Profane Insignes

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Profane Insignes

Profane insignes behoren met pelgrimsinsignes tot de algemene categorie van laatmiddeleeuwse draaginsignes. Deze werden vanaf de late twaalfde tot het midden van de zestiende eeuw in serie of zelfs massaproductie vervaardigd in (meestal) een loodtinlegering. De voorstellingen van de profane insignes variëren van gebruiksvoorwerpen, planten, dieren, hoofse taferelen tot literaire en expliciet seksuele onderwerpen. Zowel pelgrims- als profane draagtekens zijn volgens de Nederlandse specialist Jos Koldeweij ‘magisch beladen voorwerpen, al dan niet religieus’. De website Kunera, onderhouden door de Radboud Universiteit in Nijmegen, had in 2013 meer dan 15.000 insignes gedocumenteerd, waarvan ruim 8.000 uit Nederland (wegens goede conservering in de vochtige bodem), en de meeste daarvan, uit Zeeland komen.

Profaan insigne van een kruisboog; (Zeeuwse) vindplaats onbekend. Datering 1400-1450.

Functie

Van sommige categorieën profane insignes is een verband met de vastenavondviering gesuggereerd. Subcategorieën als de speldjes met seksuele symboliek hadden echter evenals de pelgrimstekens een beschermende en apotropeïsche (onheil afwerende) functie. Ze dienden voorts ter bevordering van vruchtbaarheid of geluk, of om te imponeren. De interpretatie van veel motieven op profane insignes is moeilijker dan die van pelgrimstekens, aangezien directe bronnen (afbeeldingen, beschrijvingen) vrijwel ontbreken, ofschoon er enige bekend zijn. Wel staan de insignes met afbeeldingen van geslachtsdelen in een traditie sinds - in onze streken - de Romeinse tijd, terwijl er ook parallelle verschijnselen zijn zoals sculptuurelementen bij stadspoorten, ingangspartijen bij kerken en dergelijke.

Copulerend paar; profaan insigne uit het verdronken Valkenisse (Zuid-Beveland). Datering eind veertiende of begin vijftiende eeuw (collectie familie Van Beuningen, Langbroek, inv. 2022).
Fallusdier op poten; profaan insigne uit het verdronken Nieuwlande (Zuid-Beveland). Datering 1400-1450 (collectie Zeeuws Museum, Middelburg).

Zeeland

In Nederland was de rol van verzamelaar H.J.E. van Beuningen van onschatbare waarde voor de toegenomen kennis van de loodtinnen laatmiddeleeuwse draagtekens. Van Beuningen, reeds een actief verzamelaar van middeleeuwse gebruiksvoorwerpen, deed zijn eerste inspiratie met betrekking tot de insignes op tijdens een wandeling over de slikken van het verdronken Reimerswaal aan het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw. ‘Schatten uit de Schelde’, een expositie in het Markiezenhof te Bergen op Zoom met bijbehorende publicatie, toonde in 1987 naast pelgrimstekens eveneens profane insignes. De toen ook geëxposeerde erotische insignes deden enig stof opwaaien en genereerden nieuwe aandacht voor dit materiaal, lang na een negentiende-eeuwse publicatie als The Worship of the generative powers during the Middle Ages of Western Europe van Thomas Wright (1866).

Door de opmars van de metaaldetector nam het aantal insignevondsten intussen fenomenaal toe. Het lemma religieuze penningen in de eerste uitgave van de Encyclopedie van Zeeland (deel II, 1984) vermeldde nog slechts één pelgrimsinsigne (Verdronken Land van Zuid-Beveland); in 1978 waren echter al 22 Zeeuwse vondsten van pelgrimstekens bekend. De profane insignes blijven in het trefwoord penningen en de daarvan afgeleide trefwoorden onbesproken.


Toenemende aantallen

Het grote aantal Zeeuwse vondsten is mede toe te schrijven aan het fenomeen van de verdronken dorpen in de provincie; uit vindplaatsen als Nieuwlande en Westenschouwen zijn in totaal enkele duizenden insignes bekend. Nieuwlande in het Verdronken Land van Zuid-Beveland bleek de meest omvangrijke collectie pelgrims- en profane insignes in Nederland te herbergen. Het aantal hier gevonden en geregistreerde religieuze insignes was in 1993 al 895 en in 2004 opgelopen tot boven de duizend. Bij dit aantal bleef de eveneens grote hoeveelheid profane insignes nog buiten beschouwing. Er duiken nu en dan weer nieuwe Zeeuwse vondstcomplexen op, zoals een bouwput aan de Clasinastraat in Arnemuiden (2009), ter plaatse van een in 1438 gegraven insteekhaventje. Hieruit zijn bijna tweeduizend metaalvondsten geborgen inclusief tweehonderd pelgrimstekens en 123 profane insignes.


