Levinus Willem de Bree: verschil tussen versies

Versie van 22 feb 2016 om 12:35

Onderwijscarrière

L.W. de Bree, thuis in Vlissingen, ca. 1960, fotoarchief PZC, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 126008

L.W. de Bree was onderwijze te Kortgene van 1931-1934, van 1941-1945 hoofd van de school te Nieuwveen, van 1945-1947 leraar geschiedenis aan het Koningin Wilhelminalyceum te Oostburg en sinds 1947 in gelijke functie aan de Rijks HBS te Vlissingen, waarvan hij vanaf 1962 tevens onderdirecteur werd.

Geschied- en romanschrijver

In 1973 aanvaardde De Bree de opdracht van Provinciale Staten van Zeeland de geschiedenis van Zeeland 1940-1945 te schrijven. Toen de dood hem overviel was de auteur halverwege gevorderd. Dit gedeelte werd in 1979 gepubliceerd (‘Zeeland 40-45’ deel I). Hij slaagde er in, volgens zijn bedoeling, een verantwoorde en voor velen toegankelijke beschrijving te geven. Zijn gevoel voor humor schiep de nodige afstand, wat hem niet belette sober en indringend en met ingehouden emotionaliteit te tekenen. In tegenstelling tot eerder werk leverde Zeeland 40-45 hem postuum veel kritiek op. Veel zaken zouden onvermeld zijn gebleven en het boek zou veel feitelijke onjuistheden bevatten. Voordien schreef hij onder andere een bundeltje Kinderliedjes (1930) met Leo van Breen, een brochure over padvinders- en jeugdbeweging (1934) en, onder pseudoniem L.W. Bruinooghe, de novelle ‘Scherzo in puin’ (1946). Vervolgens een aantal romans, die alle op Walcheren speelden: ‘Vechten tegen de Bierkaai’ (1956) over Middelburg omstreeks 1860; ‘Pleidooi voor Polderman’ (1959) over een Walcherse moordzaak uit 1861; ‘Jacob Moens, broer van zijn vader’(1962) over Domburg omstreeks 1900; ‘Steen in de vijver’ (1966) over de opkomst van het socialisme in Middelburg omstreeks 1893 en ‘Papieren zolder’ (1968) over Jonkheer Paspoort van Grijpskerke dat omstreeks 1857 speelt. Op historisch gebied schreef hij: ‘St.Felix quade saturdach’ (In: ‘Nederl. Historiebladen’, 3, 1941); ‘Jacob Roggeveen en zijn reis naar het Zuidland 1721-1722’ (1942) en ‘Walcheren onder vreemde heersers’ (1945). Over de 19de-eeuwse geschiedenis van het onderwijs: ‘Het platteland leert lezen en schrijven’ (1946) en ‘Geloof in de letterkast’ (in: ‘Honderdvijfentwintig jaren arbeid op het onderwijsterrein 1836-1961’, 1961). Hierin geeft De Bree een schets van het lager onderwijs omstreeks 1836. Verder schreef hij: ‘Middelburg in beeldspraak’ (1967) samen met M.P. de Bruin en G.A. de Kok; ‘Zeeuws prentenboek’ (1960-1970) samen met M.P. de Bruin en ‘Leer mij ze kennen... de Zeeuwen’ (1969). Van de oprichting af was De Bree lid van de redactie van het ‘Zeeuws Tijdschrift.’

Bibliografie

Historische studies

Omslag van Zeeland 1940-45

• [1]
• [2]
• [3]
• [4]
• [5]

Romans

• Vechten tegen de bierkaai (1956).
• Pleidooi voor Polderman (1959).
• Jacob Moens, broer van zijn vader (1962).
• Steen in de vijver (1966).
• Papieren zolder (1968).

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

(Middelburg 3 febr. 1912-Vlissingen 28 maart 1977). Letterkundige en historicus. Was onderwijzer, o.a. van 1931-1934 te Kortgene, van 1941-1945 hoofd der school te Nieuwveen; van 1945-1947 leraar geschiedenis aan het Koningin Wilhelminalyceum te Oostburg, sinds 1947 in gelijke functie aan de R.H.B.S. te Vlissingen, waarvan hij sinds 1962 tevens onderdirecteur was. In 1973 aanvaardde De Bree de opdracht van Provinciale Staten van Zeeland de geschiedenis van Zeeland 1940-1945 te schrijven. Toen de dood hem overviel was de auteur halverwege gevorderd. Dit gedeelte werd in 1979 gepubliceerd (`Zeeland 1940-945', deel I). Hij slaagde er in, volgens zijn bedoeling, een verantwoorde en voor velen toegankelijke beschrijving te geven. Zijn gevoel voor humor schiep de nodige afstand, wat hem niet belette sober en indringend en met ingehouden emotionaliteit (om een voorbeeld te noemen: het wegvoeren van de Joodse gezinnen uit Walcheren) te tekenen. Voordien schreef hij o.a.: een bundeltje Kinderliedjes (1930; met Leo van Breen), een brochure over padvinders- en jeugdbeweging (1934) en, onder pseudoniem L.W. Bruinooghe, de novelle Scherzo in puin (1946); vervolgens een aantal romans, die alle op Walcheren spelen: Vechten tegen de Bierkaai (1956; Middelburg omstreeks 1860); Pleidooi voor Polderman (1959; een Walcherse moordzaak uit 1861); Jacob Moens, broer van zijn vader (1962; Domburg omstreeks 1900); Steen in de vijver (1966; de opkomst van het socialisme in Middelburg omstreeks 1893) en Papieren zolder (1968; Jonkheer Paspoort van Grijpskerke, omstreeks 1857). Op historisch gebied schreef hij: St.Felix quade saturdach (In: Nederl. historiebladen, 3, 1941); Jacob Roggeveen en zijn reis naar het Zuidland 1721-1722 (1942) en Walcheren onder vreemde heersers (194.5).. Over de 19e-eeuwse geschiedenis van het onderwijs: Het platteland leert lezen en schrijven (1946) en Geloof in de letterkast (in: Honderdvijfentwintig jaren arbeid op het onderwijsterrein, 1836-1961, 1961). Hierin geeft De Bree een schets van het lager onderwijs omstreeks 1836. Verder schreef hij: Middelburg in beeldspraak (1967; samen met M.P. de Bruin en G.A. de Kok); Zeeuws prentenboek (1960-1970; samen met M.P. de Bruin) en Leer mij ze kennen... de Zeeuwen (1969). Van de oprichting af was De Bree lid van de redactie van het Zeeuws Tijdschrift.

Auteurs

-P.J. Meertens, M.P. de Bruin

Literatuur

-[Zeeuws Tijdschrift, 27/ (1977) 2.]