijking ten oosten van de Yersekekreek in Oostelijk Zuid-Beveland. De parochie Tolsende wordt het eerst vermeld op de tiendlijst van 1275/80; de kerk stond aan de oostelijke dijk van de polder, die in de 14e eeuw Tolsende-binnen ging heten, omdat toen in een inham van de Schelde de polder Tolsende-buiten werd bedijkt (voor het eerst genoemd in de 14e-eeuwse grafelijkheidsrekening; ca. 475 gemet groot), oostelijk van Tolsende (-binnen). Tolsende-buiten werd ook wel de Polder genoemd. Binnen deze Polder stond een kapel, de Ramskapel (voor het eerst genoemd in 1405), die aanleiding gaf tot het ontstaan van het dorpje Kapeldorp (voor het eerst genoemd in 1495). In de kapel waren vicarieën gesticht ter ere van de H. Maagd en St.-Quirinus. In 1439 behoorde Tolsende tot de 'verloren ambachten': dat waren die ambachten waarop de ambachtsheren geen prijs meer stelden en die in de grafelijke rekeningen vermeld bleven op naam van de laatste ambachtsheer. In de 14e en 15e eeuw maakten Tolsende-binnen en –buiten, samen 1619 gemet, deel uit van het waterschap Beoosten Yerseke, uitwaterend door de sluis van Duvenee in de Voornoutsee. Bij de ordonnantie van Maximiliaan van Oosterijk in 1509 viel Tolsende in het 7e kavel voor de verdeling van de dijklasten van de ringdijk om Zuid-Beveland, op te brengen door de geërfden (ambachtsheren en abdij van Ter Doest). Tolsende verdronk bij de vloeden van 1530-1532. In 1656 en 1669 zijn kleine delen van het vroegere Tolsende herdijkt en gevoegd bij Kruiningen en Yerseke, later behoorden beide delen tot Yerseke. Het wapen komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696).