Klaas Heerinca: verschil tussen versies
(→Literatuur) |
(→Biografie) |
||
| Regel 11: | Regel 11: | ||
}} | }} | ||
==Biografie== | ==Biografie== | ||
| − | Rijksarchivaris van Zeeland (1911-1921). Werd na een ULO-opleiding door zijn vader en enkele predikanten bijgeschoold voor het staatsexamen (1885), studeerde aan de Universiteit van Groningen (Nederlandse Taal- en Letterkunde met hoofdvak geschiedenis) en promoveerde in 1893 op een proefschrift 'Het oude Staveren'. Heeringa was toen sinds 1890 leraar en werd in 1901 benoemd tot archivaris van Schiedam. Op 14 februari 1911 volgde hij [[Robert Th. Azn. Fruin]] op als Rijksarchivaris van Zeeland, tien jaar later volgde zijn aanstelling als Rijksarchivaris van Utrecht, een functie die hij tot aan zijn pensionering in 1932 bekleedde. Bij zijn komst in Zeeland vond Heeringa een archief, dat door Fruin volgens diens nieuwe inzichten was georganiseerd en geïnventariseerd en, voor zover het de middeleeuwse archieven betreft, de landsheerlijke tijd dus, ook was bewerkt. Aan het Staten-archief was Fruin nauwelijks toegekomen en Heeringa beschouwde het als zijn taak dit verder te ordenen en te beschrijven. Als resultaat van deze bemoeiingen verschenen de monumentale 'Notulen van de Staten van Zeeland en van hunne Gecommitteerde Raden 1574-1586' (5 dln. 1915-1919), die als zeer belangrijke bronnenpublicatie gelden. Heeringa werd in Zeeland opgevolgd door [[Adriaan Meerkamp van Embden]] (1921-1943). In Utrecht werd hij opgevolgd door jhr. B.M. de Jonge van Ellemeet. Voor zijn publicaties: zie bibliografie. | + | Rijksarchivaris van Zeeland (1911-1921). Werd na een ULO-opleiding door zijn vader en enkele predikanten bijgeschoold voor het staatsexamen (1885), studeerde aan de Universiteit van Groningen (Nederlandse Taal- en Letterkunde met hoofdvak geschiedenis) en promoveerde in 1893 op een proefschrift 'Het oude Staveren'. Heeringa was toen sinds 1890 leraar en werd in 1901 benoemd tot archivaris van Schiedam. Op 14 februari 1911 volgde hij [[Robert Th. Azn. Fruin]] op als Rijksarchivaris van Zeeland, tien jaar later volgde zijn aanstelling als Rijksarchivaris van Utrecht, een functie die hij tot aan zijn pensionering in 1932 bekleedde. |
| + | |||
| + | Bij zijn komst in Zeeland vond Heeringa een archief, dat door Fruin volgens diens nieuwe inzichten was georganiseerd en geïnventariseerd en, voor zover het de middeleeuwse archieven betreft, de landsheerlijke tijd dus, ook was bewerkt. Aan het Staten-archief was Fruin nauwelijks toegekomen en Heeringa beschouwde het als zijn taak dit verder te ordenen en te beschrijven. Als resultaat van deze bemoeiingen verschenen de monumentale 'Notulen van de Staten van Zeeland en van hunne Gecommitteerde Raden 1574-1586' (5 dln. 1915-1919), die als zeer belangrijke bronnenpublicatie gelden. Heeringa werd in Zeeland opgevolgd door [[Adriaan Meerkamp van Embden]] (1921-1943). In Utrecht werd hij opgevolgd door jhr. B.M. de Jonge van Ellemeet. Voor zijn publicaties: zie bibliografie. | ||
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984== | ==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984== | ||
Huidige versie van 3 mrt 2021 om 11:03
| Klaas Heerinca | |
|---|---|
 Gistpoort en daarboven het Rijksarchief, ca. 1920. Prentbriefkaart. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec. nr. 13313 | |
| Geboren | 12 september 1867 Ternaard (Friesland) |
| Overleden | 23 december 1944 Bilthoven |
| Beroep | Rijksarchivaris van Zeeland (1911-1921) |
| VIAF | Klaas Heeringa |
Biografie
Rijksarchivaris van Zeeland (1911-1921). Werd na een ULO-opleiding door zijn vader en enkele predikanten bijgeschoold voor het staatsexamen (1885), studeerde aan de Universiteit van Groningen (Nederlandse Taal- en Letterkunde met hoofdvak geschiedenis) en promoveerde in 1893 op een proefschrift 'Het oude Staveren'. Heeringa was toen sinds 1890 leraar en werd in 1901 benoemd tot archivaris van Schiedam. Op 14 februari 1911 volgde hij Robert Th. Azn. Fruin op als Rijksarchivaris van Zeeland, tien jaar later volgde zijn aanstelling als Rijksarchivaris van Utrecht, een functie die hij tot aan zijn pensionering in 1932 bekleedde.
Bij zijn komst in Zeeland vond Heeringa een archief, dat door Fruin volgens diens nieuwe inzichten was georganiseerd en geïnventariseerd en, voor zover het de middeleeuwse archieven betreft, de landsheerlijke tijd dus, ook was bewerkt. Aan het Staten-archief was Fruin nauwelijks toegekomen en Heeringa beschouwde het als zijn taak dit verder te ordenen en te beschrijven. Als resultaat van deze bemoeiingen verschenen de monumentale 'Notulen van de Staten van Zeeland en van hunne Gecommitteerde Raden 1574-1586' (5 dln. 1915-1919), die als zeer belangrijke bronnenpublicatie gelden. Heeringa werd in Zeeland opgevolgd door Adriaan Meerkamp van Embden (1921-1943). In Utrecht werd hij opgevolgd door jhr. B.M. de Jonge van Ellemeet. Voor zijn publicaties: zie bibliografie.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
F. van Noordwijk, gecontroleerd redactie 2013
Literatuur
- Van Royen, Klaas Heeringa.
