Jan van der Leeuw: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 12: Regel 12:
 
== Levensbeschrijving ==
 
== Levensbeschrijving ==
 
[[Bestand:Leeuw_Janvander.jpg|thumb|left|200px|Onbekend werk, onderdeel uitmakend van J.P. van der Leeuws' 'Beeldverhaal', gouache, ca. 1919, collectie Zeeuws Documentatiecentrum (ZB, Middelburg).]]
 
[[Bestand:Leeuw_Janvander.jpg|thumb|left|200px|Onbekend werk, onderdeel uitmakend van J.P. van der Leeuws' 'Beeldverhaal', gouache, ca. 1919, collectie Zeeuws Documentatiecentrum (ZB, Middelburg).]]
[[Jacobus Franciscus van der Leeuw]] (Den Haag 2 april 1854) stond met een nogakraam op kermissen, maar vestigde zich in 1881 als suikerbakker te Goes nadat hij daar in 1876 was gehuwd met [[Izabella Klara de Poorter]] (Goes, 27 april 1853). Tussen 1881 en 1896 worden vijf zonen en een dochter geboren. Het bakkersbedrijf van J.F. van der Leeuw floreert zodat de kinderen een goede opleiding kunnen volgen. Jan Pieter (Jan) (Goes, 28 juni 1889) volgt de RHBS in Goes en deed daar in 1908 examen en blonk vooral uit in talen. Na enige tijd in het bedrijf van zijn vader te hebben gewerkt vertrok Jan in 1917 naar de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. In 1919 verscheen de dichtbundel 'de overgave'van Willem de Mérode, waarvoor Van der Leeuw een bandtekening voor het titelblad maakte. Hij worstelt in deze jaren met de tegenstelling tot zijn rooms-katholieke geloof en zijn homo/erotische gevoelens en wordt sterk beïnvloed door het werk van Jan Toorop. In 1924 deed hij zijn intrede in het klooster der Benedictijnen te Oosterhout. Hij werkte in de sacristie als hulp van de koster en zou er tot 1930 blijven, waarvan de laatste drie jaar als lekebroeder. Toen hij drie jaar later uittrad had hij een hekel aan het rooms-katholieke geloof gekregen en vestigde hij zich in St. Anna ter Muiden. Daar leidde hij een steeds meer teruggetrokken bestaan. Na de oorlog werkte hij nog bij de HARK (Hulp Actie Rode Kruis), maar hij kon niet tegen het werk op en verafschuwde de hebzucht van de mensen en beëindigde zijn leven. Jan van der Leeuw werd gezien als een zonderling en romanticus, maar wel iemand die als een goed mens door zijn omgeving werd beschouwd.<ref>[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/782272975 M.P. de Bruin, Anton van Kraay. ''Jan van der Leeuw’s beeldverhaal, 1889-1946 een levensbeeld'' (Middelburg, 1976) p. (3-7).]</ref>
+
[[Jacobus Franciscus van der Leeuw]] (Den Haag 2 april 1854) stond met een nogakraam op kermissen, maar vestigde zich in 1881 als suikerbakker te Goes nadat hij daar in 1876 was gehuwd met [[Izabella Klara de Poorter]] (Goes, 27 april 1853). Tussen 1881 en 1896 worden vijf zonen en een dochter geboren. Het bakkersbedrijf van J.F. van der Leeuw floreert zodat de kinderen een goede opleiding kunnen volgen. Jan Pieter (Jan) (Goes, 28 juni 1889) volgt de RHBS in Goes en deed daar in 1908 examen en blonk vooral uit in talen. Na enige tijd in het bedrijf van zijn vader te hebben gewerkt vertrok Jan in 1917 naar de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. In 1919 verscheen de dichtbundel ''De overgave'' van Willem de Mérode, waarvoor Van der Leeuw een bandtekening voor het titelblad maakte. Hij worstelt in deze jaren met de tegenstelling tot zijn rooms-katholieke geloof en zijn homo-erotische gevoelens en wordt sterk beïnvloed door het werk van Jan Toorop. In 1924 deed hij zijn intrede in het klooster der Benedictijnen te Oosterhout. Hij werkte in de sacristie als hulp van de koster en zou er tot 1930 blijven, waarvan de laatste drie jaar als lekebroeder. Toen hij drie jaar later uittrad had hij een hekel aan het rooms-katholieke geloof gekregen en vestigde hij zich in St. Anna ter Muiden. Daar leidde hij een steeds meer teruggetrokken bestaan. Na de oorlog werkte hij nog bij de HARK (Hulp Actie Rode Kruis), maar hij kon niet tegen het werk op en verafschuwde de hebzucht van de mensen en beëindigde zijn leven. Jan van der Leeuw werd gezien als een zonderling en romanticus, maar wel iemand die als een goed mens door zijn omgeving werd beschouwd.<ref>[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/782272975 M.P. de Bruin, Anton van Kraay. ''Jan van der Leeuw’s beeldverhaal, 1889-1946 een levensbeeld'' (Middelburg, 1976) p. (3-7).]</ref>
 
