Rondbekken: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 3: Regel 3:
 
}}
 
}}
 
==Rondbekken (prikken, Lampreien)==
 
==Rondbekken (prikken, Lampreien)==
= Parasitaire vissen; gewervelde dieren. Het geraamte bestaat uit kraakbeen; op de ronde, onbeweeglijke kaken ligt een hoornplaat met tanden. Borst- en buikvinnen ontbreken, evenals schubben. De kieuwopeningen liggen achter de neusgaten en de ogen, van daar de volksnaam negenoog. De dieren hechten zich vast aan het lichaam van een levende vis en met hun beweeglijke tong en met de tanden van de zuignapvormige mond raspen zij een opening in het weefsel van hun gastheer, die de parasiet met zich mee blijft dragen. In Zeeland inheems zijn: rivierprik (Lampetra fluviátilis), parasiteert op riviervissen in de Zeeuwse stromen; zeeprik (Petromyzon marínus), parasiteert op zeevissen in het kustwater en zwemt in het voorjaar de rivieren op om te paaien. =
+
Parasitaire vissen; gewervelde dieren. Het geraamte bestaat uit kraakbeen; op de ronde, onbeweeglijke kaken ligt een hoornplaat met tanden. Borst- en buikvinnen ontbreken, evenals schubben. De kieuwopeningen liggen achter de neusgaten en de ogen, van daar de volksnaam negenoog. De dieren hechten zich vast aan het lichaam van een levende vis en met hun beweeglijke tong en met de tanden van de zuignapvormige mond raspen zij een opening in het weefsel van hun gastheer, die de parasiet met zich mee blijft dragen. In Zeeland inheems zijn: rivierprik (Lampetra fluviátilis), parasiteert op riviervissen in de Zeeuwse stromen; zeeprik (Petromyzon marínus), parasiteert op zeevissen in het kustwater en zwemt in het voorjaar de rivieren op om te paaien.  
 
= AUTEUR =
 
= AUTEUR =
 
= K.F. Vaas =
 
= K.F. Vaas =

Versie van 6 feb 2024 om 10:14

Rondbekken

Rondbekken (prikken, Lampreien)

Parasitaire vissen; gewervelde dieren. Het geraamte bestaat uit kraakbeen; op de ronde, onbeweeglijke kaken ligt een hoornplaat met tanden. Borst- en buikvinnen ontbreken, evenals schubben. De kieuwopeningen liggen achter de neusgaten en de ogen, van daar de volksnaam negenoog. De dieren hechten zich vast aan het lichaam van een levende vis en met hun beweeglijke tong en met de tanden van de zuignapvormige mond raspen zij een opening in het weefsel van hun gastheer, die de parasiet met zich mee blijft dragen. In Zeeland inheems zijn: rivierprik (Lampetra fluviátilis), parasiteert op riviervissen in de Zeeuwse stromen; zeeprik (Petromyzon marínus), parasiteert op zeevissen in het kustwater en zwemt in het voorjaar de rivieren op om te paaien.

AUTEUR

K.F. Vaas