Steketee, Familie

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Steketee, Familie

Christiaan sr. (Borssele 10 sept. 1782-Nieuwdorp 12 sept. 1864). Vestigde zich in 1805 als zelfstandig kleermaker te Nieuwdorp. Werd in 1814 gekozen tot kapitein van de landstorm. Zocht steun hij de conventikels; toen in 's-Heerenhoek, waartoe Nieuwland kerkelijk behoorde, moeilijkheden ontstonden in de Hervormde Kerk (twee predikanten werden afgezet) werd de kleermakerij een kerk in het klein. Ds. H.J.Budding van Biggekerke sloot zich in 1836 bij de Afscheiding aan; dit maakte grote indruk op Christiaan en hetzelfde jaar volgden hij en vele anderen het voorbeeld van Budding. Hij werd door Budding in het ambt van ouderling bevestigd op een boerderij onder 's-Heer Arendskerke, maar nadat er conflicten tussen hem en Budding waren uitgebroken besloot men in Nieuwdorp erkenning als Christelijk Afgescheiden Gemeente aan te vragen. Ds. H.P. Scholte uit Utrecht werd de raadsman van de gemeente, die in 1841 een eigen kerkgebouw kreeg.

Christiaan jr. (Nieuwdorp 15 okt. 1819-Nieuwdorp 3 juni 1882). Predikant. Was aanvankelijk bij zijn vader als kleermaker werkzaam. Kwam in 1839 in opleiding bij ds. Scholte en werd in 1842 in Nieuwdorp als predikant bevestigd. Hij was in de Chr. Afgescheiden Gemeente een stuwende kracht; in 1845 kreeg de gemeente een eigen gereformeerde begraafplaats, in 1859 een christelijke school, in 1868 een nieuwe kerk, midden in het dorp. Sedert de oprichting in 1854 was Christiaan jr. curator van de Theologische School in Kampen. Wegens zijn vele preekbeurten in Zeeuwse kerken die zonder predikant zaten, kreeg hij de erenaam 'Vader der Zeeuwse kerken'. Evenals zijn vader publiceerde hij een autobiografie.

Adriaan (Nieuwdorp, Z-Bev., 26 aug. 1846-Heinkenszand 18 jan. 1913). Theoloog. Zoon van ds. Christiaan Steketee. Studeerde aan de Theologische school te Kampen. Werd in 1869 predikant van de Chr. Geref. Gemeente te Zaamslag. Van 1872-1882 docent aan de Theologische school te Kampen, waar hij onverwacht werd ontslagen toen curatoren hem ongeschikt vonden voor zijn taak. De laatste dertig jaar van zijn leven heeft hij ambteloos geleefd in Terneuzen en sinds 1901 te Heinkenszand. Hij schreef enkele theologische geschriften, o.a. de rectorale redevoeringen De studie van Plato, met het oog op de theologische vorming (1875) en De betekenis der kunst voor den toekomstigen evangelie dienaar (1881). Een keuze uit zijn nagelaten proza verscheen als Beschouwingen van een Christen-denker (1914). Vele jaren heeft hij gewerkt aan een Zeeuws idioticon voor Zuid-Beveland, waarvan het handschrift in de Provinciale Bibliotheek berust. De betekenis van deze originele, tragische figuur is pas na zijn dood in het licht gesteld. Hij komt voor in de roman De weduwe (1918) van zijn nicht Johanna Steketee. Cornelis (Nieuwdorp 11 mei 1855-Overschie 19 okt. 1910). Predikant. Broer van Adriaan. Studeerde sedert 1872 in Kampen en was na 1881 achtereenvolgens predikant te Veere, Bolnes en Middelharnis.

Christiaan Az. ('s-Heer Arendskerke 18 febr. 1829-Heinkenszand 16 okt. 1886). Predikant. Neef van Christiaan sr. Was aanvankelijk bakker maar werd door ds. Scholte opgeleid tot predikant. Hij stond achtereenvolgens te Kockengen, Meeuwen, Sliedrecht, Vlaardingen, Andijk en Heinkenszand.

Johanna Sara Antonia (Terneuzen 9 okt. 1875-Ede (Gld.) 2 mei 1932). Letterkundige. Achterkleindochter van Christiaan sr. Woonde sinds 1898 te Ede. Tussen 1901 en 1918 schreef zij een aantal romans en novellen, veelal met feministische strekking. Daarvan spelen de novellen Een liefde (Het Leven 4 (1909), nos. 31-41) en De dochter van de havenmeester in de bundel Het leven, 1911) en de roman De weduwe (1918) (over het leven van haar ouders en haar oom Adriaan Steketee) zich in Terneuzen af.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

S.J.M. Hulsbergen, A. Teunis

Literatuur