   
 
   
 
== Werk als kunstenaar ==
 
== Werk als kunstenaar ==
Regel 18: Regel 18:
  
 
== Exposities ==
 
== Exposities ==
[[Bestand:Leeuw_11957.jpg|thumb|right|175px|Expositie van Jan van der Leeuws' 'Beeldverhaal' in het Zeeuws kunstenaarscentrum te Middelburg van 11 december 1976 t/m 6 januari 1977, affiche, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 11957]]
+
[[Bestand:Leeuw_11957.jpg|thumb|right|225px|Expositie van Jan van der Leeuws' 'Beeldverhaal' in het Zeeuws kunstenaarscentrum te Middelburg van 11 december 1976 t/m 6 januari 1977, affiche, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 11957]]
 
Toen de voorzitter van het Zeeuws Kunstenaarscentrum, Anton van Kraay in 1976 ontdekte dat een groot deel van de artistieke nalatenschap van Van der Leeuw zich in de Provinciale Bibliotheek bevond liet hij, samen met M.P. de Bruin (hoofd van het Zeeuws Documentatiecentrum) een tentoonstelling rond het werk van de kunstenaar inrichten, welke van 11 december 1976 t/m 6 januari 1977 in het Zeeuws Kunstenaarscentrum in de Lange Noordstraat werd gehouden.
 
Toen de voorzitter van het Zeeuws Kunstenaarscentrum, Anton van Kraay in 1976 ontdekte dat een groot deel van de artistieke nalatenschap van Van der Leeuw zich in de Provinciale Bibliotheek bevond liet hij, samen met M.P. de Bruin (hoofd van het Zeeuws Documentatiecentrum) een tentoonstelling rond het werk van de kunstenaar inrichten, welke van 11 december 1976 t/m 6 januari 1977 in het Zeeuws Kunstenaarscentrum in de Lange Noordstraat werd gehouden.
  
 
== Nalatenschap ==
 
== Nalatenschap ==
Een deel van de artistieke nalatenschap van Jan van der Leeuw bevind zich in de ZB. Zij is vermoedelijk in de vijftiger jaren in de ZB beland, maar hoe en door wie is onduidelijk. Arnold Wiggers (oud hoofd Zeeuws-Documentatiecentrum) maakte de inventaris van de Collectie J.P. van der Leeuw (1889-1946) (Middelburg 1989). De collectie omvat onder meer manuscripten (in de verzameling handschriften van de ZB), dagboeken, correspondentie, een boekerij en grafisch werk (ZB Kluis Pla 317-320). Ook het Letterkundig Museum in Den Haag bezit een verzameling werk van J.P. van der Leeuw.<ref>[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/325452768 Arnold Wiggers, ''Inventaris van de Collectie J.P. van der Leeuw (1889-1946)'' (Middelburg 1989) p. (5).]</ref>
+
Een deel van de artistieke nalatenschap van Jan van der Leeuw bevind zich in de ZB. Zij is vermoedelijk in de vijftiger jaren in de Provinciale Bibliotheek beland, maar hoe en door wie is onduidelijk. Arnold Wiggers (oud hoofd Zeeuws-Documentatiecentrum) maakte de inventaris van de Collectie J.P. van der Leeuw (1889-1946) (Middelburg 1989). De collectie omvat onder meer manuscripten (in de verzameling handschriften van de ZB), dagboeken, correspondentie, een boekerij en grafisch werk (ZB Kluis Pla 317-320). Ook het Letterkundig Museum in Den Haag bezit een verzameling werk van J.P. van der Leeuw.<ref>[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/325452768 Arnold Wiggers, ''Inventaris van de Collectie J.P. van der Leeuw (1889-1946)'' (Middelburg 1989) p. (5).]</ref>
  
 
== Auteur ==
 
== Auteur ==
Regel 38: Regel 38:
 
[[category:Zeeuwen]]
 
[[category:Zeeuwen]]
 
[[category:persoon]]
 
[[category:persoon]]
 +
{{DEFAULTSORT:Leeuw, Jan van der}}

Huidige versie van 8 jul 2019 om 14:05

Jan van der Leeuw
Leeuw portret.jpg
Jan van der Leeuw in 1913, bron: M.P. de Bruin, Anton van Kraay, Jan van der Leeuw’s beeldverhaal, 1889-1946 een levensbeeld (Middelburg, 1976) p. (3).
Geboren 28 juni 1889 Goes
Overleden 27 juli 1946 Oostburg
Beroep schilder
VIAF J.P. van der Leeuw

Levensbeschrijving

Onbekend werk, onderdeel uitmakend van J.P. van der Leeuws' 'Beeldverhaal', gouache, ca. 1919, collectie Zeeuws Documentatiecentrum (ZB, Middelburg).

