Martien Beversluis
| Martien Beversluis | |
|---|---|
|
250px Martien Beversluis, bron: Nederlandse Poëzie Encyclopedie | |
| Geboren | 28 maart 1894 Barendrecht |
| Overleden | 18 februari 1966 Vrouwenpolder |
| Beroep | letterkundige |
| VIAF | [1] |
Biografie
Beversluis schreef onder andere de dichtbundels ‘Zwerversweelde’ (1920), ‘Verzen’ (1922), ‘De ballade van de vleermuis’ (1925); ‘Canzonen’ (1926); ‘Chimera's’ (1937) en ‘Mariken van Nimwegen’ (1928), een lyrische bewerking van het middeleeuwse mirakelspel, waarmee hij zich snel naam verwierf. Terwijl zijn oudste werk vooral natuurpoëzie was, spreekt er sinds 1930 een sterke bewogenheid uit om het tijdsgebeuren, zoals in de anti-oorlogsgedichten ‘Aanklacht’ (1930). Na een socialistische, communistische en protestants-christelijke periode werd hij nationaal-socialist; tijdens de tweede Wereldoorlog was hij waarnemend burgemeester van Veere, waar hij sinds zijn huwelijk met de schrijfster Johanna Verstraate (ps.Dignate Robbertz) was gaan wonen. Als redacteur van het N.S.B.-propagandablad 'De Zeeuwsche Stroom' heeft Beversluis in dit blad scherpe, nationaal-socialistisch getinte, bijdragen geschreven. Ook na de oorlog heeft hij nog een aantal dichtbundels geschreven. Zijn Zeeuwse gedichten zijn verzameld in ‘De Zeeuwsche lier’ (1940).
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
-P.J. Meertens
Literatuur
-
