Plevieren: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
(Importing text file)
 
k
Regel 3: Regel 3:
 
}}
 
}}
  
Familie van waadvogels met korte snavel. Verschillende soorten komen in Zeeland voor. Ook de [[kievit]] behoort tot de plevieren. Bontbekplevier (Charádrius hiatícula). Kleine steltloper met bonte kop, zwarte gesloten borstband, gele snavel met zwarte punt, gele poten en streep over de vleugel. De 150-250 paar, die in Zeeland broeden vertegenwoordigen een groot deel van de in Nederland broedende bontbekken. De meeste broeden in de Grevelingen. Kleine plevier (Ch. dúbius). Lijkt op de bontbekplevier, die in Afrika overwintert en in onze streken is te zien van eind maart tot begin oktober. In Zeeland vooral broedvogel in Zeeuws-Vlaanderen, oostelijk Zuid-Beveland en plaatselijk op Tholen (totaal 50-100 paar). Strandplevier (Ch. alexándrius). Kleiner en slanker dan bontbekplevier. Broedvogel van drooggevallen platen in Grevelingen en Veerse Meer, opgespoten terreinen, inlagen, kreken e.d. In 1977 broedden in Zeeland 350-450 paar. Goudplevier (Pluviális apricária). Grote plevier met geelbruine bovendelen, witte okselveren en ondervleugel. Broedvogel van Noord-Europa, die in Zeeland talrijk doortrekt en in zachte winters ook veel overwintert. Aan te treffen in grote groepen op grasland en bouwland, vaak samen met kievitten. De kleine goudplevier (Pl. domínica) is een zeldzame dwaalgast. Zilverplevier (Pl. squatárola). Gedrongener dan goudplevier en vooral te onderscheiden door zwarte okselveren. In Zeeland algemene doortrekker en wintergast op de slikken van de zeearmen. De grootste aantallen, tot meer dan 10.000 exemplaren, worden hier gezien in het najaar.
+
Familie van waadvogels met korte snavel. Verschillende soorten komen in Zeeland voor. Ook de [[kievit]] behoort tot de plevieren. Bontbekplevier (Charádrius hiatícula). Kleine steltloper met bonte kop, zwarte gesloten borstband, gele snavel met zwarte punt, gele poten en streep over de vleugel. De 150-250 paar, die in Zeeland broeden vertegenwoordigen een groot deel van de in Nederland broedende bontbekken. De meeste broeden in de Grevelingen. Kleine plevier (Ch. dúbius). Lijkt op de bontbekplevier, die in Afrika overwintert en in onze streken is te zien van eind maart tot begin oktober. In Zeeland vooral broedvogel in Zeeuws-Vlaanderen, oostelijk Zuid-Beveland en plaatselijk op Tholen (totaal 50-100 paar). Strandplevier (Ch. alexándrius). Kleiner en slanker dan bontbekplevier. Broedvogel van drooggevallen platen in Grevelingen en Veerse Meer, opgespoten terreinen, inlagen, kreken e.d. In 1977 broedden in Zeeland 350-450 paar. [[Goudplevier]] (Pluviális apricária). Grote plevier met geelbruine bovendelen, witte okselveren en ondervleugel. Broedvogel van Noord-Europa, die in Zeeland talrijk doortrekt en in zachte winters ook veel overwintert. Aan te treffen in grote groepen op grasland en bouwland, vaak samen met kievitten. De kleine goudplevier (Pl. domínica) is een zeldzame dwaalgast. Zilverplevier (Pl. squatárola). Gedrongener dan goudplevier en vooral te onderscheiden door zwarte okselveren. In Zeeland algemene doortrekker en wintergast op de slikken van de zeearmen. De grootste aantallen, tot meer dan 10.000 exemplaren, worden hier gezien in het najaar.
  
  

Versie van 14 okt 2021 om 10:38

Plevieren

Familie van waadvogels met korte snavel. Verschillende soorten komen in Zeeland voor. Ook de kievit behoort tot de plevieren. Bontbekplevier (Charádrius hiatícula). Kleine steltloper met bonte kop, zwarte gesloten borstband, gele snavel met zwarte punt, gele poten en streep over de vleugel. De 150-250 paar, die in Zeeland broeden vertegenwoordigen een groot deel van de in Nederland broedende bontbekken. De meeste broeden in de Grevelingen. Kleine plevier (Ch. dúbius). Lijkt op de bontbekplevier, die in Afrika overwintert en in onze streken is te zien van eind maart tot begin oktober. In Zeeland vooral broedvogel in Zeeuws-Vlaanderen, oostelijk Zuid-Beveland en plaatselijk op Tholen (totaal 50-100 paar). Strandplevier (Ch. alexándrius). Kleiner en slanker dan bontbekplevier. Broedvogel van drooggevallen platen in Grevelingen en Veerse Meer, opgespoten terreinen, inlagen, kreken e.d. In 1977 broedden in Zeeland 350-450 paar. Goudplevier (Pluviális apricária). Grote plevier met geelbruine bovendelen, witte okselveren en ondervleugel. Broedvogel van Noord-Europa, die in Zeeland talrijk doortrekt en in zachte winters ook veel overwintert. Aan te treffen in grote groepen op grasland en bouwland, vaak samen met kievitten. De kleine goudplevier (Pl. domínica) is een zeldzame dwaalgast. Zilverplevier (Pl. squatárola). Gedrongener dan goudplevier en vooral te onderscheiden door zwarte okselveren. In Zeeland algemene doortrekker en wintergast op de slikken van de zeearmen. De grootste aantallen, tot meer dan 10.000 exemplaren, worden hier gezien in het najaar.


AUTEUR

K.F. Vaas