Karakteristieken

De 123 profane insignes uit de Clasinastraat in Arnemuiden bevatten 37 typen die tot dusver (2009) als unica golden of slechts bekend waren van enkele exemplaren. Onder de erotische insignes bevinden zich bijvoorbeeld een gekroonde vulva te paard met karwats en boog (een spiegelbeeldig voorbeeld is bekend uit Amsterdam, periode 1375-1425), en een vulva als pelgrim met hoed, staf en rozenkrans, vergelijkbaar met eenzelfde type uit Poortvliet. Een insigne van een ruiter met zak op een ezel en één van een kruisboog met opgelegde pijl en bustekop zijn vergelijkbaar met vondsten uit Nieuwlande.

Een naakte wildeman met kaproen (kap tot de schouders) en geprononceerd weergegeven genitaliën; profaan insigne uit het verdronken Valkenisse (Zuid-Beveland). Datering eind veertiende of begin vijftiende eeuw (collectie familie Van Beuningen, Langbroek, inv. 2060).

De vondsten uit het verdronken Zuid-Bevelandse dorp Valkenisse (bij Waarde) vertonen eenzelfde grote variëteit als elders. De 51 opmerkelijke profane insignes uit dit dorp (stand van zaken 2012) tonen onder meer seksueel getinte voorstellingen (een vrijend paar, een fallusman te paard, een gekroonde fallus en twee varianten van een vulva op krukken), hoofse tafereeltjes en decoratieve imitatiejuwelen. Een greep uit de overige decoraties: een duivelskop en een duivel met twee koppen, een leeuwtje, een naakte wildeman die een obsceen gebaar maakt, een zeemeermin met ‘wulps gespreide dubbele staart’ (Koldeweij 2012), een zeemeerman in harnas met getrokken zwaard, ridders en soldaten. De imitatiejuwelen van tin bevatten gekleurde glasparels in een decoratief geometrische vorm of in een vorm van geabstraheerde bloemetjes.


AUTEUR

-Jan J.B. Kuipers, 2013


BRONNEN

-J.B. Bedaux, ‘Profane en sacrale amuletten’, in: A.M. Koldeweij, A. Willemsen (red.), Heilig en Profaan. Laatmiddeleeuwse insignes in cultuurhistorisch perspectief (Amsterdam, 1995) 26-35.

-H.J.E. van Beuningen, A.M. Koldeweij, Heilig en profaan; 1000 Laatmiddeleeuwse insignes uit de collectie H.J.E. van Beuningen. Rotterdam Papers VIII (Cothen, 1993).

-H.J.E. van Beuningen, A.M.Koldeweij en Dory Kicken, Heilig en profaan 2; 1200 Laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties (Cothen, 2001).

-H.J.E. van Beuningen, A.M. Koldeweij, D. Kicken, H. van Asperen e.a., Heilig en Profaan 3; 1300 laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties (Langbroek, 2012).

-G. Groeneweg (red.), Schatten uit de Schelde. Gebruiks- en siervoorwerpen uit de verdronken plaatsen in de Oosterschelde (Bergen op Zoom, 1987).

-R.M. van Heeringen, A.M. Koldeweij, A.A.G. Gaalman, Heiligen uit de modder. In Zeeland gevonden pelgrimstekens (Zutphen, 1988).

-Jos Koldeweij, ‘Vrome reiziger of stoere jongen? Pelgrimstekens en profane insignes’, in: Transparant 13/3 (2002) 4-7.

-Jos Koldeweij, ‘Pelgrimstekens en profane insignes uit Valkenisse’, in: Jan J.B. Kuipers (red.), Valkenisse. Geschiedenis, archeologie en topografie van een verdronken dorp op Zuid-Beveland. AWN-reeks no. 5 (Poortugaal, 2012).


LINKS

-Kunera, laatmiddeleeuwse insignes en ampullen

-Stichting Middeleeuwse Religieuze en Profane Insignes