Kiekendief

Uit Wiki ZB
Versie door Maintenance script (overleg) op 20 mrt 2014 om 15:53 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Kiekendieven

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Slanke, vrij grote roofvogels met lange vleugels en staart, lange poten en niet erg zware snavel. Karakteristieke jachttechniek door met iets omhoog gehouden vleugels in een glijvlucht laag over de grond te vliegen. Gewoonlijk zwijgzaam. In Zeeland zijn vier soorten kiekendieven waargenomen.

De bruine kiekendief (Circus aeruginósus) is de grootste kiekendief en heeft brede, ronde vleugels. Het mannetje is grotendeels bruin met grijs op vleugels en staart. Het vrouwtje is geheel bruin met lichtgele kop en voors leugels. Onvolwassen vogels zijn geheel bruin. De bruine kiekendief was in Zeeland vroeger slechts als broedvogel bekend van Schouwen-Duiveland en Oost Zeeuws-Vlaanderen, doch de laatste jaren broedt deze soort op vrij veel plaatsen in rietvelden, op voormalig schor en zelfs bouwland. Het aantal broedparen in 1977 werd geschat op 20. In de wintermaanden trekken de meeste vogels weg naar Zuid-Europa en Noord-Afrika.

De blauwe kiekendief (Circus cydneus) is kleiner dan de bruine kiekendief en heeft puntiger vleugels. Het mannetje is geheel lichtgrijs met zwarte vleugelpunten en een witte stuit. Vrouwtjes en onvolwassen vogels zijn bruin met een brede witte stuit. Verspreide broedvogel in vrijwel geheel Europa. in Nederland o.a. in de Flevopolders en op de Waddeneilanden. De blauwe kiekendief is in Zeeland slechts een vrij algemene doortrekker en wintergast, vooral in de maanden september-april en is aan te treffen in allerlei open terreinen.

De grauwe kiekendief (Circus pygárgus) is iets kleiner en vooral slanker dan de blauwe kiekendief. Het mannetje is grijs met zwarte vleugelpunten en een donkere streep op de bovenvleugel. Het vrouwtje is geheel bruin met een smalle witte stuit. Onvolwassen vogels hebben rossige onderdelen. De grauwe kiekendief is broedvogel van o.a. Zuid- en Midden-Europa, in Nederland vrij zeldzaam o.a. in de Flevopolders en op de Waddeneilanden. Tot in het begin van de zestiger jaren broedde deze soort regelmatig in de duinen van Schouwen. In 1953 broedde een paartje op pas ingedijkt schor bij de Braakman. De grauwe kiekendief overwintert in Afrika en is in Zeeland een vrij zeldzame doortrekker in voor- en najaar.

De steppenkiekendief (Circus macrozirus) is in Nederland een zeldzame dwaalgast en is ook in Zeeland éénmaal waargenomen. Voor de bruine kiekendief bestaan verschillende volksnamen, die echter ook wel voor de andere soorten kiekendieven en de buizerd worden gebruikt, zoals: brauwier, duivenpakker, stekveugel, klamper (Z.Vl.), kobie (W., Z.B. Vl.) en kope (Sch.). Roofvogels.


AUTEUR

P.L. Meininger