PSD

Uit Wiki ZB
Versie door Wimg (overleg | bijdragen) op 27 jun 2017 om 15:28 (Het einde)
Ga naar: navigatie, zoeken

Voormalige Provinciale Stoomvaart Diensten in Zeeland. Tussen 1866 en 2003 onderhield de PSD de veerdiensten op de Wester- en Oosterschelde en het Veerse Meer. Vanwege de bouw van bruggen (waaronder Oosterscheldebrug in 1965), dammen en de tunnel onder de Westerschelde werden de veerdiensten geleidelijk minder belangrijk. De PSD werd op 15 maart 2003 opgeheven. (LATER MEER)

PSD

Geschiedenis van het bedrijf

Het begin

De geschiedenis van de PSD begint op 22 mei 1828. Vanaf die dag vaart er een reguliere veerdienst tussen Vlissingen, Breskens en Terneuzen. Andere havens worden aangedaan door particulieren, maar onder de vlag van de Provincie Zeeland. Vanaf 1 april 1866 neemt de Provincie Zeeland de bedrijfsvoering van deze diensten zelf ter hand. Hiermee het begin van de PSD.

De PSD voer aanvankelijk met de houten raderstoomboten De Schelde, Stad Vlissingen Nr. 1 en de Zeeland. Het laatste schip was nauwelijks zeewaardig te noemen. Tijdens een proefvaart sprak een statenlid dat 'men nauwelijks een geit zou mede durven overzenden'. De eerste diensten gingen van Vlissingen naar Breskens en van Vlissingen via Terneuzen naar Hoedekenskerke. In 1867 werden ook de Walsoorden en Borssele aangedaan.

In het begin concentreerde de PSD zich op de vaart over de Westerschelde. Het bedrijf heette dan ook officieel Provinciale Stoombootdienst op de Westerschelde. Na 1922 werden ook vaarten over de Oosterschelde geëxploiteerd. Hiervoor werd een apart bedrijf gesticht: de Provinciale Stoomvaartdienst op de Oosterschelde. In de Tweede Wereldoorlog werden beide bedrijven samengebracht als Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland. De afkorting PSD werd hierna de steeds gangbaarder term.

Vanaf 1928 was het voor het eerst mogelijk tussen Vlissingen en Breskens met de auto op de veerboot te rijden. Tot het begin van de Tweede Wereldoorlog werden er in totaal drie van deze zgn. kopladers in de vaart genomen. Daarnaast werd ook in de zgn. secundaire veerdiensten geïnvesteerd. Concreet ging het hierbij om drie diesel mechanische zijladingsveerboten waarop een aantal auto's konden worden vervoerd (bijv. schip 'Oosterschelde').

Oorlog

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werden in Breskens vele veerboten tot zinken gebracht. Franse troepen, naar het Zuiden vluchtend voor de invallende Duitse troepen, maakten bij hun terugtrekking gebruik van de PSD-boten. Om te voorkomen dat de schepen in handen zouden vallen van de Duitsers, werden ze in de Breskense haven vernietigd. Ook aan het eind van de oorlog, in 1944, werden een aantal boten vernietigd. Dit keer door de Duitsers, die de toegang voor geallieerde schepen tot de haven van Vlissingen wilden blokkeren.

Na de oorlog

In de periode 1958-1964 werden door de PSD drie enkeldeksveerboten gebouwd. Dit waren de Prinses Beatrix, Prinses Irene en Prinses Margriet. Ze worden ook wel de 'Prinsessenboten' genoemd en bleven meer dan 20 jaar in gebruik.

In 1968 werd de Prinses Christina in de vaart genomen, in 1970 de Prins Willem-Alexander. Het waren destijds de eerste dubbeldeksveerboten in ons land; varend op het traject Kruiningen-Perkpolder. Om de dubbeldeksboten te kunnen ontvangen werden in 1985 de veerhavens van Vlissingen en Breskens verbouwd. Daarna, werden nog de drie dubbeldeksschepen Prinses Juliana (1986), Koningin Beatrix (1993) en Prins Johan Friso (1997) gebouwd. De laatste boot is nog maar zes jaar in dienst geweest. Toen werd de Westerscheldtunnel in gebruik genomen.

Het einde

Het einde van de PSD kwam in 2003. In dat jaar (op 14 maart) opende de Westerscheldetunnel en de veerdienst Kruiningen-Perkpolder werd direct opgeheven. Dit kostte 220 arbeidsplaatsen. De Prins Willem-Alexander werd naar Vlissingen gebracht om daar te worden verkocht.

Tussen Vlissingen en Breskens kwam een fiets/voetveer, geexploiteerd door BBA Fast Ferries. In 2008 werd dit overgenomen door Veolia Fast Ferries, nu door de Westerschelde Ferry BV. Aanvankelijk werd gevaren met de oude schepen, zonder dat autodek en restauratie werd gebruikt. Daarna werd gevaren met twee zgn. SWATH's (Pr. Willem-Alexander en Prs. Maxima). Deze schepen zijn in eigendom van de Provincie Zeeland en worden verhuurd aan de concessiehouder.

De oude schepen zijn verkocht aan Italiaanse reders. De Koningin Beatrix en de Johan Friso worden ingezet als veerdienst Villa San Giovanni op het vasteland en de stad Messina op Sicilië. Het schip 'Prs. Juliana' ligt in Zuid-Italie. De Prs. Christina en Pr. Willem-Alexander zijn via Italie naar Turkije versleept en begin 2013 gesloopt. DE werfplaten van beide schepen zijn door de werkgroep PSDnet.nl gered van sloop en terug gehaald naar Zeeland.

Nederlandtelt op dit moment nog drie oude PSD-veerboten: De Koningin Emma in Scheveningen, de Zuidvliet in Amsterdam en de Oosterschelde in Zwolle. Er worden pogingen gedaan het laatste schip terug te halen naar Zeeland en het te conserveren voor de toekomst.

Auteur

W. van Gorsel

Literatuur

Bronnen

Noten