Jacobus Franciscus van der Leeuw (Den Haag 2 april 1854) stond met een nogakraam op kermissen, maar vestigde zich in 1881 als suikerbakker te Goes nadat hij daar in 1876 was gehuwd met Izabella Klara de Poorter (Goes, 27 april 1853). Tussen 1881 en 1896 worden vijf zonen en een dochter geboren. Het bakkersbedrijf van J.F. van der Leeuw floreert zodat de kinderen een goede opleiding kunnen volgen. Jan Pieter (Jan) (Goes, 28 juni 1889) volgt de RHBS in Goes en deed daar in 1908 examen en blonk vooral uit in talen. Na enige tijd in het bedrijf van zijn vader te hebben gewerkt vertrok Jan in 1917 naar de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. In 1919 verscheen de dichtbundel De overgave van Willem de Mérode, waarvoor Van der Leeuw een bandtekening voor het titelblad maakte. Hij worstelt in deze jaren met de tegenstelling tot zijn rooms-katholieke geloof en zijn homo-erotische gevoelens en wordt sterk beïnvloed door het werk van Jan Toorop. In 1924 deed hij zijn intrede in het klooster der Benedictijnen te Oosterhout. Hij werkte in de sacristie als hulp van de koster en zou er tot 1930 blijven, waarvan de laatste drie jaar als lekebroeder. Toen hij drie jaar later uittrad had hij een hekel aan het rooms-katholieke geloof gekregen en vestigde hij zich in St. Anna ter Muiden. Daar leidde hij een steeds meer teruggetrokken bestaan. Na de oorlog werkte hij nog bij de HARK (Hulp Actie Rode Kruis), maar hij kon niet tegen het werk op en verafschuwde de hebzucht van de mensen en beëindigde zijn leven. Jan van der Leeuw werd gezien als een zonderling en romanticus, maar wel iemand die als een goed mens door zijn omgeving werd beschouwd.[1]

Werk als kunstenaar

Van der Leeuw volgde de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag tussen 1917 en 1920. Hij maakte werk als tekenaar, pastel- en pentekeningen, portretten, boekbanden en vignetten. Zijn werk is geïnspireerd op de Art Nouveau en kunstenaars als Jan Toorop en Beardsley en herbergt duidelijk zowel katholieke als homo/erotische motieven. Het meeste werk dat van hem bekend is wordt gevormd door de pentekeningen uit zijn 'Beeldverhaal' welke ontstonden in de jaren 1917-1918, nadat hij de twee jaar daarvoor na het beëindigen van een verloving een zenuwzinking had gehad.

Exposities

Expositie van Jan van der Leeuws' 'Beeldverhaal' in het Zeeuws kunstenaarscentrum te Middelburg van 11 december 1976 t/m 6 januari 1977, affiche, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 11957

Toen de voorzitter van het Zeeuws Kunstenaarscentrum, Anton van Kraay in 1976 ontdekte dat een groot deel van de artistieke nalatenschap van Van der Leeuw zich in de Provinciale Bibliotheek bevond liet hij, samen met M.P. de Bruin (hoofd van het Zeeuws Documentatiecentrum) een tentoonstelling rond het werk van de kunstenaar inrichten, welke van 11 december 1976 t/m 6 januari 1977 in het Zeeuws Kunstenaarscentrum in de Lange Noordstraat werd gehouden.

Nalatenschap

Een deel van de artistieke nalatenschap van Jan van der Leeuw bevind zich in de ZB. Zij is vermoedelijk in de vijftiger jaren in de Provinciale Bibliotheek beland, maar hoe en door wie is onduidelijk. Arnold Wiggers (oud hoofd Zeeuws-Documentatiecentrum) maakte de inventaris van de Collectie J.P. van der Leeuw (1889-1946) (Middelburg 1989). De collectie omvat onder meer manuscripten (in de verzameling handschriften van de ZB), dagboeken, correspondentie, een boekerij en grafisch werk (ZB Kluis Pla 317-320). Ook het Letterkundig Museum in Den Haag bezit een verzameling werk van J.P. van der Leeuw.[2]

Auteur

-J. Francke, 2017.

Literatuur

Noten